Sinds 1970 bewaart musicalzanger Bill van Dijk zijn kostuum uit de hippiemusical Hair, die dat jaar zijn Nederlandse première beleefde. Het is een bijna sereen gewaad in getemperde kleuren dat hij droeg in de rol van Claude. (meer…)
Ze hebben de tekst, de liedjes en de choreografie die bij hun musicalrol past tot in de perfectie ingestudeerd. In de kast hangt hun passende kostuum. Maar ze zitten op de reservebank en kunnen pas het podium op als de nummer 1 van de rol van de trap is gevallen, even te moe is voor de extra matinee, geen stem heeft of naar de begrafenis van zijn/haar moeder moet. Ze zijn understudy en meestal net zo getalenteerd als de artiest die hun gang naar het podium normaal gesproken blokkeert. Ze staan niet op het affiche.
Producenten Rudy Hellewegen en Steven Roox hebben de smaak te pakken. Na het succes van Ensemble, ensemble met het grootste musicalkoor van Nederland, hebben ze in het Amsterdamse DeLaMar West, de musicalproeftuin van de VandenEnde Foundation ruimte (maar geen geld) gekregen voor weer een nieuw en spannend musicalplannetje op de maandagavond, als de reguliere musicalwereld op slot zit.
Uit de cast van vijf verschillende musicals heeft het tweetal een understudy gevraagd om mee te doen in Understudy, de musical, plus een stevig trio onder leiding van pianist James Pollard. De vijf musicalartiesten staan daar als zichzelf: Sanne den Besten (understudy Sandy in Grease), Sjoerd Oomen (understudy Thénardier in Les Misérables), Davy Reedijk (understudy Danny Zucko in Grease), Lisanne Veeneman (understudy Cosette in Les Misérables) en Dorith Creebsburg (understudy Rachel Marron in The Bodyguard).
Naast de vier twintigers is Sjoerd Oomen met zijn 42 jaar de nestor van het stel. Hij weet al 17 jaar hoe het leven van een understudy eruit ziet. Van dit vijftal geldt Sanne den Besten heel ironisch eigenlijk als een dubbele understudy, omdat ze de eerder aangekondigde Natascha Molly (understudy Amneris in Aida) vervangt.
Een alternate in een musicalcast weet precies op welke dagen hij/zij het podium kan betreden, dat geeft zekerheid. Voor een swing is het leven een groot vraagteken, want die kan op stel en sprong voor meerdere rollen in het ensemble worden ingezet. Maar ook een understudy moet elke ochtend maar weer afwachten hoe de vlag er voor staat.
Dat wordt echt heel grappig weergegeven in het openingsnummer van Understudy de musical. Tussen de regels van 9 to 5 van Dolly Parton horen we flarden van telefoongesprekken waarin Linda meldt door haar enkel te zijn gegaan en een andere zangeres zich wegens een al te uitbundige avond afmeldt voor de matinee. ‘Alleen de matinee hoor, want ’s avonds komt familie. En niet in mijn kleedkamer zitten hoor!’
We treffen de vijf musicalartiesten aan in een zaaltje van Understudy Anonymous Talk, een praatgroep, een ‘safe space’, waar de podiumpatiënten hun frustraties kunnen delen. En dat die er zijn horen we als de vijf zich voorstellen en met veel humor wat perikelen van het vak toelichten
Al bij het eerste rondje, als ze allemaal een nummer zingen dat ze als understudy op hun duimpje kennen, weten we dat geen enkele bezoekers zich bekocht zal voelen als de grote naam van het affiche niet verschijnt. Dorith Creebsburg grijpt dan nog even terug op de rol in Tina, de musical waar ze zich voor The Bodyguard op had voorbereid. In het aangrijpende Ik wil geen ruzie meer (Don’t wanna fight no more) laat ze zien dat ze de hoofdrol in die musical had aangekund.
Later op de avond, als ze van de gespreksleider (die soms wordt onderbroken door bellers als Pia D. en Renée van K.) een tweede zangopdracht krijgen, steelt Creebsburg de show met het nummer Random black girl, voor Patina Miller geschreven door Michael Kooman en Christopher Dimond. Het is een geweldig cynisch, lang verhalend lied van een zwarte zangeres, die min of meer als verplichte zijkant-act in vrijwel elke musical wordt neergezet. Die rol heeft weinig tekst, en is nauwelijks in beeld. Maar ja, die meid kan zo voortreffelijk soul zingen en een lettergreep zo gruwelijk lang aanhouden, dat wil het publiek op een avond in ieder geval een keer meemaken. Aan de andere kant is ze dolblij dat ze geen Aziatisch uiterlijk heeft, want dan is ze gedoemd om in Miss Saigon te moeten paaldansen.
When it comes to the plot I play no significant role
I’m just a random black girl singin’ the soulSo, I conduct with my hands
And I’ll squinch up my eyes
And then I’ll open my mouth
Unbelievably wide
Ook Lisanne Veeneman laat horen dat ze veel in huis heeft, niet alleen qua zang maar ook als komisch talent. Zij zingt The girl in 14G van Jeanine Tesori en Dick Scanlan over een jonge, rustige vrouw in New York die het liefst Jane Austen leest. Zij wordt echter op de 14e etage ingeklemd door zeer luidruchtige buren op de 15e en 13e etage met een grote voorkeur voor extreme operastukken. Veeneman werkt zich meesterlijk door dat muzikaal acrobatische stuk, inclusief de operafragmenten.
De gespreksleider van de Anonieme Understudy Gespreksgroep houdt nog een peptalk aan het eind van de avond. De vijf artiesten mogen de moed niet verliezen. Het is voor het publiek te hopen dat ze dat ook inderdaad niet doen.
Foto: Mariska Steenbergen