Waar zijn de doden? Letterlijk ónder ons, in de onderwereld? Boven ons, in de hemel? Onder ons, in onszelf? In Un Jour van de Zwitserse theatermaker Massimo Furlan delen performers het podium met geesten. De toeschouwer wordt getrakteerd op een aaneenschakeling van compositorisch uitgekiende beelden, een associatieve reeks voorbijschrijdende tableaux vivants. Samen vormen ze een fascinerend en troostrijk universum.
Furlan begon met schilderen en tekenen, stapte over op fotograferen en video en kwam vijftien jaar geleden uit bij performance en theater. De overstap kwam voort uit experimenteerdrift, zoals hij zelf verklaart, maar ook uit zijn wens om de toeschouwer directer aan te spreken. ‘Langgerekte beelden’ noemt hij zijn creaties.
Die beelden delft Furlan in eerste instantie op uit zijn eigen kinderjaren: herinneringen en fantasieën. Die vermengt hij vervolgens met een keur aan antropologische, filosofische en historische wetenswaardigheden, in dit geval over de omgang van de mens met de dood in verschillende culturen. En er was nog een andere inspratiebron: zijn gesprekken met actrice en zangeres Jane Birkin, die twee jaar geleden plotseling haar dochter Kate Barry verloor.
Beeld: oudere en jongere vrouw hand in hand zwijgend naast elkaar – moeder en dochter? Beeld: vier paar mensenhanden op een tafelblad dat in beweging komt – bewijs van aanwezige geesten. Beeld: dode vrouw liggend op baar, geprojecteerde vrouw staat op en loopt door – ziel die het lichaam verlaat. Beeld: vrouw in witte kimono die een sjamanistische dans uitvoert – boze geesten worden het lichaam uit gebraakt. Beeld: man in pak verdwijnt in meterslang laken – mens tot geest getransformeerd. Beeld: tranen van rouwende vrouw veroorzaken regenbui mens opgenomen in de kringloop. Beeld: hart van een dode arriveert in koelbox – transplantatie als start van een nieuw leven.
Deze surrealistische beelden worden doorsneden met filmprojecties: voorbijschuivende wolken; oscillerende lichtflitsen; wijd opengesperde, angstige ogen; bloederige, ultrakorte horrorscènes. En met informatieve, soms licht poëtische teksten. Opmerkelijk inderdaad, dat westerlingen eerst hun steden rondom begraafplaatsen bouwden, waar ze naar toe kwamen voor hun dodendansen, maar dat het later stil werd op het kerkhof en ze de doden naar de rand van de stad verplaatsten. Hoezeer we ook proberen de levenden en de doden te scheiden, de doden zullen ons achtervolgen: ‘Door tranen en dromen spreken zielen met de levenden.’
Alle beelden en teksten zijn door Furlan losjes aan elkaar geregen, de toeschouwer mag er zijn eigen verhaal mee maken. Daarvoor krijgt hij ruimschoots de tijd, want de soundscape van Stéphane Vecchione heeft een doorgaande pulse en stuwt weliswaar gestaag voort, maar het tempo van de voorstelling blijft consequent laag. Un Jour is een antidotum tegen het vergeten. Dankzij Furlan kunnen we een tijdje stilstaan bij alles wat voorbijgaat, maar in een andere vorm weer terugkomt: wolken en tranen worden regen, regen wordt nevel, nevel zal opstijgen en nieuwe wolken vormen.
En een mens verlaat zijn lichaam en leeft door als ziel. ‘Ik kom je weer opzoeken’, zingt een van de acteurs op hartverwarmende toon. ‘Ik zal in het donker op je wachten.’
foto: Laure Ceillier & Pierre Nydegger