Het is een overzichtelijk bestaan, met een biertje op z’n tijd, lasagne als avondeten en een hamster als huisdier. Meer heeft Antiman niet nodig. Af en toe wordt ie opgeroepen, bijvoorbeeld als er iemand uit de buurt een sleutel in een put heeft laten vallen, of als er een melkkannetje zoek is. Hij verhelpt het leed van de gewone man – zo is Antiman, de titelheld van de nieuwe voorstelling van het Utrechtse gezelschap TG Tiefschnee. (meer…)
Het mes glimt ons pontificaal tegemoet vanaf een zwarte taarthouder. Natuurlijk, het is net gebruikt om het stuk gebak af te snijden – ook zwart – dat Anderson aan Odin serveert vanwege diens 21steverjaardag. Maar het ligt er ook opzichtig als zogeheten ‘Tsjechovs Geweer’: het zal en moet in de laatste scène als wapen worden opgepakt. Eindigt Vantablack met een vadermoord? Of delft de zoon het onderspit?
TG Tiefschnee maakt met deze zelfgeschreven ‘horrorkomedie’ (zoals de jonge Utrechtse groep de voorstelling aankondigt) een strak geregisseerde near-future-variant op het monster van Frankenstein. Anderson heeft Odin zelf gecreëerd, als wetenschappelijk experiment. Hij heeft als afstandelijke maar betrokken vader zijn ‘onsterfelijke’ überbaby zo opgevoed dat die resistent blijft tegen iedere ziekte, geen slaap nodig heeft en zichzelf oplaadt. Ieder jaar serveert Anderson black cake op Odins verjaardag.
Maar nu is Odin 21, dat betekent dat hij door de Medisch Ethische Commissie moet worden getest op zijn kwaliteiten voor de maatschappij. Een negatieve uitslag betekent vernietiging. Dat was de voorwaarde waaronder experiment 23093 ooit is goedgekeurd. Een formaliteit, zo zeggen vader en zoon. De test zal positief zijn. Maar waarom gaan ze dan zo lang naar een sneeuwhut in het noorden, ver weg van iedereen?
Rinske Bouwman schreef een licht absurdistische toneeltekst bestaande uit korte, staccato dialoogjes tussen vader en zoon. Goed geplaatste zinnetjes, met af en toe een verduidelijkende flash back, over Odins sinistere voorliefde voor het martelen van dieren. Toch kan Vantablack, vernoemd naar de donkerste kleur zwart, geen horrorkomedie worden genoemd, daarvoor zitten er te weinig grappen in.
Wel heeft Merel van Huisstede (die samen met Bouwman TG Tiefschnee vormt) er een strakke regie overheen gelegd, in een volledig dofzwarte enscenering. We zitten eigenlijk te kijken naar een reeks sombere zwart-wit-cartoons, waarin plotsklaps een sardonische grijns van Odin (Jilles Flinterman) onheilspellend oplicht. Flinterman acteert vervaarlijk met duistere ogen, tegenover de goeiige houding van Boris van Bommel als zijn schepper.
Echter, door het strakke kader en de doelbewuste herhaling in spel en regie, raakt Vantablack na een sterke eerste helft verstrikt in een cadans. Waar de vorige voorstelling Karaoke Real Doll (2018, over de maakbaarheid van geluk en de relatie van twee mannen met real dolls) expressief uitwaaierde naar karaokescènes, vrijgezellenfeest en bruiloft, blijft Vantablack steriel en afstandelijk. De voorliefde van TG Tiefschnee voor absurdistisch futurisme (zoals met twee aliens die in Most trees are blue (2017) op aarde een bed-en-breakfast beginnen) levert snedig theater op, maar het mag wel gevaarlijker en grappiger.
Foto: Lenka de Hoogh