Na een ernstig verkeersongeluk in Istanbul in 2007, waardoor zij een dwarslaesie opliep, werd actrice/schrijfster Funda Müjde overgebracht naar een ziekenhuis in Amsterdam. Daar deed haar behandelend arts, ‘dokter Kuttekop’, zowel medisch als sociaal zo’n beetje alles fout wat je maar kunt bedenken. Maar in tegenstelling tot wat logisch lijkt, wenst Müjde deze arts niet de hel toe, maar is zij haar dankbaar. Want om werkelijk weer in het leven te kunnen staan na zo’n ongeluk heb je volgens Müjde vooral tegenwerkers nodig. Tegenstand versterkt het doorzettingsvermogen, en daarom staat zij op het toneel, nou ja, zit zij op het toneel. Inmiddels met haar tweede solo: Funda stelt zich aan. (meer…)
Covid-protocollen gaan goed samen met het werk van Dries Verhoeven. Voor aanvang van U bevindt zich hier ontstaat er bij het inleveren van tassen, schoenen en telefoons vanzelf een ouderwetse wachtkameratmosfeer. Alleen de Story of Arts en Auto ontbreken.
Met niets omhanden, toegewezen plaatsen en een voortdurend appèl op het houden van afstand, wordt het wachten reëel, zichtbaar en tastbaar. Verholen blikken op elkaar en gesprekjes op gedempte toon verbinden het publiek in een semi-intieme, ongewisse onderneming.
U bevindt zich hier (2007) is meer dan tien jaar oud. Ook ik heb foto’s gezien en weet van de kamertjes en de spiegels. Een modulair labyrinth dat zich uitstrekt aan weerszijden van een gang die als een slakkenhuis in zichzelf krult. Het ziet er prachtig uit, maar geeft ook weinig weg over de ervaring die daarbinnen wordt gefabriceerd. Met een kamersleutel in de hand gaan de toeschouwers de installatie binnen. De geur van hout en synthetische vloerbedekking mixt met Aziatische televisiemuziek.
Een kamer met een bed, een kussentje, een lamp aan de muur en een speakertje aan het hoofdeinde. Liggend op bed verdubbelt de wereld zich in het plafond, dat geheel uit spiegel bestaat. De compositie met lichaam op bed, op zich al fascinerend, vermenigvuldigt zich na enige tijd, wanneer het plafond van de dertig kamertjes in een trage, maar gestage beweging losraakt. Even is er het gevoel van een inmens ruimteschip, dat zich loskoppelt in een oneindig zwart. Het patroon van de lichtjes en de kamertjes, de bedjes en de mensjes, het slakkenhuis, wordt een gigantisch zelfstandig gevaarte.
Ook de werkers in het hotel of huis – voor opvang of toerisme? – hebben hun kamerjes. Wat zij ondernemen is altijd zichtbaar of navoelbaar, al vergt het enige aandacht om je te oriënteren en de herkomst van geluid- en lichtsignalen direct of via de spiegels te lokaliseren. Oren en ogen volgen verschillende parcoursen en een deel van de voorstelling bestaat er uit die twee dingen bij elkaar te brengen.
Vragenlijstjes worden als liefdesbrieven onder de deur geschoven. Zal ik eerlijk antwoorden of iets geks invullen en meteen fictie gaan produceren? Ik besluit bloedeerlijk te zijn en mijn recente liefdesleven mee te nemen in de antwoorden op vragen als waar droomde je over vannacht, waar ging je vanochtend heen, wat heb je vanmiddag gegeten en heb je vandaag iets gedaan wat niet gepland was? De antwoorden komen terug met hier en daar een verzoek om specificatie. Een tweede lijstje vragen gaat over telefoon- en mailverkeer, herinnering en woorden die je graag hoort, activiteiten waar je bij zweet en het noemen van iemand die je graag ziet.
De lichte opwinding die een hotelkamer, althans bij mij, losmaakt als onbeschreven blad of vrijruimte, wordt door de vragen bezet met de realiteit van privé-gevoelens. Droom en werkelijkheid worden geïntroduceerd nog voor het dak zich losmaakt en we uitzicht krijgen op 29 andere kamertjes, via de speakertjes een vrouwenstem zich tot ons richt en we in het bijna donker onder begeleiding gaan slaapwandelen.
