De soberheid en efficiëntie van Solo, het nieuwe werk van Loïc Perela dat na de première bij Theater Rotterdam nog slechts drie keer te zien is in Nederland, spreekt boekdelen. Met zijn lichaam, stem en een zestal microfoons (ieder verbonden aan een loopstation) bouwt en bewandelt Perela een landschap van klanken en gestes. Heel voorzichtig, doorheen verschillende hoofdstukken, ontrafelt hij een intense crisissituatie. (meer…)
Het gulden midden lijkt de nieuwe maatschappelijke hotspot te worden. Steeds meer mensen wijzen de scherpe scheiding tussen man en vrouw af, weigeren te kiezen tussen links en rechts, oost en west, zwart en wit en zoeken een veilig compromis tussen denken en voelen. Lisa Verbelen gaat in de voorstelling TWO. is not a solo mee in die trend, maar maakt er – vooral door de muziek van Hendrik Lasure – toch iets spannends van.
Nadat een rookgordijn de uitersten tot één geheel heeft doen versmelten, komen Verbelen en Lasure op, gekleed in lang gewaad als de hogepriesters van de glitter en met een pluizige muts, een soort van uitvergrote Russische bontmuts, die het gehele gezicht bedekt. Tsja, alsof we nog even het geslacht van de artiesten niet mogen zien. Het mag ten slotte niets uitmaken, toch?
Na een hypnotiserende openings-chant/mantra, die steeds modulerend wordt uitgesproken/gezongen met de repeterende zin Minutes take minutes, steps take steps, dark take words, words take time, hebben ze de zaal eigenlijk al direct in de greep.
Op de lieflijke, bijna onschuldige technoklanken van Lasure, die steeds heftiger worden, begint Verbelen vervolgens aan een reeks van teksten, die er kort samengevat op neerkomen dat zij op zoek is naar het kompas waarop zij haar levensweg kan vervolgen. Nadenken en analyseren of gewoon de rode auto volgen die toevallig voor haar rijdt. Maar in ieder geval: niemand of niets negeren en open staan voor alles. Ze zegt hoe ze taoïstisch op weg is geholpen:
I read in a book
thinking is a form of feeling
and feeling is a form of thinking
I was so happy to know
there are not only two ends of the line
not only two ends of the road
that you can be both
that things can be found in between things
De Vlaamse Verbelen en Lasure hebben elkaar leren kennen bij de voorstelling Talkshow (2018) van regisseur Suze Milius waar ze beiden in mee speelden. Hun twee talenten bleken elkaar mooi aan te vullen. Verbelen, die al twee gewaardeerde, eigenzinnige muziektheatervoorstellingen op haar naam heeft staan (ONE. solo uit 2015 en ALL. solo uit 2019, zag in Lasure een mooie aanleiding om met TWO. is not a solo als duo op pad te gaan, een keuze die prima uitpakt.
Vanaf najaar 2019 ontwikkelde Verbelen materiaal in een aantal residenties, onder meer in Noord-Frankrijk, bij het Kaaitheater in Brussel en in Ballhaus Ost in Berlijn. Voor deze internationale residenties kreeg zij ondersteuning van Fast Forward, een ontwikkelingstraject van Fonds Podiumkunsten.
De Engelstalige teksten (ze kunnen ermee over de grens) dwarrelen alle kanten op, van onzekere liefdesrelaties tot zelfonderzoek (‘This woman is a boy’), van heldere statements (‘I like to brush my teeth, like it’s a workout’) tot open deuren (‘People meet people’) en platitudes die tot pseudo hogere wijsheden zijn gepromoveerd.
Soms krijg je het idee dat je door de muziek en woorden in een wazige LSD-trip terecht bent gekomen (‘I have found the Scottish Highlands in your breasts’), en dat levert het ene moment een aangenaam gevoel op, maar het is even later toch ook wel irritant verwarrend.
Waar de teksten je soms het bos insturen, houdt de muziek van jazzmuzikant Lasure je bij de les. Hij heeft het talent om de welbekende hiphop-ritmes een bijzondere variatie mee te geven. Het leidt aan het eind van de voorstelling tot een indrukwekkende mega-explosie, met als superverrassing de toevoeging van het iele geluid van twee blokfluiten. Verkoop dat maar eens aan je hiphop-collega’s. Geweldig. De soundtrack van de voorstelling is op cd uitgebracht. Die moet je lekker languit op de bank liggend met de ogen gesloten beluisteren. Dan hoef je niet naar de paddo-winkel.
Foto: Jan Rymenants