Voor hun onderzoekspresentatie Urland doet alsof liet het gelijknamige collectief zich onder andere inspireren door het invloedrijke werk Théâtre de la cruauté van theatervernieuwer Antonin Artaud. Maar vooral staat de vraag voorop: hoe verhouden het theater en ‘de realiteit’ zich tot elkaar? (meer…)
Geëerde lezer. Volgens marktonderzoek is de kans groot dat u een blanke, hoogopgeleide vrouw bent. Is dat zo? Of is dat nu net het probleem van theater, dat het door marktmechanismen is uitgehold? Uniek spektakel, laatste tickets! Theater heeft nood aan een reset.
Urland trapt Ur af met een denderende monoloog waarin het collectief predikt voor theater dat minder gaat om consumptie en meer om beleving. Dat is lef hebben, want de makers beloven nogal wat. Ze zullen theater brengen dat teruggaat naar de basis, en ons geven wat wij nodig hebben. Gelukkig steken de Urlanders nooit onder stoelen of banken dat zij het ook niet altijd even goed weten.
Wat volgt is anderhalf uur theater aan de hypersnelheid van het technologisch tijdperk. Urland switcht in hoog tempo van genre naar genre: van manifest naar schaduwspel, van new waveconcert naar komedie. Ur is een overload aan beelden, waarvan sommige zich op je netvlies branden, andere niet.
Een scène met maskers blijft bijvoorbeeld steken in het naïef herontdekken van de roots van het theater. Dat naïeve is op zich mooi en Urland geeft inzicht in het krachtige effect van eenvoudige maskers, maar verder dan aanstippen gaat het in deze scène niet. In andere scènes krijgen we dat dan weer wel: ondanks de ironische knipoog voert een rituele dans op hoverboards ons mee naar wat lijkt op een diepgeworteld mysterie.
Ur zit vol tegenstellingen, waar Urland intelligent mee speelt. Wat begint als een lege theaterruimte, badend in tl-licht, transformeert gaandeweg tot een klassieke theaterscène met warm toneellicht. Centraal staat een houten kist, die mogelijk de magie van het theater bevat. Een verrassend moment van tederheid vindt plaats op die kist: de vier spelers vinden steun bij elkaar, in de kracht van het collectief. Die kracht heeft Urland en zit in elke uitgepuurde blik en beweging, in elk woord en rekwisiet van deze voorstelling.
Bij millennials staat echter voor elk antwoord een tegenargument klaar. Ook Urland bevraagt zichzelf voortdurend. Daardoor voelt Ur weleens als een stuurloos schip. Dat is niet altijd prettig, maar sluit aan bij hoe millennials het leven ervaren. Die pijn sluimert voortdurend onder de voorstelling en wordt bij momenten daadwerkelijk uitgeschreeuwd. Daar weet Ur het meest emotioneel te raken.
Urland keert terug naar de oerkracht van het theater en slaagt er bij momenten in die te laten voelen. Het collectief is stevig geworteld in deze tijd en toont hoe technologie hand in hand kan gaan met de warmte van het mysterie. Tot een ware oerknal komt het echter niet. Daarvoor haalt Urland zichzelf te vaak onderuit, waardoor je achterblijft met een veelheid aan versplinterde gedachten. Dat is typerend voor deze tijd, maar de momenten waarin Urland ons daarvan verlost, zijn het sterkst.
Foto: Julian Maiwald
Luister hier naar de podcastrecensie die Luc de Groen en Milou Brockhus maakten van Ur voor De Theaterpodcast.
