‘Ik straal als ik mijn mannetje bedien.’  In Tradwives de musical zet muziektheatercollectief Club Satelliet de ‘traditional wives’ – vrouwen die bewust kiezen voor een leven in dienst van echtgenoot en aanrecht, wars van feminisme, carrière en alles wat woke zou zijn – op een satirisch voetstuk.

Het verhaal speelt zich af in Dollywood, een superconservatieve nepwereld die aanvankelijk als dé ultieme idylle wordt opgediend en volledig losgezongen is van welke progressieve realiteit dan ook. De man is daar ‘koning’, het huis is zijn kasteel en alles is duidelijk en voorspelbaar. Hier hoef je nooit te verlangen naar iets anders, zingen ze met vastgetimmerde glimlach: ‘Ik voel me elke dag compleet, want ik maak homemade lemonade.’

Een complimentje krijgen van hun echtgenoot is het hoogste goed. Als ze hun kinderen niet de borst of hun mannen een voetmassage geven, verzorgen ze de plantjes in hun voortuinen. Plantjes die, dat is al snel duidelijk, een vergelijkbaar lot beschoren zijn als de vrouwen zelf: mooi zijn, en liefst niet te veel groeien.

Maar dan wordt er een illuster document opgevist uit een plantenbak: een diploma, leert nader onderzoek: van een vrouw bovendien. En een arbeidsovereenkomst, stellen ze met de nodige dramatiek vast, alsof ze het Kwaad zelf in handen hebben. Weerzinwekkend, vindt de een (‘hebzucht is de lelijkste eigenzucht die een vrouw kan hebben’), maar een ander is geïntrigeerd: is er dan toch een wereld buiten Dollywood, met ideeën waar ze nog geen weet van heeft?

En dan gaat het ineens heel rap. Ze gaat studeren (‘genderstudies!’), wordt geïnfecteerd met andere wereldbeelden, verdiept zich in genderongelijkheid en zelfbeschikking (en verruilt zelfs haar rok voor een hippe korte broek!). Maar ook dat is uiteindelijk niet zaligmakend: de enorme druk van carrière, maakbaarheid en onderlinge competitie, trekt net zo goed een grote wissel op haar.  Zowel de tradwives als de geëmancipeerde, feministische carrièrevrouw gaan in deze voorstelling consequent aan zichzelf voorbij.

Performers Elaine Hakkaart, Judith Boesen en Sterre Verschoor zingen mierzoete, meerstemmige medleys en reflectieve, ingeleefde solo’s. Ze larderen dat hier en daar met expres suffige choreografietjes – vast als ze zitten in het stramien van hun traditionele levens. De grapdichtheid ligt behoorlijk hoog, en met hun lekker frontale spel zetten ze de karikatuur steevast vet aan.

Het tempo zit er in deze half uur durende minimusical flink in, maar dat heeft ook een keerzijde. De plot blijft daardoor te schematisch om echt boeiende inzichten los te weken, de satire daarbinnen te volhardend. Uitersten kunnen tegen elkaar worden afgezet om grijstinten bloot te leggen, waardoor je jezelf als toeschouwer ineens betrapt in beide tegenpolen wel te herkennen. In Tradwives de musical worden die contrasten weliswaar opgetuigd, maar het conflict wordt in de gehaaste slotscène ook te snel weer ingelost.

Daardoor blijft Tradwives de musical vooralsnog te veel een (weliswaar goed uitgevoerde en vermakelijke) gimmick. Het staat in de grondverf, nu is het tijd om reliëf aan te brengen. Ik ben benieuwd.

Foto’s: Annelies Verhelst