Het is een vriendenclubje, de vier mannen van theatercollectief Illustere Figuren uit Leeuwarden. In hun voorstellingen mogen ze elkaar graag aanspreken met hun werkelijke namen en ze nemen regelmatig hun persoonlijke sores als uitgangspunt. De eerlijkheid die ze daarbij etaleren maakt dat hun werk een grote gunfactor heeft. (meer…)
‘Jongens waren we, maar aardige jongens.’ De beroemde openingszin uit Nescio’s novelle Titaantjes (1915) is niet de meest originele verwijzing om een theatervoorstelling over vervlogen idealen mee te beginnen. Maar goed, de gelijknamige jubileumvoorstelling van het Friese theatercollectief Illustere Figuren gaat over dezelfde desillusies van een groep vrienden, die hun grote verlangens om de wereld (en het theater) te verbeteren in tien jaar tijd hebben zien verdampen in een mix van hoogmoedige bravoure, burgerlijke gezapigheid en subsidie-afwijzingen van fondsen.
Vanwege die negatieve beoordelingen heeft het bestuur het collectief de wacht aangezet, zo introduceert performer Joeso Peters de heikele situatie na een optimistisch liedje op elektrische piano. Hij staat alleen op het provisorisch in elkaar geschroefde steigerpodium, bitterzoet citerend uit afwijzingsbrieven. Zijn kompanen Tim Verbeek, Zen Roorda en Raymond Muller zitten tijdens de première in de Utrechtse broedplaats van Het NUT wel in de zaal (met groepsshirt van Illustere Figuren) maar doen niet mee. Vanwege, inderdaad, die afwijzingen.
Even haalt Verbeek met een woest dansnummer op Iggy Pops Lust For Life hun vier verschillende temperamenten terug. Maar daarna staat hij er alleen voor en legt omstandig uit wat het verschil is tussen Titanen (oergoden) en Titaantjes (anarchistische dromers die hun idealen net zo rap verliezen als hun onschuld). Hij beschrijft hoe ze de theaterpodia wilden bestormen met ‘tijdloze maatschappelijke onderwerpen’ in een actueel jasje van ‘toneel, muziek, cabaret, illusie en performancekunst’.
Maar vanaf het moment dat Peters (met ongetraind lijf in onderbroek) gesloten vragen begint af te vuren op toeschouwers – over idealen en strijdvaardigheid – zakt Titaantjes als plumpudding in elkaar. De solo verslapt tot een bijna zielige, amechtige poging om bijval.
Het mag ironisch zijn bedoeld, hoe Peters met een simpel drumcomputertje in de hand smeekt om support voor deze voorstelling waarvan het voortbestaan van het theatercollectief afhangt, maar de inhoud die hij daarvoor te berde brengt (zoals over de behoefte-piramide van Maslow) is zo futiel dat je hem het liefst wilt verlossen uit al dit navelstaarderig gebeuzel. In eerdere voorstellingen als De weldoener en Outsorcing, of De Kunst Van Het Uitbesteden namen ze ook hun eigen sores op de hak, evenals het produceren van theater en de dreigende collaps van het collectief. Hun jongensachtige eerlijkheid leverde Illustere Figuren toen nog een grote gunfactor op.
Na tien jaar komen de Friezen daar niet meer mee weg. De gedachtespinsels over gesmoorde verwachtingen zijn nauwelijks grappig te noemen. Aangezien Peters tijdens Titaantjes toch veelvuldig advies vraagt over de toekomst, kan hij het krijgen ook: snel alle merchandise in de ramsj gooien tijdens deze sterfhuistour langs broedplaatsen. En verder vooral illustere vrienden blijven.
Foto: Froukje de Jong
Stel je voor dat er in een recensie een opmerking wordt gemaakt over het blote, ongetrainde lijf van een actrice.. dan zou dit opmerkingenveld (hopelijk) te klein te zijn.
Wat een onnodig harde bewoordingen worden er hier en daar in deze recensie gebezigd. Iets wat voorbij gaat aan oprechte kritiek en beschouwing. Ik geloof dat bepaalde terminologie (‘sterfhuistour’ bijvoorbeeld) onnodig is en denigrerend. Om nog maar te zwijgen over de bodyshaming! Zeer kwalijk en ongemanierd. Al met al doet het vermoeden dat het diner van deze mevrouw de betreffende avond uit een fles azijn bestond.
Roerend met J.de Boer eens. Storend, onnodig en zeker niet meer van deze tijd.
Vrij pijnlijk inderdaad.
Wat een ontzettend lelijke recensie dit. Allereerst mogen er wat vaker punten gebruikt worden, de eerste alinea is nauwelijks leesbaar. Ten tweede zou het de recensent sieren wat meer gevoel te ontwikkelen voor de kwetsbaarheid van makers. Dat je een voorstelling niet goed vindt, dat mag absoluut gedeeld worden onder het mom van vrijheid van meningsuiting. Maar om nou af te sluiten met zo’n gigantische trap na, dat vind ik echt treurig en alles behalve opbouwend of beschouwend. Slecht journalisme.
