De voorstelling is teruggebracht tot een pure vorm van muziektheater: twee zingende vertellers en een muzikant. Tikje uitgekleed, zou je ook kunnen zeggen. Maar goed, gezien de omstandigheden is het toch fijn dat het Volksoperahuis alsnog een bescheiden versie op de planken brengt van De tranen van Ang, een nieuwe muzikale vertelling over het historisch besef rond koloniale roofkunst, of beter: over het gemis daaraan. (meer…)
Met veel gevoel voor vorm bouwt de jonge theatermaker Benjamin Abel Meirhaeghe samen met actrices Kim Karssen en Laura de Geest de kleinste zaal van de Parade om tot operahuis. In een wervelende show vol rook en grotesken vat Tisch und hihi Tränen in slechts dertig minuten het begrip tragiek treffend samen.
Buiten het zaaltje worden we alvast aangesproken. Met wit geschminkte gezichten, hoofddoek, kleurige kleding en fluorescerend groene sneakers wagen Kim Karssen en Laura de Geest zich aan de rijmelarij. Het is alsof je in een middeleeuwse performance staat op de markt. Wonderlijk, hoe eigentijdse vrijetijdskleding toch die historische connotatie krijgt.
Eenmaal binnen zitten we opgepropt op een aantal banken in een kleine helverlichte witte huiskamer. Aan de wand staat een grenen vierkanten tafel met een rond gat. Dat ronde gat staat symbool voor alles dat Tisch und hihi Tränen wil vertellen, maar alles is misschien ook wel heel weinig; een gat, het niets; verlies, gemis – de dood, het onbekende. Alles waar het om draait in theater, film, opera en beeldende kunst. Dat wat we bezingen en bespelen, dat wat ons drijft om kunst te maken en te kijken.
Met veel grotesk spel, zowel klompen- als expressionistische dans vullen Karssen en De Geest het ‘gat der leegte’ energiek, terwijl Meirhaeghe van terloopse passant ontpopt tot een zingende diva en de tafel verrassend transformeert in een schavot. Meirhaeghe heeft een prachtige stem, we zagen dat van de zomer ook in Small Town Boy van ITA en Oostpool. Zijn in countertenor gezongen ‘Dido’s lament’ uit Purcells Dido and Aeneas is het ultieme hoogtepunt van Tisch und hihi Tränen.
Sinds zijn opleiding aan de Toneelacademie focust Meirhaeghe zich steeds meer op de opera. Vorige jaar creëerde hij voor de Parade het sobere My Protest, waarin hij het zingende middelpunt was. Ditmaal stelt hij zijn eigen aandeel in de voorstelling lang uit. Te lang misschien om echt een eenheid te creëren met het wervelende spel van Karssen en De Geest. Maar goed, Tisch und hihi Tränen is vast een aanloopje naar een groter project. Op De Parade mag je ‘oefenen’.
Alle ingrediënten zijn in elk geval aanwezig in deze functioneel uit het zaaltje knallende mini-opera, die zowel een gelaagde soundscape kent als een ingenieus spel met vormen. Rooklandschappen en figurentheater wisselen elkaar af. Vele genres passeren de revue, overdonderd veel. Daarmee is Tisch und hihi Tränen vooral een interessant vormonderzoek. Maar ondanks haar vele hoedanigheden, blijft ze overeind – de traan. Ons enige middel om het grote gat te vullen. Wat een slim gekozen conceptueel uitgangspunt.
Foto: Gordon Meuleman