Zoon van een Zuid-Afrikaanse vader en een Belgische moeder. Geen Belg, geen Zuid-Afrikaan. Op zijn paspoort stond ‘Vaderlandloos’. Junior Mthombeni schiep dan maar zijn eigen land waarin hij met al zijn demonen woonde. Met veel Schwung brengt hij het muzikale relaas van zijn jeugd in Mechelen(B), een beklijvend individueel verhaal met universele uitstraling.

Het is een onderzoek naar identiteit, een thema dat de de laatste tijd veel, heel veel in het theater aan bod komt, maar Mthombeni’s queeste steekt er met kop en schouder bovenuit door zijn knappe, inlevende, relativerende en opzwepende manier. Een verbluffende uiteenspatting van verhaallijnen, motieven, muziekstijlen, bewegingen en beelden overrompelt de toeschouwers.

Junior Mthombeni (1972), zoon van een gevluchte anti-apartheidsstrijder en een Vlaamse moeder, is een veelzijdig muzikant, acteur, danser. Hij speelde in allerlei muziekbands en vormt de laatste jaren met muzikant Cesar Janssens en auteur Fikry El Azzouzi het trio Jr.c EsAr dat opereert onder de vleugels van KVS. Ze maakten muziektheatervoorstellingen over iconische figuren als Muhammad Ali, Malcolm X of Winnie Mandela, heldhaftige boegbeelden van de zwarte emancipatiestrijd. Andere acteurs en actrices zongen, dansten en speelden mee.

Nu speelt Junior in zijn uppie, samen met de muzikanten Cesar Janssens, Arne Demets en Pieter van Bogaert. Hij brengt nu ook zijn eigen leven op de scène. Dat is zo helemaal anders dan van die wereldhelden. Junior groeit op in Mechelen, is geen held. Maar hij zou het wel heel graag zijn! In de beginjaren wordt het gemengd gezin nog als een bezienswaardigheid gezien, maar hij blijft, ondanks zijn beheersing van het Mechels dialect, een buitenbeentje. Zijn vader runt het café Jambo, waar hippies de bevrijding prediken, nieuwsgierigen komen kijken naar de café-uitbater en zijn vrouw, maar het is ook de plek waar leden van VMO, de Vlaamse Militanten Orde op de stoep komen zingen dat ze geen vreemdelingen groeten omdat ze fiere Vlamingen zijn.

Junior wil in zijn jonge jaren ook een held zijn, hij wil de gemeenschap waar ze wonen, hervormen, eerst samen met zijn familie, zijn ouders, zijn zus en de dove oma, later met zijn circus. Met zijn fanfare wil hij de hele wereld veranderen!
Fantasieverhalen, teleurstellingen, in plastische taal, in klanken, in beweging wisselen elkaar af als in een groots bezweringsritueel.

Je wordt langzaam het verhaal ingezogen. Het begint heel traag, voetje voor voetje stapt Junior over een zandpad, probeert hij met zijn handen zijn onstuimig brein te kalmeren, danst hij zich in trance, slaat hij krachtig ritmisch op 3 djembés, slamt hij, zingt en speelt hij samen met de muzikanten, de ene keer jazzy, dan R&B, gospelachtig, rap, beat… Zo divers als de muziek is, zo divers zijn ook de vertelfragmenten, de bewegingen en dansen. Woede, verdriet, machteloosheid en kwetsbaarheid gaan in elkaar over, als in ijlende dromen. De chaos in zijn hoofd wordt heftig verbeeld en verklankt. Humor versterkt de tragiek, existentiële mijmeringen doorkruisen historische en autobiografische feiten, de emotionele pijn schuurt in het dansende lichaam, in de muziek, en in de rappende stem.

Beklijvende scènes volgen elkaar op. Zo is er het ontroerende verhaal in gebarentaal van zijn dove oma over haar agressieve en dronken man, over de oorlog. Of er is de scène waarin Junior zich met witte klei insmeert en dan als een hoopje mens gehurkt in een plastic bak achterblijft. Wit, zwart, kun je je wel anders maken?

Zo traag en ingetogen als het ritueel begint, zo spannend en prikkelend is de muzikale opbouw naar een onstuimig crescendo. Familiefoto’s foto’s van kind, jongere, adolescent, kiekjes van feestelijke bijeenkomsten, worden geprojecteerd (zoals dat gebeurt op afscheidsvieringen in crematoria), maar dan volgt er met opzwepende muziek een bombardement van foto’s en zijn de beelden niet te volgen.

Junior en co brengen ontwapenend, oprecht het individuele en universele relaas van zich nergens thuis voelen in een visueel en muzikaal meeslepend theaterconcert. Terecht geselecteerd voor het Vlaamse Theaterfestival.

 

foto: Stef Stessel