Het is even moeilijk om te begrijpen dat een kind van 10 doorheeft dat een meisje erop uittrekt om rampen te leren kennen. Greetje is geboren in een dorp met zeer sombere mensen en die hebben haar verteld dat rampzalige gebeurtenissen voor verandering kunnen zorgen. En verandering wil ze in haar droef dorp. Ze gaat op zoek naar rampen met in haar ogen gunstige gevolgen. Ze tast de horizon af en op haar filosofische zoektocht ontmoet ze rare wezens die eigenlijk toch niet vreemd zijn.
Het is een sprookje over een meisje en haar dorp, ‘een stil dorp, doodstil dorp, een dorp waar iedereen loopt met hangende schouders, gekrompen hoofden, broze botten en een zee diep vanbinnen. Een dorp vol droefenis.’ Zo starten een vrouw en een man het verhaal, in schemerlicht, tussen torens kartonnen dozen en voor een podiumpje met twee muzikanten.
Wat later halen ze uit een kartonnen doos maskers van triestigogende mensen en zetten die op hun hoofd en handen. Het zijn de dorpsbewoners. Uit een andere doos wordt een meisjespop gehaald, met een driehoekig jurkje, een hoofd op een houten stok, benen van latten, en met gele laarzen. Zij wil de oudjes van hun treurnis verlossen. Ze treuren omdat de zon is ondergegaan, ze vertellen haar over een man die weggegaan is en nooit meer teruggekomen is. Hij is van de aarde gevallen. Greetje wil ook weg.
Haar tocht wordt in gang gezet door en begeleid met liederen, met melodieuze klanken van gitaar en viool, klanken die af en toe elektrisch knerpen en krassen als het wat spannender zou moeten zijn. Alles baadt in een schemerdonkerte, maar echt sprookjesspannend wordt het niet. De expressieve poppenhoofden, het poppenmeisje en later de kop van een ijsbeer en een oude man stralen vooral een somberte uit. Eigenlijk mooi om te zien. Zoals ook een fladderend papieren kolibrietje en een dansend geraamte.
De manipulatie is sober, subtiel, de vertelstemmen hebben een triest timbre. De muziek is sfeervol. Zoals de vormgeving en het spel in een mysterieuze deemstering passen, zo ‘flou’ zijn echter het verhaal en vooral de dramaturgie. Er zijn spanningsmomenten die alleen verteld worden, maar niet verbeeld, andere momenten worden te langdradig uitgesponnen. Ik mis helderheid, ik mis een spanningsboog, ik mis de broodnodige strakke regie. Het geheel kabbelt te veel. Krachtige en stuwende golven zijn er wel in de muziek, maar rollen niet over het podium. ‘De zee blijft binnenin’ zoals Greetje eens zegt. Dat zinnetje sloeg op de gemoedstoestand van haar personage, maar kun je ook als metafoor zien voor de voorstelling in zijn geheel.
Dividu is een jong collectief met filosoof Pim Cornelussen, theatermaakster Salomé Mooij en Lotte Stek (vormgeving, kostuums, poppen). Ze hebben al elders aan projecten en bij andere gezelschappen meegewerkt. Voor deze productie hebben ze o.a. muzikant Renaud Ghilbert van Absynthe Minded gevraagd. Zij kregen voor de verwezenlijking van dit project de steun van een paar Vlaamse gezelschappen en productioneel van het samenwerkingsverband P2 tussen het cultuurcentrum Hasselt (B) en het Theater aan het Vrijthof (Maastricht).
Dividu stelt zich als doel een beeldend universum te creëren waarin ‘bricolage’, speelsheid en poëzie hand in hand gaan met grote onderwerpen. Zoals het zoeken naar betekenis van het leven. De aanzet daartoe zit wel in deze productie maar komt er nog niet echt goed uit.
Ik heb de première gezien, en dat is an sich al geen goed moment om te beoordelen. Iedereen zit vol spanning (ik verneem nadien dat het een moeilijk proces was), iedereen is vermoeid. Het is een eerste echte confrontatie met publiek, en vaak wordt dan pas duidelijk dat het af en toe kan stokken of wringen. Dat is hier ook het geval. Zo komt het einde nu over als een geforceerde deus-ex-machina. Greetje is de kartonnen berg opgeklommen, kijkt over de rand en valt uit elkaar. Ze kan zich weer in elkaar steken en zeilt dan terug naar het dorp als de zon opkomt. Mirakels zijn in sprookjes niet vreemd. Om een theaterproductie op de bühne te brengen heb je naast noeste en eerlijke arbeid ook wonderen nodig opdat alles mooi in de plooi zou vallen. Je voelt bij Dividu dat nog niet alles naar buiten is gekomen wat ze willen. Ik hoop, ik denk dat het Dividu in hun gedrevenheid gaat lukken.