Een relatief simpel verhaal – de komst van een meisje veroorzaakt tweespalt tussen twee dikke vrienden – wordt door Ryan Djojokarso op een slimme manier vertaald naar schaamte en verdriet rond genderidentiteit en regelrechte vragen aan het publiek. (meer…)
Het duurt lang voor het publiek aan boord mag komen, pardon, de zaal in mag. Eerst moet het nog langs de ticketcontrole, stempels halen, langs de luizencontrole en gedesinfecteerd worden. Net zoals dat gebeurde met de passagiers van de Red Star Line, de boot die tussen 1873 en 1934 ruim twee miljoen mensen van Antwerpen naar Amerika bracht. Daardoor geïnspireerd gaan vijf dansers in Trekvogels (8+) op een theatrale bootreis.
Trekvogels is het debuut van het nieuwe collectief Vrije Voeten, bestaande uit negen voormalig dansers van het Internationaal Danstheater. Nu dat nog met minimale middelen bestaat, besloten de dansers samen verder te gaan als collectief. Choreograaf van deze productie is Mathilde van de Wiele, die al eerder korte stukken maakte voor het Internationaal Danstheater.
Eenmaal aan boord komt de boot wat langzaam op gang. De dansers onderzoeken of ze niets vergeten zijn, zwieren met hun koffer boven hun hoofd en gooien deze tot slot naar elkaar over om ze aan boord te brengen. Het is een vrolijk geheel: de ouderwetse koffers, de dansers gestoken in zwierende jurken en ouderwetse broeken en overhemden, die op de live uitgevoerde composities van Mathias van de Wiele hun vertrek in gereedheid brengen.
Helaas blijven daarin veel vragen onbeantwoord en onaangeraakt. Want waarom gaan de reizigers eigenlijk weg? Wat willen ze gaan doen in Amerika? Wie laten ze achter? Die thematiek wordt niet uitgediept, waardoor het stuk ook emotioneel gezien aan de oppervlakte blijft. De dansers stappen aan boord, trotseren stormen en kijken reikhalzend uit naar hun eindbestemming. Heftige gebeurtenissen in een mensenleven die emotioneel gezien niet verder worden uitgewerkt. Toppunt is wanneer één van de dansers overboord slaat en gered wordt. Twee muzikanten staan ernaast en slaan het geheel droog gade, zonder dat enige emotie zichtbaar is. Het maakt die serieuze aangelegenheid bijna lachwekkend.
Een eenduidige lijn of spanningsboog ontbreekt verder doordat in de losse sequenties geen voortdurende lijn of vraag zichtbaar is. De dans valt uiteen in fragmentarische scènes, zoals een eetdans, de magie van de goochelaar en de stormscène, die de avonturen van de dansers laten zien. Een van de mooiste momenten is de tafellakenscène, waarbij de dansers verbonden door opgerolde tafellakens over, onder en langs elkaar heen wervelen, tot ze verstrikt zijn in een web van lijnen, niet in staat om van elkaar los te komen op zo’n kleine oppervlakte op zee.
Die scène illustreert de theatrale stijl van Van de Wiele, waarin ze veel werkt met objecten en letterlijke uitbeelding van gebeurtenissen. Ze heeft daarbij profijt van de krachtige en technische ID-dansers, die deze choreografie echt eer aandoen.
Het is jammer dat de onderliggende dramaturgische lijn in de voorstelling slecht is uitgewerkt, waardoor je het kijkplezier vooral moet halen uit de afzonderlijke scènes en de prachtige dansers. Trekvogels vormt een mooie aanzet, maar mist nog urgentie en noodzaak.
Foto: Alain Honorez