Eigenlijk is de gijzeling in 1974 in de Franse ambassade in Den Haag nooit helemaal afgerond: ‘Armpie’ is nog altijd voortvluchtig, een van de drie Japanse gijzelnemers die Nederland vijf dagen lang de stuipen op het lijf joegen. Nooit gepakt, nooit berecht. Wat een akelig idee is dat. (meer…)
Twee meiden, fluoriserend en schaars gekleed, zijn helemaal klaar met de middelbare school en willen nu de wijde wereld partyend veroveren. Ze gaan niet zoals hun klasgenoten naar de voorgeprogrammeerde fun van Lloret of Salou, nee, ze gaan voor niet minder dan de total freedom. Alle remmen moeten los bij de Haagse locatietheatergroep Firma Mes, die speelt in het voormalige zwemparadijs Tropicana in Rotterdam.
‘We zijn bijna volwassen en weten nog steeds niet waar het fucking really om draait.’ Dus dat gaan de blonde spetter Jamie (Lindertje Mans) en de wat bedachtzamere donkere Femke (Roos Eijmers) eens rap uitvogelen. Ze liften met een kale middelbare man mee richting Leeuwarden. Hij vertegenwoordigt alles wat ze niet willen en worden de auto uitgezet als ze een joint opsteken. Zo komen ze terecht in Het land van Bartje, een filiaal van Landall Greenparks. Het zwembad is eigenlijk dicht, maar de coolste badmeester van heel Drenthe laat zich natuurlijk inpakken.
Na wat geplons stappen ze met Clint (Daan van Dijsseldonk) op de motor, molesteren ze een toevallige voorbijganger, en gaan ze een tankstation beroven omdat ze snoep willen. Hij heeft een pistool en zij mogen het gebruiken. Kijk, dat begint al op het echte leven te lijken. Marsman wilde een kleine honderd jaar geleden al ‘grootsch en meeslepend’ leven, en ook hij verzon het niet zelf. In die zin zijn de wensen van de uitbrekende pubers klassiek en traditioneel. Jamie en Femke noemen het niet grootsch en meeslepend; ze willen huge en real zijn. Hoe Engelser, hoe echter. ’Real’ klinkt far more real dan ‘echt’.
De jonge schrijfster en Metro-columniste Elfie Tromp (1985) ging uit van de Amerikaanse bikinimisdaadkomedie Spring breakers en vormde de thematiek daarvan om tot een licht lullige polderversie. Het is best vermakelijk om te volgen hoe de meiden met hun zilvertandige badman de schrik van Het land van Bartje worden. Geweld kennen haar heldinnen van tv-series en games (hoewel van dat gegeven weinig werk wordt gemaakt in het stuk), maar het hoort beslist bij het echte leven. Als dat er driedimensionaal en live wat anders uitziet, is dat even schrikken, maar ze hebben A gezegd en willen minstens door naar Z. Zelfs Femke, die rechten wil gaan studeren, laat zich meeslepen door de situatie en door het machogedrag van de badmeester. De fucking rules moeten hun freedom gewoon niet in de weg staan. Ook de spelregels van een zelfbenoemde alfareu niet.
Firma Mes probeert de film gelukkig niet na te volgen. Regisseur Thomas Schoots zorgt voor de stilering in beelden (het verlopen zwembad is een prima locatie), Tromp doet dat in woorden. Ze begint veelbelovend, met de opsomming van wat mensen allemaal doen in plaats van echt te leven, maar blijft te veel steken in het oppervlakkige Engels-Nederlandse taaltje van de meiden, waarmee ze hen minder intelligent maakt dan ze zijn. Wel weer grappig is dat ze Clint op zijn nummer zetten met hun middelbareschoolkennis. En dat er dan bloed vloeit, jammer. Had hij maar beter op moeten letten.