De Bechdeltest (waarmee de representatie van vrouwen in fictie wordt gemeten) is niet het enige dat we aan schrijver/striptekenaar Alison Bechdel te danken hebben. Jeanine Tesori en Lisa Kron maakten een musical van haar autobiografische striproman Fun Home. In de uitvoering van OpusOne is het een sterk uitgevoerde, hoogwaardige productie op meerdere vlakken. (meer…)
‘En dan is er koffie.’ Met dat bekende zinnetje had Ine Ubben haar performance kunnen openen, want koffie drinkt niet alleen lekker weg, het kletst ook zo lekker bij. De voorstelling Thuis, home, domov begint al voordat de koffie geserveerd wordt, als Ubben zich tussen de wachtende mensen begeeft, zich voorstelt, een praatje maakt, dus al contact legt en ons vraagt een kopje uit te kiezen uit de vele kopjes, groot, klein, in allerlei vormen die op een tafel staan uitgestald.
Ine Ubben noemt zichzelf activist van het kleine en het kwetsbare. Ze is een performancekunstenaar die gefascineerd is door wat dingen ons kunnen vertellen. Na de Fontys Academie studeerde ze aan de Academy of Performing Arts in Praag. Haar masterproject maakte ze tot een avondvullende voorstelling. Met Thuis, home, domov brengt ze mensen samen en weet ze vernuftig én teder objecten, in casu honderd koffiekopjes, aan het woord te laten via de stemmen van het publiek en haar eigen coördinerende en stimulerende spel.
Deze solo is vanaf eind volgende week te zien op het Amsterdamse Fringe Festival. Eerder heeft Ubben op het Boze Wolffestival, een festival met veel figurentheater en theater der dingen, in het Belgische Aarschot de prijs voor aanstormend talent gewonnen. Daarmee kan ze een productie creëren die in de lente van 2024 in première zal gaan.
Bij het binnenkomen in de ruimte laten we ons kopje vullen met koffie (of decaf, of thee) en zoeken we een kussen (een stoel kan gelukkig ook!) aan de rand van de grote cirkel die gevormd wordt door nog meer kopjes en mokken. Met een vijftigtal mensen vormen we een kring. Ubben heeft haar plekje in die ring, vertelt over Praag, haar thuis tijdens haar opleidingsjaren aldaar, over koffiehuisjes, koffievreugde en koffiedrinkers.
Ze vult ondertussen een Bialetti-apparaat met koffie en water, en zet het op een vuurtje. Wat kan koffie toch lekker ruiken. Ze stelt vragen, over ontmoetingen bij koffie, en ze haalt koffiegerelateerde herinneringen op. Wie wil, antwoordt, sommige mensen vertellen over ontmoetingen op verre reizen, andere houden het dichter bij huis, al dan niet in een koffiehuis. Een koffieklets, zo lijkt het, een uurtje even ontspannen bij de koffie, even op verhaal komen, even weg van de buitenwereld met oorlog, energiecrisis, dreigende klimaatinstorting, ratraces en huiselijke beslommeringen. Even bijkletsen.
Maar een babbel die als freewheelen start, wordt toch handig en zacht gestuurd door de performer naar een spel met de kopjes zelf. Ze schikt kopjes, wijst op bijzondere mokken, ze schuift ermee, verplaatst ze en laat ze door de toeschouwers doorgeven. Ze groepeert kopjes, opnieuw en opnieuw, laat zich helpen. Ze weet een bijzondere, gemoedelijke spanning op te bouwen door haar directe contact met het publiek via de blik in haar ogen en door het schuiven met de kopjes tot geometrische patronen.
Ze speelt met het licht, met water, met klanken, met ritme. Het publiek neemt dat ritme over, fris en verrassend. In de voorstelling krijg je een ware metrische choreografie van kopjes, als het ware zwevend in de lucht. Kopjes zijn niet meer vanzelfsprekende gebruiksvoorwerpen, het zijn objecten die bewegen, iets te zeggen hebben, herinneringen in zich dragen, gevoelens en persoonlijke verhalen kunnen oproepen, die zoals tijdens dit koffie-uurtje een kleine gemeenschap kunnen verbinden.
In een interview zei Ine Ubben: ‘Je kunt voorwerpen beladen met betekenis, uit je verleden, uit je omgeving, je kunt voorwerpen nieuwe betekenissen geven.’ Dat is wat er hier gebeurt, in een setting die spontaan aandoet, maar ook strak gestructureerd is. Dat is heel knap. Voor de kracht van koffie en voor die structuur vond Ubben inspiratie in het kaderverhaal van Voordat de koffie koud wordt (2015) van Toshikazu Kwaguchi. Dat gaat over een koffiehuisje in Tokio dat de koffiedrinker de unieke ervaring biedt om terug in de tijd te reizen, maar de gasten moeten wel naar het heden terugkeren voordat hun kopje koffie koud geworden is. Binnen dat kader worden dan in de roman vier verhalen verteld over relaties en liefde.
Ine Ubben creëert een kader van koffiekopjes in een cirkel, op een rij, laat mensen aan het woord, steeds anders, even divers als de kopjes zelf. Dat alles ontwikkelt zich binnen een theaterframe waarin de kopjes hun aura terugkrijgen en als het ware hun eigen stem uitdragen.
Kopjes in al hun vormen en soorten, hoe banaal utilistisch ook, krijgen iets unieks, hebben poëzie in zich, die naar boven komt, die de fantasie van de deelnemers prikkelt, die voor even een warme plek creëert, en die ons anders laat kijken. In alle eenvoud en puurheid is het een performance die je blij maakt.
Foto: Hans Stockmans