Vervaarlijk opbollende, karmijnrode theatergordijnen, regen die bij bakken op de acteurs neerklettert, afgewisseld met een zacht briesje en lichte motregen: theatraler zullen ze het niet krijgen bij Wunderbaum. (meer…)
Acteurscollectief Wunderbaum en de Münchner Kammerspiele nodigden een twaalftal hedendaagse denkers uit om tijdens een uitgebreide maaltijd in discussie te gaan over belangrijke maatschappelijke transitievraagstukken. Hoe om te gaan met het milieu, innovatie, evolutie en revolutie? De gesprekken die hieruit kwamen vormden de inspiratiebron – vaak heel letterlijk – voor deze coproductie. Marleen Scholten waarschuwt ons bij de openingsscène: ‘Das soll sechs Stunden letzen; ohne Humor!’ Ze kreeg ongelijk.
Want waarachtig, wat is dit een heldere, prettige en inhoudelijke voorstelling geworden. Aan de lange houten tafel schuiven een manager, een klimaatdeskundige en een BMW-ontwikkelaar aan. De laatste trapt af met een betoog waarin hij zijn voorkeuren voor radicaliteit uiteenzet. ‘Radicale noten in de partituur van de geschiedenis’ als voorwaarde voor transitie. De manager zoekt het klein: in zelf geplaatste zonnepanelen op het dak van haar dochters school. Maar dat is absoluut geen oplossing, pareert de klimaatdeskundige.
Wunderbaum en de Münchner Kammerspiele schetsen hier een denktank waar iedereen, vanuit zijn of haar particuliere invalshoek, vlammend een eigen betoog houdt – maar waar nauwelijks dialoog is. Het belang dat ieder aan zijn eigen zienswijze hecht is zo groot, dat er amper wordt ingehaakt op andere ideeën. Daarmee wordt een belangrijk probleem blootgelegd.
Originele denkbeelden en invalshoeken passeren de revue – door de acteurs consequent met flair en overtuiging gespeeld. Walter Bart is hilarisch in het fysieke gevecht tussen de BMW-ontwikkelaar en activistische schrijfster Naomi Klein: beiden door hemzelf gespeeld. Maartje Remmers speelt vol overtuiging de manische klimatoloog – dan weer kordaat, dan weer verstrikt in een minuten durende huilbui.
Namens het Duitse gezelschap zijn Steven Scharf en Stefan Hunstein afgevaardigd. Hunstein speelt een zelfverzekerde groene kapitalist: die niet vaak genoeg kan benadrukken dat hij met de trein is gekomen. Efficiëntie is zijn sleutelwoord. Alles moet sneller. Voetgangerslichten zijn er niet om voetgangers vrije doorgang te bieden, maar om de auto’s te laten doorrijden. Waarop Scharf – als gekweld glimlachend religieus persoon – in murmelend Duits het verhaal van Noach en zijn ark reciteert.
In transparant spel – vaak erg op het publiek gericht – wordt op een steeds schrijnender wijze duidelijk hoe dergelijke denktanks functioneren. Johan Simons deed de eindregie en leverde strak werk af: de bij vlagen pittige materie blijft overeind en de dramatische lijnen worden kundig opgevoerd en doorgevoerd. Het is geëngageerd en satirisch tegelijk – en dat is een kwetsbaar gebied.
Geen zes uur durende, humorloze voorstelling, zoals Scholten ons voorhield, maar een boeiend stuk van bijna twee uur, waar zowel intellectueel als qua dramatiek een hoop te beleven valt. En bovendien een voorstelling die impliciet uitnodigt voor boeiende nagesprekken – hoewel de voorstelling ons ook leert dat een hoop gepraat ons geen stap dichter bij een oplossing brengt.
Foto: Tanja Kernweiss