Ruzie: altijd feest. Althans, als je doelt op de onschuldige kinderlijke ruzietjes waar Bonje mee opent: plagerijtjes, kussengevechten, geintjes. Wirwar Producties dient het op met een flinke scheut slapstick en lardeert dat ruimhartig met grote ogen vol onschuld of ongeloof richting de zaal, die daar vanaf het begin al behoorlijk op aangaat. Hilariteit alom dus, in deze fysieke circusvoorstelling voor vijfplussers. (meer…)
‘Trop is te veel, en te veel is trop’, luidt de in België bekende quote van de Brusselse politicus Paul Vanden Boeynants uit de jaren ’80, gekend om zijn pensenkermissen en fraudezaken. Al het politieke gekonkelfoes werd hem te veel. De uitspraak slaat helaas ook op de tweetalige productie van het Vlaamse jeugdtheater De Kopergietery uit Gent en het Waalse Les pieds dans le vent.
Stapels nog ingepakte spelletjes vormen een hoge muur tussen Audrey en Vincent. Drukdoende Vincent (Vincent Raoult) ratelt dat hij steeds meer spelletjes wil hebben, dat hij altijd ‘druk druk’ bezig is met bestellingen en bucket-lijsten, waardoor hij geen tijd heeft om te spelen. Audrey (Audrey Dero) zegt dat ze op zoek is naar stilte, maar wordt in haar zoektocht steeds drukker en drukker. En Annelies (Annelies Van Hullebusch) zorgt eerst voor kalme momenten met kleine schaduwspelletjes, maar die maken totaal geen indruk. Van de zoektocht naar de stilte rest alleen nog geschreeuw om die stilte. Heel veel geschreeuw.
Onderwerpen en thema’s worden aangezet, er wordt iets over gezegd en dan is al weer het volgende item aan de beurt. Heel druk zijn de personages, in een Nederlands met een sterk Frans accent, met Franse woorden er in vermengd. Soms is dat grappig, maar het vraagt veel concentratie van de jonge kinderen. Helemaal niets valt er meer te verstaan als er gezongen wordt. De muziek (van Johan De Smet die ook de regie deed) is erg luid en schel en overstemt de liedteksten. Tussen het drukke spel door zijn er een paar momenten van schimmenspel, van kleine animatie met papieren poppetjes. Op zich wel aardig, maar ze gaan verloren in het grote geheel.
Het is natuurlijk mooi dat Nederlandstaligen en Franstaligen samen een Belgische theaterproductie maken. Audrey Dero vind ik een interessante theatermaakster die ik bezig heb gezien in kleinschalige projecten, met papiertjes, figuurtjes en allerlei dingetjes. Poëtisch en subtiel. Ook Annelies Van Hullebusch is zo’n theatermaakster die visueel en heel intiem met veel knipwerk families op de kaart zet en daar een intrigerend spel rond maakt, met geluidjes, met cassettebandjes, en met boekjes. Maar die twee vrouwen samen op het grote podium, dat lukt niet. Hun acteren raakt niet over het voetlicht, hun eigen interventies zijn te minuscuul om indruk na te laten, laat staan te overtuigen.
Het geheel verzuipt onder een ballast van onderwerpen, onverstaanbare woorden en clichématig spel. Het begin oogt veelbelovend: op een stripachtige manier wordt de wereld en het personage Annelies voorgesteld, jammer genoeg blijft dat zonder direct vervolg. Er zitten een paar leuke momenten in de voorstelling, maar die verdwijnen in het niet. Deze voorstelling over overdaad in spullen en woorden gaat verloren in de overdaad van clichés, overacting, techniekjes, flauwiteiten. Er ontbreekt helderheid. Het theaterplezier wordt onder rommel bedolven. De boodschap mag dan wel zijn dat je met minder moet doen, maar dat zou deze groep eerst op zichzelf mogen toepassen. Veel te veel te veel is gewoon veel te trop.
Foto: Phile Deprez