In Let’s Get Loud blikt Stephanie Louwrier op De Parade in Den Haag terug op haar stembandenoperatie. Ondertussen eet actrice Patsy Kroonenburg een rookworst en neemt een slok energiedrank, haar personage Shelly wil haar stem juist eens laten horen. (meer…)
Je gaat dood zoals je hebt geleefd. Glimlachend, of met gebalde vuisten. Wat er van je overblijft zijn verhalen. Kleine, grote, opmerkelijke, treurige, belangrijke, of vrolijke. Onsterfelijkheid zit niet in de materie die je achterlaat, maar in je verhalen. Zeker als anderen ze weer doorgeven. Peter Heerschop heeft in zijn tweede solovoorstelling Van horen zeggen heel veel verhalen door te geven. Die ook weer iets zeggen over hemzelf.
Hij heeft van wijlen Bram Vermeulen – bij leven regisseur van de programma’s van NUHR waar Heerschop deel van uitmaakt – geleerd dat een cabaretier een doel, een richting moet aangeven als deze op een podium gaat staan. Heerschop heeft ruim tachtig minuten de ‘talking stick’ in – of bij – de hand, een onderwijsinstrument waarmee hij aan het woord mag blijven tot we hem hebben begrepen. Maar hij blijft vriendelijk. En genuanceerd in tijden van geschreeuw. Het doel van zijn verhalen zou moeten zijn dat we ‘vanaf morgen een leuker leven hebben’. Da’s een stevige ambitie, lijkt het.
Heerschops verhalen zijn voor een groot deel afkomstig van de dag dat hij bij een vriend op bezoek ging en hoorde dat deze nog maar een jaar te leven heeft. Maar je kunt bepaald niet zeggen dat dit het overkoepelende thema van Van horen zeggen is geworden. Of dat we door die verhalen die vriend beter leren kennen. Of de andere bronnen waaruit Heerschop zijn materiaal zegt te hebben. Want Heerschop schiet vele kanten op. Net als je denkt dat er een richting is en dat je die dan kunt volgen, raak je die ook weer enige tijd kwijt.
Dat zegt overigens niks over de kwaliteit van al die verhalen. Die gaan ook veel over hemzelf. Ze zijn geestig genoeg om een aangename avond te hebben. Zo vertelt hij over zijn bezoek aan zijn huisarts met een ongemak op een plek waar de zon nooit schijnt. Hij haalt een herinnering op van de tijd toen hij als gymleraar les gaf aan ‘anderstaligen’ en samen met twee van hen in een ziekenhuis eindigde. Heerschop heeft Johan Cruijff van nabij gekend en belicht een kant van hem die hem eigenlijk veel onsterfelijker zou moeten maken dan de voetballer Cruijff. Tussendoor strooit Heerschop volop met wetenschappelijke feitjes over de strijd tussen linker en rechter hersenhelft, je harde en je zachte kant. Met als mooie illustratie een nagespeelde scène uit de film Good Will Hunting.
En o ja…, theater maakt je leven altijd leuker, dus zo ambitieus is dat doel nou ook weer niet.
Foto: Joris van Bennekom