Bij de entree van Yellow Horizon in de Nieuwe Vorst in Tilburg ontstaat wat commotie: jassen en tassen moeten worden afgegeven, zoals mimespeler Niels van Heijningen en actrice Sofie Porro dwingend zeggen. En: oorbellen en andere grote blinkende objecten moeten in een doosje gestopt worden, dat kun je meenemen in de zaal en onder je stoel zetten. Yellow Horizon van choreograaf Annemijn Rijk is ervaringstheater van stilte en duister, dus alles wat flonkert of afleidt moeten we afleggen.
Vanuit de schimmige donkerte op het podium rijst loepzuiver, zacht en vol nuance als één stem het geluid van het Nederlands Kamerkoor op. In die schaars verlichte duisternis doemen ze lijfelijk op: de koorleden, gehuld in zwart, die aan weerszijden van het podium gegroepeerd staan. Het maakt het contrast met de eenzame man die over het podium dwaalt nog groter. Totdat naast zijn schaduw op het achterdoek plots een andere schaduw zichtbaar is. Een schok gaat door de zaal wanneer er geen mens bij hoort. Ze raken elkaar aan, maar kunnen geen connectie maken. De projectie op het doek duizelt in duizenden zwarte stukjes uiteen.
Under the Horizon is ontstaan uit een samenwerking tussen het Nederlands Kamerkoor en de Taiwanese danser, choreograaf en videokunstenaar Huang Yi, die eerder furore maakte met zijn choreografie met een robot Huang Yi en Kuka. In Under the Horizon onderzoekt hij de grens tussen leven en dood, zijn en niet zijn. Wanneer ben je nog mens? Wanneer verlies je de connectie met gestorven geliefden?
Wederom speelt hij hierin met de technologie: hoe echt is de geprojecteerde verschijning op het achterdoek? Kan een mens daar troost uit putten? En wat als die mens uiteindelijk zijn toevlucht neemt tot een neppe, kwispelende robothond, die ten minste wel aanraakbaar is?
Een boeiende aanzet, maar de uitwerking blijft oppervlakkig. Choreografisch gezien, waarbij het blijft steken op vrij letterlijke, platte uitwerkingen, zoals de man en vrouw die minutenlang vrijend over elkaar rollen. Ook de beelden op het projectiescherm zijn esthetisch gezien heel gepolijst en subtiel, maar inhoudelijk blijft het steken op clichés als een man en vrouw die in innige omhelzing worden omringd door fladderende vogeltjes.
De manier waarop Huang Yi gebruik maakt van de politieke lading achter het beeld van de aangespoelde Alan Kurdi, die hij imiteert met een performer die in eenzelfde houding op het podium ligt, voelt daarbij misplaatst. Het beeld wordt niet verder uitgewerkt en krijgt geen politieke boodschap mee. In zijn ‘Artist Statement’ schrijft Yi hierover dat hij wil voorkomen dat mensen als Alan schaduwen worden, die we vergeten. Mooi, maar juist in deze uitwerking verloor het beeld haar politieke urgentie en werd het opgenomen in het verlies en de ontmoeting van de dood die elk mens tegenkomt, wat het minder significant maakte.
Gelukkig maakt het Nederlands Kamerkoor dat alles meer dan goed. Zij vielen zo mooi samen met de videokunst van audiovisueel kunstenaar Ryoichi Kurokawa, hun schaduwen werden opgenomen in het projectiescherm. Als groep contrasteerden zij prachtig met de eenzame man op het podium.
Subtiel, verstild en loepzuiver gaven zij de emotie mee aan het donkere beeld door middel van ingetogen liederen die juist daardoor aan kracht wonnen. Hun stemmen begonnen als één, waarna zij uitwaaierden in een rijk scala aan klankkleuren. De warme tenoren kwamen her en der prachtig eenzaam en verstild naar voren. Luisteren daarnaar is meditatief, soms unheimisch, en dan weer verwarmend. De warme mezzo-sopranen van Åsa Olsson en Elsbeth Gerritsen droegen je uiteindelijk vol rust en diepte naar het einde toe.
Foto: Huang Yi