Bij Unease, de nieuwe dansvoorstelling van Jelena Kostić, kiezen toeschouwers zelf hoe intens de voorstelling mag zijn. De een zit ‘veilig’ op de tribune, maar ook daar lopen de dansers soms tussen de stoelen door. Een ander zit op een witte kruk op de vloer met de dansers pal voor de neus, soms zelfs op schoot.

De voorstelling begint al voordat het publiek de theaterzaal heeft bereikt. Bij de première in theater De Nieuwe Vorst in Tilburg hoort het publiek ineens een vrouwenstem met een sterk Amerikaans accent: ‘Yeah, hilarious…’ Een spervuur aan korte woorden dendert door de lange gang. Het publiek staat daar te wachten terwijl de deuren van de zaal nog dicht zijn. Die hal blijkt plots het speelterrein te zijn voor drie dansers: Blazej Jasinski, Noëmi Wagner en Tijmen Teunissen.

De een staat en beweegt op een grote mintgroene kubus die in de hal staat, een donkerzwarte bril op het hoofd. De ander balanceert op een grote cilinder met eenzelfde kleur. In dat gevaarte kruipen kan ook. De derde performer staat als bevroren met de rug tegen een mintgroene wand, drukt zich er tegenaan en probeert ervan weg te komen. De drie wisselen van object, lopen tussen het publiek door, schurken ongevraagd even tegen iemand aan of knijpen een bezoeker amicaal in de wangen.

De sfeer in die lange gang is die van een voorstelling in de openlucht (rennend tussen de hoge gebouwen, klauterend op muren en daken), maar deze keer met mooi vormgegeven objecten. Eenmaal binnen in de zaal krijgt de toeschouwer een keuze, al zijn de dansers sturend aanwezig om die keuze te beïnvloeden. De ene bezoeker zoekt een van de krukjes die in een halve kring op de vloer staan, een ander klimt de tribune op.

Ongemak
Deze dansvoorstelling gaat over ongemak, dat is van tevoren zo gecommuniceerd en de titel onderstreept dat. Wat doet iemand bij ongemak of bij onveilige situaties? Vluchten, vechten, bevriezen of het onzekere omarmen? De keuze voor een zitplaats is daar een afspiegeling van: kies je voor veiligheid of voor risico? En elke keuze heeft een beloning in zich: op de tribune heeft de toeschouwer een goed overzicht, maar zittend op een kruk is de danser telkens dichtbij, zie je elke emotie, elk detail, gaat de ervaring het diepst.

Meteen bij aanvang moeten mensen op een kruk zich omdraaien. De dansers bewegen achter hen, op een beperkte, met een witte lijn afgebakende driehoekige ruimte. De bewegingen die de drie tonen keren gedurende de voorstelling in min of meerdere mate terug: zwaaien met de armen, buigen door de knieën, een licht gebogen rug, een gehoekte elleboog en dat in een repeterend patroon.

Op de vloer gaar het er allerminst zachtzinnig aan toe. Ook in bewegingen en interacties tussen de dansers zijn ongemak, behoedzaamheid, agressie en onveiligheid thema’s die terugkeren, althans zo zijn de solo’s en duetten te interpreteren. Een klap op de rug, een klets in het gezicht, de dansers bijten van zich af en dat leidt tot indringende, agressieve scènes.

Innige omhelzing
Zo duwt een danser collega Noëmi Wagner bruut van zich af. De twee staan daarna tegenover elkaar, hij met zijn hand tegen haar borst. Zij deinst achteruit, maar valt weer terug naar zijn richting, waarbij het lijkt dat de twee in een innige omhelzing terechtkomen. Dat patroon herhaalt zich, totdat de verhouding kantelt en de twee hard met de borst tegen elkaar aan springen. Op een ander moment probeert een danser een latex shirt uit te trekken. Hij plukt met gevoel voor zelfkastijding aan het elastieken materiaal dat snoeihard tegen zijn lijf kletst. Dat gebeurt pal voor de tribune.

Het publiek volgt de handelingen van dichtbij en de mensen op de witte krukjes worden steeds meer onderdeel van de voorstelling. Zo maken de dansers selfies, van zichzelf, met de ander, ook met de toeschouwer. Een moment later zoeken twee dansers contact met elkaar over het hoofd van toeschouwer heen. En dat is nog het minst ongemakkelijk, want meteen daarna een danser kruipt op de schoot van een toeschouwer en gaan de drie voor de voeten van een kijker liggen.

Hoog boven de dansers hangt een hoepel die soms gedeeltelijk, soms helemaal verlicht is. Het object correspondeert met een reusachtige bol die boven de tribune hangt. Die objecten zien er subtiel en wonderlijk uit. Ze doen denken aan de maan en de zon. Het is gissen, een duidelijke boodschap is er niet, maar het kan een verwijzing zijn. Dat wat live op de vloer gebeurt, die continue rusteloosheid, de strijd tussen de dansers, het gebeurt dagelijks in het groot, onder de sterrenhemel, in een samenleving die harder, onprettiger en ongemakkelijker wordt.

15-jarig bestaan
Deze nieuwe voorstelling van Jelena Kostić toont aan dat de choreograaf het beschouwen van wat om haar heen gebeurt, goed in de vingers heeft en dat ze zich als maker blijft ontwikkelen. In het begin van haar loopbaan waren haar voorstellingen verhalend en theatraal, nu zijn ze abstracter vormgegeven met ruimte voor het publiek om te ervaren. De choreograaf viert dat haar gezelschap vijftien jaar bestaat.

Met dit stuk haalt ze de levendigheid van straatcultuur, denk aan freerunning, het theater binnen. Dat linkt aan haar locatieprojecten Blind Spot (2023), waarbij haar performers met dans telkens een andere stad verkennen. Unease overtuigt, heeft variatie en vaart, maar tegen het eind is een moment dat het stuk aan kracht verliest. Dat gevoel ebt weg bij de slotscène waarbij de drie uitstekende performers, als een eenheid, verstrengeld met elkaar dansen. Er is ook acrobatiek in die scène verwerkt.

De drie tillen elkaar de lucht in, nemen de ander op de rug, keren elkaar ondersteboven, hoofd omlaag, voeten in de lucht. Met elkaar is zoveel productiever dan tegen elkaar. En het valt op hoe sterk Noëmi Wagner is. Met ogenschijnlijk gemak tilt ze een collega de lucht in.

Foto’s: Nikola Kostic