‘Wij gaan naar Frankrijk en geven ons huis weg’ staat in de buurtkrant-oproep van Magda en Evert. Uit sociale motieven willen ze hun geliefde woning op de Nieuwendammerdijk – ooit gekraakt en daarna gekocht voor een euro – niet verkopen, maar verhuren aan een urgente woningzoekende. Uit alle hartverscheurende brieven selecteerden ze vier kandidaten uit Amsterdam-Noord. Om hen beter te leren kennen, heeft Magda een spel bedacht. Wie is het meest urgent en wie past het beste bij hun woning? Dit gegeven is de opzet van Uitgewoond, de nieuwe voorstelling van het theatergezelschap Parels voor de Zwijnen.

De producties van Parels voor de Zwijnen worden altijd gemaakt rondom prangende sociaal-maatschappelijke kwesties, en worden vaak opgevoerd in wat men vroeger zou noemen ‘volkswijken’, waarbij nadrukkelijk de samenwerking wordt gezocht met bewoners. Zo ook in Uitgewoond, waarin Magda’s spel – een soort levend ganzenbord – de vorm is waarin we de verhalen en situaties leren kennen van de vier deelnemende kandidaten die op zoek zijn naar een huis.

De verhalen worden niet verteld door acteurs, maar deels door ‘echte Amsterdammers’ die door verschillende omstandigheden klem zijn komen te zitten wat betreft woonruimte. Allemaal op hun eigen manier tonen hun getuigenissen de wrange werkelijkheid van de huidige wooncrisis. Marijke is een oudere weduwe die het koophuis waarin ze jarenlang samenwoonde met haar man niet meer kan betalen. Daarom huurt ze nu gedwongen een veel te duur appartement waardoor ze nauwelijks kan rondkomen van haar kleine pensioen.

Natasja slaapt, sinds ze wegging bij haar partner, in de noodopvang (en soms in haar auto). Haar kind kan ze alleen zien in het huis van haar ex. Mohammed, een wiskundige, belandde op straat (eigenlijk in een tent in het Vliegenbos in Amsterdam Noord) na de scheiding van zijn vrouw. En dan is er nog een mantelzorgende dochter Sien, gespeeld door actrice Lindsay Zwaan, die bij haar moeder inwoont. Wie heeft het meeste recht op het volledig opgeknapte huis op de Nieuwendammerdijk dat Magda en Berend ooit kraakten en later konden kopen voor een gulden? Wie wint het spel?

Magda en Evert, gespeeld door acteurs Nanette Edens en Evert van der Meulen, zijn onweerstaanbaar verschrikkelijk in hun rol van welvarende wereldverbeteraars. Hun gebrek aan zelfreflectie, de perversiteit van hun zelfbedachte spel, toont een karikaturale uitvergroting van een progressieve elite die, ondanks alle goede bedoelingen, iedere echte binding is verloren met de mensen waarvoor men het zegt te doen. Het spel van Edens en Van der Meulen is behoorlijk dik aangezet, maar Uitgewoond is een voorstelling die nadrukkelijk is bedoeld voor een breed publiek, dus er mag gelachen worden.

Bovendien besef je als toeschouwer doorlopend dat je zit te kijken naar een voorstelling waarin de twee professionele acteurs hun ongemakkelijke, naïeve monologen afsteken tegen ‘echte’ mensen die werkelijk in nood zitten. Die premisse zorgt bij de kijker automatisch voor echt ongemak, echte spanning en hier en daar ook voor oprechte ontwapening. Uitgewoond vervalt echter nergens in ‘armoede-porno’, een gevaar dat altijd op de loer ligt wanneer journalisten en kunstenaars aan de slag gaan met schrijnende verhalen van echt bestaande mensen. Daarvoor zijn de monologen te goed opgetekend en worden de rollen te sterk vertolkt, zowel door de professionele als door de niet-professionele spelers. Alle hulde dus voor regisseur Saskia Huybrechtse en de schrijvers Sebbe Poll en Marijn van der Jagt, maar ook voor alle spelers.

Alles bij elkaar is Uitgewoond een heerlijk toegankelijke, goed gespeelde, stilistisch fraai vormgegeven voorstelling met een hoog Ken Loach-gehalte (de Engelse regisseur die bekend staat om zijn sociaal geëngageerde films over Engelse arbeiders) – toneel zoals je zou wensen dat er in deze tijden meer zou worden gemaakt – en vooral ook meer zou worden bekeken. Door iedereen, maar vooral ook door mensen die niet zo vaak naar het theater komen omdat geld of sociaal-cultureel kapitaal minder vanzelfsprekend aanwezig zijn.

Foto’s: Marlise Steeman