Tot zijn eigen verbazing scoorde Jeffrey Spalburg de zomerhit van 2013 met Hengelo-o-o, inmiddels al goed voor bijna anderhalf miljoen hits op YouTube. Ook de remix Paramaribo-o-o deed het goed. Wat heet: vijf weken op de eerste plaats in de Surinaamse hitlijsten. Een ‘baas’ werd hij genoemd en alle landelijke dagbladen hadden opeens aandacht voor hem. […]
Een tropische Tukker die het belang van zijn eigen geschiedenis onderstreept. Met roots in Suriname en Twenthe. De geschiedenis van Jeffrey Spalburg begint bij zijn vader die Suriname verlaat, in Hengelo gaat studeren en daar zijn vrouw vindt. Maar ook wordt zijn geschiedenis belichaamd door zijn wandkast met vinyl platen, zijn muzikale bagage.
Zijn voorstelling Thuus is niet anders dan vakkundig te noemen. Ze kent een enorme vaart en hoge dichtheid aan grappen, typetjes en beschouwingen. Over het Nederland van nu, en over het Suriname en Twente van toen. Tussen neus en lippen door brengt hij veelvuldig samples uit de tienduizend liedjes van zijn muziekverzameling. Altijd begeleid door ritmische heupbewegingen. Niet alles is om hard bij te lachen, maar zijn imitaties van ‘Amsterdamse vluchtelingen in Almere’ (de echte Amsterdammers die erheen verhuisd zijn) zijn goud. De Caballero-zonder-filterrokende mannen en de vrouwen met hun naam in goud aan de halskettinkjes boven twee zongerijpte tomaatjes. Naast een hoge dichtheid van grappen en samples zorgt ook zijn doortimmerde verhaal dat je aandacht geen moment verslapt.
Gelukkig is er soms ook even rust. Wanneer hij vertelt over zijn vader die in Suriname als jongetje van acht ’s morgen om half zes opstaat om de eieren van zijn moeders (zijn vader was ‘weg’) kippen naar de markt te brengen en van de opbrengst eten te kopen voor het gezin. Tijdens die verhaaltjes zonder grappen of grollen, vallen zijn pleidooi voor geschiedenis en voor vaderschap samen. Het maakt niet uit waar je geboren bent, als je maar feeling houdt met je geboortegrond en als je er maar bent voor je kind.
‘Twente meets Suriname’ is de gezongen ode aan Hengelo, waarbij hij op een Caribische muziekdeun de ene helft van de zaal ‘HEN-GE-!’ laat zingen en de andere helft laat volgen met met ‘-LÔ-Ô-Ô!’ Hengelô-ô-ô is ook zijn voor de gelegenheid uitgebrachte ‘hitsingle’ of hoe dat nu ook mag heten, want ook hitsingles zijn geschiedenis.
Maar het verhaal gaat verder. En weer is er even verstilling wanneer hij vertelt over zijn eigen zoontje van anderhalf jaar dat hij meeneemt naar Suriname om het huis van opa te bezoeken. Zijn zoontje is geboren in Almere (de stad zonder geschiedenis) en zijn moeder is Dominicaanse. En zo gaat de geschiedenis door. Een toekomstige ‘hitsingle’ over Almere dient zich al aan.
(foto: Jean van Lingen)