Het was nota bene Ludwig Bindervoet van Urland die de theaterkrant recentelijk verzocht met de waanzin van de sterrenrecensies te stoppen. Nu blijkt wel weer hoe oneerlijk het sterrensysteem is. Mir platzt wirklich der Kragen. Urland heeft een geweldige voorstelling gemaakt. Wat ik vooral problematisch vind aan de recensie van Brecht Hermans is dat een theatermaker (van die ik nog nooit eerder had gehoord) nu een recensie over de voorstelling van de theatermakers van Urland schrijft. Tot nu toe heeft de ‘recensent’ slechts een handvol recensies op deze site geschreven en is hij bij mijn weten geen ervaren recensent. Het is niet wenselijk om zomaar theatermakers over andere theatermakers te laten schrijven. Dan ligt bijvoorbeeld jaloezie op de loer. En het lijkt het alsof de persoonlijke smaak en de mogelijke verwachtingen van de recenserende theatermaker dan leidend is, maar die mogen nooit leidend zijn. Een recensent zou het subjectieve met objectieve moeten kunnen verbinden, en in plaats van te beoordelen zou hij met name betekenis aan een voorstelling moeten toevoegen. Jammer genoeg doet Hermans dat niet en analyseert niet de betekenis van de vele tekens die in UR afgevuurd worden. De voorstelling zit boordevol met symbolen, intertekstualiteit en verwijzingen, zoals naar verschillende momenten in de theatergeschiedenis. Als Hermans al theatermaker is had hij die eigenlijk moeten opmerken en kunnen duiden. Het is trouwens een gevaarlijke ontwikkeling wanneer we geen betekenis toevoegen aan kunstwerken maar die nog enkel beoordelen. Dan wordt de kunst betekenisloos, terwijl het nu juist de kunst is die in opstand komt tegen de zin- en betekenisloosheid van het leven. Door het sterrensysteem ontstaat trouwens nu de indruk dat veel voorstellingen beter zouden zijn dan Ur van Urland. Dus elke voorstellingen die meer dan drie sterren krijgt zou beter moeten zijn. Dat is natuurlijk niet zo, en dat weet de redactie ook net zo goed. Maar waarom stopt de redactie dan niet eindelijk met het toekennen van sterren? Ik schreef het al eerder op deze site: Voorstellingen zijn geen racepaarden en niet in competitie met elkaar. Maar de sterren suggereren dat helaas wel. Merkwaardig is trouwens ook dat Urland nu al vaker recensenten op bezoek kreeg die weinig begaan zijn met het werk van Urland. En in het algemeen vind ik het ook niet verantwoordelijk dat de theaterkrant zomaar mensen naar voorstellingen stuurt omdat die zich aanbieden, beschikbaar zijn en voor een habbekrats daarover willen schrijven. Er moet een kwaliteitseis zijn. Nu lijkt het alsof de kwantiteit de boventoon voert bij de theaterkrant. Het is een zorgwekkende ontwikkeling en leidt tot oneerlijke recensies en een teloorgang van kunstkritiek en het theater.
Beste Brecht,
Mij gaat het echt niet om de sterren. Maar je maakt echt een paar fundamentele fouten. Misschien beginnersfouten, want dit is je eerste recensie hier zie ik. Wij willen juist geen beleving (zoals je onterecht stelt), maar een ervaring. Dat is je alvast niet gelukt. Je blijft alles stapsgewijs benoemen, maar waar gaat het grote geheel over? Wat is het fundament, en waar wordt er allemaal naar verwezen? Wat is de zoektocht? Die benoem je in je benoemdrift dan weer nergens… Net zoals de (belangrijke) eindscène waarin wellicht alles samenkomt; voor de toeschouwer die zich wil verwonderen, en mee wil maken. Voor jou gaat die vlieger in ieder geval niet op.
Groet,
Ludwig
PS: wat is de warmte van het mysterie?!
Wat is het verschil tussen beleving en ervaring?
Even een korte reactie: Brecht Hermans is een ervaren theaterrecensent. Hij schreef in België voor Goddeau.com en voor het magazine van DeMorgen. Toen hij zichzelf aanmeldde bij Theaterkrant hoefde ik niet lang te aarzelen om hem te engageren. Ik vind dat hij een heldere recensie schreef, waarin pro’s en contra’s van de voorstelling mooi gevat worden, en waarbij mijn nieuwsgierigheid als potentiële toeschouwer gewekt wordt.