Aanvankelijk zijn er bezoekers die dwars door de muren heen met elkaar praten – ‘heb jij ook een spiegel in je plafond?’, ‘als ik me omdraai, val ik in slaap hoor’ – maar door het vraag-en-antwoord-spel op papier verstilt de boel. Het spectaculaire uitzicht is modulair. Herhaling en verschil nodigen uit tot het bestuderen van details, het gluren naar de buren via de spiegel. Hoe liggen andere mensen op hun bed, waar laten ze hun handen, wat doen ze met hun benen?
Het liggen verandert de waarneming. Ontspanning is moeilijk te vermijden. Op een zeker moment wil ik mij op mijn zij draaien en alleen nog maar luisteren, misschien zelfs wel in slaap vallen. Juist dan dempt het ligt en blijft alleen het middelpunt van het slakkenhuis nog enigsinds verlicht. Van een blik op onszelf in visuele vermenigvuldiging verschuift de aandacht naar een stem die via observaties de relatie schetst tussen imaginaire buren.
De stem van de vrouw – het duurt even voordat ik haar tussen de vele, nu nog verlichte kamertjes localiseer in het hart van de ‘plattegrond’ – beschrijft hoe iemand de bewegingen van een buur volgt, via de geluiden die doordringen uit dat andere leven, het huis aan de andere kant van de muur. Gissend, radend, speculerend en fantaserend schetst ze een liefdevolle blik op het dagelijkse bestaan van een vreemde en vraagt zich af of die ander haar ook hoort en misschien wel volgt.
Zoals dagdromen en nachtdromen verschillend zijn van aard, zo verwisselt de vrouw de romantiek van het delen van dagelijkse intieme en triviale gestes voor de absurditeit van de verhalen die de geest produceert in diepe slaap. Een lichte vorm van horror, appelleert wel aan de angst die het ongewisse onwillekeurig oproept, maar wordt nergens spectaculair of dramatisch. Het zachte timbre van de dagelijkse aanrakingen met woorden gaat door in de nacht. Alsof de installatie ook een kinderdroom werkelijk maakt, waar niet alleen spanning maar ook geborgenheid een belangrijke rol speelt.
De activeiten van de performers zijn na verloop van tijd minder goed navolgbaar, omdat alleen nog zaklampen de structuur in de spiegel nog enige reliëf geven. Ergens tussen hoor- en schouwspel, tussen slaap en waak, privé en publiek, thuis en uit, Nederland en een tropisch eiland, West-Europa en de Balkan, roept U bevindt zich hier op een prachtige manier in zijn toeschouwers een welbepaalde gevoelsruimte op die, door de zachtaardige benadering, verre van opdringerig is en uitgesproken intiem kan blijven, hoezeer die ruimte ook door manipulaties tot stand komt en ook een openbaar karakter houdt.
De echte anderen en de gefantaseerde aanwezigheden, de gesuggereerde handelingen en de echte bewegingen in het huis, van en naar de kamertjes, met korte bezoekjes en lichte verzoekingen, lijken zich allen in eenzelfde sluimerende staat te bevinden. De knappe, redelijk losse montage van verschillende materialen – van de gebouwde omgeving, via het spel met licht en geluid, verhalen en handelingen – brengt toeschouwers op de grens van wat kenbaar en aanraakbaar is aan een ander.
Die kwetsbare grens opzoeken met een stel vreemden is niet alleen aangenaam en ontspannend, maar heeft ook iets politieks in tijden van extreme politisering en globale geopolitiek, waar het rethorische gevecht met provocerende slagzinnen en obscene plaatjes om de clickbait en klantenbinding ieder eigen gevoel voor nieuwe of reële verhoudingen dreigt te overschaduwen. U bevindt zich hier is een indrukwekkend ritueel voor de 21ste eeuw, niet alleen ter bevordering van onthaasting en ontspanning, maar ook voor het terugbrengen van een open gevoel in de verhouding met anderen en onszelf.
Foto: Willem Popelier
Dag, tijdens het lezen van deze recensie viel me op dat er muziek wordt omschreven als ‘Aziatische televisiemuziek’. Het is een sfeerschets maar ik begrijp niet helemaal wat hiermee wordt bedoelt? De muziek uit de voorstelling waarnaar verwezen lijkt te worden is Bossanova (muziek afkomstig uit Brazilië).
Ik herkende de muziek van de soundtrack van de (geniale) Lynch-film ‘Lost Highway’ (Antonio Carlos Jobim). Braziliaans indeed.