Tegen de achtergrond hangt een reusachtig visnet. De spelers zijn gehuld in witte gewaden, de bekende Griekse tunieken. Ze zijn blootsvoets. Alain Pringels, voormalig dramaturg van Toneelgroep De Appel, was al regisseur in Vlaanderen voordat hij bij De Appel kwam. Nu, sinds De Appel is opgehouden eind 2016, wijdt hij zich opnieuw aan de regie, ditmaal van Trojaanse Vrouwen, een bewerking in samenwerking met Ludwig Dierinck gebaseerd op Troades van Seneca en Trojaanse Vrouwen van Euripides.
Het nieuwe gezelschap heet Compagnie Courage en is gevestigd in Gent. Het bestaat uit spelers, dansers en muzikanten van vele nationaliteiten. Pringels noemt zijn gezelschap ‘dat van de nieuwe wereld’. Want theater gebracht door een extreem multicultureel gezelschap bestaat in de Lage Landen niet of nauwelijks. Ons theater sluit in geen enkel opzicht aan bij de diversiteit van de samenleving: blank en elitair blijft helaas de maatstaf, en dat is volkomen onterecht, aldus Pringels.
De dramaturg en regisseur heeft hiermee een sterk punt. Het mooie is dat hij in deze klassieke tragedie het ideaal van de veelzijdigheid in taal en nationaliteit integer weet te realiseren. In artistiek opzicht is de voorstelling nog niet geheel ‘af’. Soms oogt het geheel als een Appel-voorstelling van het eerste uur met de acteurs aan weerszijden zittend op de grond of op eenvoudige omgekeerde emmertjes. Ook de kostumering herinnert aan het theater van de armoede van de Poolse regisseur Grotowski dat De Appel lange tijd propageerde. De muzikale begeleiding door drum en het snaarinstrument oed uit het Midden-Oosten roept ook herinneringen op aan het bekende, dus niet per se vernieuwende.
In Trojaanse vrouwen zijn de vrouwen gevangenen van de beroemde Griekse helden: ze hebben Troje vernietigd en zich de vrouwen toegeëigend. Wat kunnen de vrouwen doen? Wachten op de dood? Zich laten vernederen, slavinnen worden, bedgenoten van de moordenaars van hun man en kinderen? Ja, dat doen ze allemaal. En tegen die dood en vernedering komen ze in opstand. Dat levert enkele prachtige scènes op, zeker die waarin Hekabe, Kassandra en Andromache aan het woord zijn.
De spelers richten zich voornamelijk frontaal tot de zaal, waardoor het is of hun ongewisse lot in onze handen ligt. Er zitten humoristische terzijdes in, zoals wanneer een mobiele telefoon op de set overgaat en vage stemmen te horen zijn over de dood van Kassandra. Nee, gelukkig, het blijkt Kassandra niet te zijn, zij leeft nog, het is een ander. De stem komt onduidelijk over. Dat is een aangrijpend moment, zó zal het zijn in de vele tentenkampen voor vluchtelingen nu in deze tijd.
Deze voorstelling kent veel talen, waaronder Frans, Engels, Nederlands, Spaans. Mooi is de verwijzing naar Troje (Engels: Troy) in het Engelse werkwoord to destroy voor vernietigen. Een geweldige vondst is het om de beeldschone Helena, de vrouw om wie de Trojaanse Oorlog is begonnen, gespeeld wordt door Marijn Prakke, een zeer fors gebouwde acteur die niets van enige slankheid bezit, en die toch met zijn machtige lichaam de ranke gestalte van Helena weet uit te drukken. Dat is razend knap.
Eenvoudig is de voorstelling niet. De taalbarrières zijn lastig en wie dit theater rationeel wil doorgronden, bevindt zich in een moeilijk parket. Maar dat hindert niet echt: Pringels maakt van Trojaanse Vrouwen een ritueel, een zingzeggende offerande van taal en poëzie. Soms is de keuze niet altijd makkelijk te volgen. Aan het slot, in het deel Exodos, dansen drie vrouwen op het langzame deel uit een pianoconcert van Beethoven. De muziek is indringend en de dans is dat ook: de danseressen spreiden hun rechterarm in een merkwaardige knik uit, alsof ze zich verkrampt en angstig voortbewegen. Beethoven en een klassieke tragedie passen niet echt bij elkaar, dat roept een vraag op. Maar het resultaat is desalniettemin indrukwekkend, sterker: misschien was het voor de eenheid van de voorstelling goed geweest Beethovens muziek, of klassieke muziek in het algemeen, eerder te laten klinken. Net zoals de vele talen nu bijeenkomen, komen ook vele speelstijlen bijeen. De innerlijke samenhang is soms ondoorgrondelijk. Maar het nieuwe theater vereist ook een nieuwe manier van kijken en vooral: ondergaan van een andere theatertaal.
Foto: Ingrid Stals