Een enorme, roekoeënde duif waggelt de speelvloer op. Nour laat hem meteen een foto van haar vader zien. Maar nee, geen herkenning, alwéér niet. Maar ze laat de moed niet zakken: ze zál haar vader terugvinden. Desnoods geeft ze haar vertrouweling en djinn aan iemand die duidelijk een sjacheraar is.

Toen mijn vader de nacht in vloog is een poëtische, beeldende en surrealistische poppentheatervoorstelling van het Utrechtse gezelschap Studio Figur. De voorstelling opent met prachtig mysterieus schaduwspel, waarin het silhouet van een grote man zijn vleugels spreidt: Nours vader.

Dan schrikt Nour – een realistische, houten pop die vaak door zowel Pluck Venema als Wendy Kemp bespeeld wordt – wakker, en dringt de harde realiteit de voorstelling én Nours belevingswereld binnen: ze bevindt zich met haar moeder (Buket Soydar) in een tot azc omgebouwde gymzaal in Nederland, ver weg van waar haar vader ook mag zijn. Het enige dat ze van hem heeft, is een polaroidfoto.

Maar Nour laat zich door de realiteit niet afremmen, en ze stijgt op als de duif die ze in wezen is. Wat volgt is een fantasierijke reis terug naar haar geboorteland in het Midden-Oosten, waarbij ze vergezeld wordt door haar vaak lekker schelmse djinn (een klein poppetje dat regelmatig de eigen benen verliest). Ud-speler Nawras Altaky voorziet deze associatieve tocht ondertussen van prachtige live-muziek, die Nour soms kracht inboezemt of richting geeft.

Met een combinatie van poppenspel, muziek en live-cinema in gedetailleerde maquettes, roepen regisseur Noufri Bachdim en zijn spelers intrigerende, maar ook vaak behoorlijk ondoorgrondelijke beelden op. Soms neemt binnen de gehanteerde associatieve droomstructuur de willekeur wel erg de overhand, en ontbreekt het aan spanning op de toneelvloer. Uiteindelijk ontdekt Nour dat ze niet naar haar vader hoeft te zoeken, omdat haar vader altijd bij haar is: hij zit in haar hart. En als ze zingt, hoort ze hem vanzelf. Als ze naar de maan kijkt, ziet ze hem.

Dat is een ontroerende en waardevolle conclusie, al staat de weg daarnaartoe daar niet altijd van in dienst. En wat jammer ook dat de makers er op de valreep toch nog, als een ongeïnspireerde deus-ex-machina, een happy-end aan breien, en daarmee die prachtige en geruststellende gewaarwording die Nour én het publiek eerder verworven hadden, toch enigszins tenietdoen.

Overeind blijft dat Toen mijn vader de nacht in vloog op poëtische en liefdevolle wijze leven blaast in een heel actuele thematiek, en toont dat al die mensen in azc’s een verhaal en een verdriet met zich meedragen. Niemand droomt van een azc in Waddinxveen, maar we dromen wel van vaders die we achter ons hebben moeten laten. Dat kunnen we ons niet vaak genoeg realiseren.

Foto’s: Bart Grietens