Ja, beetje jammer die opmerking van dat ongetrainde lichaam. Kan echt niet.
Ik denk dat die man zelf ook wel weet dat hij een ongetraind lichaam heeft, en als je daarmee op het podium gaat staan geef je een teken af waar wel degelijk iets over gezegd kan en mag worden. Theatermakers zijn – als het goed is – niet van suiker. Zo te lezen is dit op alle fronten een onappetijtelijke voorstelling en als je je een beetje verdiept in andere recensies van deze club is het blijkbaar nooit echt veel geweest. Inderdaad wel een verrassend harde toon van de altijd zo vriendelijke Embrechts. Dan zal het wel echt ruk zijn geweest, denk ik dan. Ik vind dit wel een verfrissende kritiek.
Ook wij zijn naar de voorstelling geweest en de recensie verbaasd ons niets. De voorstelling was een grote aanfluiting.
Verrassend te lezen hoeveel waarde-oordelen worden gekoppeld aan het bijvoeglijk naamwoord ‘ongetraind’. Het zegt iets over deze tijd. Iemand in boxershort die een half uur lang het publiek van dichtbij ondervraagt, weet dat naar hem wordt gekeken. Ik roep met deze beschrijving een beeld op van de voorstelling. Ik zie ook veel getrainde lijven op podia. Die zien er anders uit.
Vervolgens geef ik mijn kritiek, onderbouwd met argumenten. Inderdaad stevige kritiek, waarin andere toeschouwers zich herkennen, lees ik. Joeso Peters vroeg met klem advies over het kwakkelende voortbestaan van Illustere Figuren; ‘sterfhuistour’ valt in dat licht te lezen als variant op ‘sterfhuisconstructie’. Niet als trap na naar kwetsbare makers. Wie de voorstelling heeft gezien, zal het direct snappen.
Deze Embrechts mag zich ook wel eens afvragen hoe ze de toekomst ziet, mijn God wat een beroerde manier van kritiek geven, misselijkmakend.
Bijschaven is wat theater mensen graag doen, ondersteund met opbouwende kritieken en dan kom ik zeker weer kijken👊🏻
Een futiele poging is het ergste wat je een theatermaker kunt verwijten. Het kan je smaak niet zijn, de maker heeft er wel voor gekozen ziel en zaligheid in de voorstelling te stoppen. Of twijfelt de recensente daar ook aan?
Ik hoop dat de voorstelling nog speelt. Een slechte recensie van een in dit geval household name op recensie gebied, maakt mij altijd nieuwsgierig en doet mij vermoeden dat het wel iets bijzonders moet zijn. Er worden zo enorm veel positieve recensies geschreven over voorstellingen die uiteindelijk nogal tegenvallen.
Anette,
Over je reactie:
Iemand die de ambitie heeft om teksten te schrijven (voor welk medium dan ook) wil toch in staat zijn om te kunnen voorproeven hoe een bepaalde woordkeus door haar eigen leespubliek kan vallen in de context van een stuk dat hij/zij zelf geschreven heeft? Het is voor jouw eigen ontwikkeling als tekstschrijver niet zo nuttig om je af te vragen waarom het separate woord ‘ongetraind’ mogelijk bij mensen al ‘waardeoordeel-associaties’ oproept. Het zegt vrees ik niet, zoals jij zegt, iets over deze tijd, maar iets over jou als recensent.
Daarbij geef je aan dat je je kritiek met argumenten hebt onderbouwd, maar pas op dat je door je eigen bonte verzameling van bijvoeglijke naamwoorden argumenten niet met meningen gaat verwarren. Argumenten kan ik in je recensie eigenlijk niet teruglezen. Niet dat dat in een recensie per se hoeft hoor! Als jij mij als lezer niet laat steken bij ‘het ongetrainde’ lichaam, krijg ik vanzelf meer beeld bij de voorstelling en accepteer ik helemaal dat jij het niks vond.
Verder willen journalisten de doelgroep voor wie ze schrijven graag voor ogen houden. Een enkeling die de voorstelling gezien heeft, zal mogelijk reflectie willen zoeken in de kranten. De meeste van je lezers echter zijn mensen die overwegen naar de voorstelling te gaan of het zijn vakgenoten/betrokkenen die graag willen weten hoe een voorstelling is gevallen: Mensen die de voorstelling (nog) niet hebben gezien. Als je dan schrijft andere toeschouwers zich erin zullen herkennen en dat die ook direct zullen snappen wat je bedoelt, perk je je doelgroep behoorlijk in.
Ik denk niet dat je zoveel reacties krijg op dit stuk omdat je recensie ‘zuur’ is, maar vooral omdat de onderliggende kwaliteit van je stuk echt ontbreekt. Kijk naar je collega’s! Ook niet altijd even zoet, maar dit soort kritiek krijgen ze toch echt niet te verduren.
Wat een galbak-recensie van Annette Embrechts weer. Vooral het ontbreken van argumenten, anders dan varianten op ‘ik vind dit niet leuk’ begint wel errug op te vallen bij haar. Terwijl die juist zo broodnodig zijn bij het spuien van zoveel negativiteit.