Het begint, hoe kan het anders, met de noodlotsklanken uit Beethovens Vijfde symfonie. Heftig, met fel aangezette accenten. Publicist Martin van Amerongen en cineast Philo Bregstein schreven gezamenlijk het historische drama Tussen licht en donker (2001) over het omstreden oorlogsverleden van een van Nederlandse grootste dirigenten, Willem Mengelberg (1871-1951). (meer…)
In Tussen tijd schijnt theatergroep coupdeboule een licht op onze beleving van tijd. In de eerste scène wordt de tijd resoluut de deur uitgedaan, zodat we in alle rust eens kunnen voelen hoe het is om zonder het voortschrijden van de klok te leven.
In de afgelopen twintig maanden zijn we allemaal op hardhandige wijze met onze ideeën over tijdsbeleving geconfronteerd. Van een maatschappij die altijd maar voortraasde kwamen we terecht in een periode van stilstand en vertraging, wat voor legio mensen de vraag opriep: kunnen we hier misschien ook iets van leren? Moeten we niet op een hele andere manier omgaan met hoe we onze tijd indelen? En kunnen we naar een maatschappij waar veel meer ruimte is voor rust en reflectie?
Nu de afgelopen maanden alles weer van start ging, lijkt er van die voornemens weinig terecht te komen, maar theatergezelschap coupdeboule dwingt ons in Tussen tijd nog even om terug te keren naar dat idee van stilstand. Aan het begin van de voorstelling wordt het concept ‘tijd’ door Katelijne Beukema en Eileen Graham letterlijk naar buiten gewerkt: het publiek moet ook al zijn tijd inleveren, en de grote berg die zo ontstaat wordt met vereende krachten van het toneel getild.
Voordien is het thema van de voorstelling al op geestige wijze geïntroduceerd: als om stipt 21:01 uur de deur van de zaal open gaat, stuurt een half geklede Graham ons weer weg omdat ze nog niet klaar is, terwijl Beukema ons aan de andere kant de zaal in propt: aanvangstijd is nu eenmaal aanvangstijd. De frictie tussen de twee makers vormt een rode lijn in Tussen tijd: veel van de scènes ontstaan vanuit een fundamenteel meningsverschil over het wat en hoe van de voorstelling.
Het constante gevoel van conflict en onderbreking levert een vlot gemonteerde reeks komische sketches op, waarin de makers op steeds andere wijze het concept van tijd te lijf gaan. Daar zitten enkele pareltjes tussen – als Beukema bijvoorbeeld verschillende familieleden representeert die ‘uit de tijd zijn gevallen’ wordt dat steeds tragischer naarmate het jongere generaties betreft – maar de scènes blijven ook te los van elkaar staan, en bieden eigenlijk zelden oorspronkelijke inzichten over tijdsbeleving.
Zo kabbelt Tussen tijd aangenaam voort. De focus op vermaak voor alle leeftijden die Beukema en Graham hanteren zorgt voor een licht verteerbare voorstelling, die op filosofisch niveau wel erg aan de oppervlakte blijft steken.
Foto: Anna van Kooij