Kerken krijgen kloppende muren tot de stenen uit de gevel knallen. Het Wilhelminaplein is rondom gehuld in snoepkleuren. Het verzorgingshuis is herschapen tot een jungle met allerlei verwachte en onverwachte dieren. De moskee met zijn rijk beschilderde muren en torentjes komt meer dan ooit uit duizend-en-een-nacht. (meer…)
Het lijkt een gewoon kamertje, met twee deuren en een stoel. Later volgt nog een tafel, bord, mok en servet. Maar alledaags gaat het er zeker niet aan toe in dit decor van de mystieke dansvoorstelling Transmute, gemaakt door Sandman, de groepsnaam achter het Brabants-Brusselse choreografietalent Sabine Molenaar (gesteund door DansBrabant). Eigenlijk vormen de beschilderde wanden al een stille voorbode van de surrealistische tableaus die zich een uur lang in dit vertrek zullen voltrekken: in mosgroen tekent zich het licht-doorlatend bladerdak af van een boomkruin.
Al snel wordt het lichaam van de mannelijke danser (Janosch Horn) door de drie vrouwen tegen een deurplint geplakt, zijn benen gevouwen in schier onmogelijke hoeken. Ook de vrouwen zelf (Marcia Liu, Lisa Bless en Josephine Terme) wringen zich lenig in vreemde bochten. Ze hellen achterover met golvende rug, vouwen hun benen complex achter hun nek of maken een kronkelkoprol over de grond, om direct weer elastisch terug te veren. Hun armen en handen fladderen telkens weg van het lichaam, alsof ze een eigen willetje hebben, en het lijf maar heeft te volgen.
Precies dat is kenmerkend voor de bijzondere bewegingstaal van Molenaar: schouders, enkels, heupen lijken eigenwijs in alle standen alle kanten op te kunnen. En te willen. Toch ziet het er nooit gekunsteld uit. Tot nu toe onderzocht Molenaar haar lichaamskunst in drie eigenzinnige solo’s That’s It (2013), Touch Me (2015) en Almost Alive (2017)) en drie korte dansfilms. Videobeelden vol vallende, snel verdwijnende dansers waren in november nog te zien tijdens het lichtfestival GLOW in Eindhoven. Bijna al haar werk heeft als thema: dromen, nachtmerries en metamorfoses.
Ook Transmute, Molenaars eerste groepswerk, lijkt een angstdroom op een onheilspellend geluidsdecor van Jochem Baelus, vol wegrollend ijzer en aanzwellende hamerslagen. Knap dat Molenaar haar fascinerende bewegingstaal ook op anderen weet over te brengen – zelf werd ze tijdens het repetitieproces nog moeder ook. En de manier waarop ze telkens weer verrassende wendingen aanbrengt in de feeërieke taferelen, belooft veel voor toekomstig werk.
In Transmute maakt de choreografe veelvuldig gebruik van lange, zorgvuldig getimede black-outs, om de scènes te laten verspringen. Het zou mooi zijn als Molenaar op den duur daar meer mee durft te spelen. Maar eigen is haar vervreemdend werk zeker. Het past in de sterke traditie van beeldend danstheater van bijvoorbeeld het Brusselse collectief Peeping Tom. Maar waar het choreografenduo Gabriela Carrizo en Franck Chartier energiek en expressief tekeer gaat, zoekt Molenaar het in mysterieuze verstilling. Als in een slaap-waak-toestand.
Foto: William van der Voort