Dat hij tevens theatermaker is lijkt me geen bezwaar. We hebben in Nederland een lange traditie van recenserende dramaturgen, en in de letteren is het vrij gebruikelijk dat critici boeken schrijven en dat schrijvers recenseren. Ik zou het aanmoedigen als meer makers recensies zouden schrijven (over werk waar ze niet bij betrokken zijn), omdat ze specifieke inzichten en blikrichtingen kunnen inbrengen.
Ik vertrouw Brechts afgewogen oordeel in ieder geval een stuk meer dan dat van Florian Hellwig, de dramaturg van Urland. Verdachtmakingen en persoonlijke aanvallen lijken me daarbij schadelijker voor de theaterkritiek dan de onafhankelijke blik die ziet dat jullie voorstelling misschien wel iets minder briljant is dan jullie zelf denken.
Groet,
Simon van den Berg, hoofdredacteur
Florian: Los van de discussie over het wel of niet toekennen van sterren (waarin ik het eens ben met het idee dat voorstellingen geen racepaarden zijn en sterren toekennen een achterhaald idee), vind ik het niet bepaald sjiek om een al dan niet beginnend recensent / theatermaker zo op zijn persoon aan te spreken. Daarmee doel ik op “Als Hermans al theatermaker is” en het tussen aanhalingstekens zetten van ‘recensent’. Zo lijkt het erop dat je zelf reageert vanuit emotie, in plaats van dat je inhoudelijk reageert op de recensie. Eigenlijk precies wat je de recensent verwijt.
Theatermakers horen niet te recenseren en recensenten horen geen theater te maken. Dat zijn twee totaal andere werelden die niet samen horen te komen.
Overigens, Simon:
”Verdachtmakingen en persoonlijke aanvallen lijken me daarbij schadelijker voor de theaterkritiek dan de onafhankelijke blik die ziet dat jullie voorstelling misschien wel iets minder briljant is dan jullie zelf denken.”
Wat je bedoelt te zeggen is:
”Verdachtmakingen en persoonlijke aanvallen lijken me daarbij schadelijker voor de theaterkritiek dan de onafhankelijke blik VAN ÉÉN PERSOON die VINDT dat jullie voorstelling misschien wel iets minder briljant is dan jullie zelf denken.
Overigens is zo’n reactie van een hoofdredacteur niet chique.
Beste Simon,
Ik wil graag het volgende rectificeren. Juist is wel dat ik in het verleden als dramaturg ‘voor’ Urland – namelijk als dramaturg van de Internet-Trilogie – heb gewerkt en het werk van Urland dus goed en ook van binnenuit ken.
Waar is echter ook – en dat is hier zeer belangrijk om te vermelden – dat Urland de voorstelling UR ZONDER DRAMATURG en dus ook ZONDER MIJ heeft gemaakt. Ik reageer dus enkel als persoon en toeschouwer, niet meer en ook niet minder.
Ik ben altijd tegen belangenverstrengelingen, en had ook nooit gereageerd wanneer ik bij deze voorstelling als dramaturg betrokken was geweest. Dat spreekt toch voor zichzelf.
Het is wel heel belangrijk dat hier nog eens te vermelden om valse verdenkingen te voorkomen.
Wat de makers van Urland zelf van deze voorstelling vinden, kan ik niet zeggen. Ik kan enkel voor mezelf en als buitenstander praten, en heb ook niets anders gedaan.
Dat ik in het algemeen voor de belangen van makers opkom en een probleem heb met de huidige status van veel recensies is evident. We moeten de discussie over recensies echter blijven voeren, en hoe we het niveau weer op peil kunnen krijgen. Kennelijk verschillen we hier van mening. Het zou natuurlijk mooi zijn als de discussies uiteindelijk ook tot iets lijken.
Ik spreek jou graag snel weer.
Groet, Florian
4 sterren Volkskrant!