Ze danst, maar haar lichaam is moe. Wanneer danseres Bianca Casaburi in de lege kantoorruimte van het Rotterdamse Time Window haar armen en vingers strekt, lukt het haar niet om die armen de zeggingskracht te geven die je zou verwachten (meer…)
Stel: iemand heeft lactose-intolerantie en staat op het punt een glas melk leeg te drinken. Je krijgt vijf euro als je hem dat laat doen. Als je het hem belet door ‘stop’ te zeggen, kun je naar je geld fluiten. Wat doe je?
De eerste vrijwilliger uit het publiek bij de voorstelling This work about the orange van de Italiaanse theatermaker Marco Chevenier vindt het zielig en zegt ‘stop’. De tweede ook, hoewel het bedrag ondertussen verhoogd is naar tien euro. De derde twijfelt lang, het bedrag is weer verdubbeld en het glas staat al aan de lippen van de danser, maar ook nu klinkt uiteindelijk ‘stop’.
Let wel: dat de proefpersoon in kwestie niet tegen lactose kan nemen we aan op gezag van een mechanische stem die door de tent klinkt. Een stem als die van de TomTom, met klemtonen vaak net iets verkeerd. Zijn we nu zo goedgelovig of nemen we voor zo’n relatief bescheiden bedrag liever niet het risico iemand darmklachten te bezorgen? Wat zou er gebeurd zijn als het om een bedrag met drie nullen ging?
Het experiment met de melk is er een van de velen die er plaatsvinden in deze interactieve voorstelling. Het publiek heeft doorlopend zeggenschap over de voortgang van de scènes. Die zijn de hele tijd tamelijk onschuldig, vergelijkbaar met de zojuist beschreven scène. Een dansduet mag onderbroken worden mits er een goede reden wordt opgegeven (’te traag’, beloning: tien euro), of iedereen moet met de rug naar het podium gaan staan en maar hopen dat er geen geweldige scène gemist wordt. Degenen die hun nieuwsgierigheid niet kunnen bedwingen (en dat zijn er velen) zien een bord waarop staat ‘je hebt tien euro verloren’.
Zo is elke scène gekoppeld aan de eventuele geldzucht van de toeschouwer. Omdat die zich niet echt uit de tent laat lokken, kabbelt de voorstelling een beetje door. Het blijkt veel leuker om te gooien met de spullen die in het voor aanvang uitgereikte zakje zitten (sinaasappels, propjes, snoepjes) zodat er al gauw een wat melige, schoolreisjessfeer ontstaat.
Toch wordt het gaandeweg heftiger. Zo extreem als het experiment van Milgram (waarbij proefpersonen op bevel bereid bleken steeds sterkere stroomstoten toe te dienen) wordt het niet, verre van zelfs, maar aan het eind is de danseres wel geboeid en gekneveld en mogen toeschouwers sinaasappels uitpersen in haar ogen. Een enkeling doet dat ook, maar niet voordat haar partner het eerst voorgedaan heeft. Liever kiest iedereen voor het onschuldiger alternatief en werpen we met zelf gefabriceerde papieren pijltjes. Waarvan de kunst van het maken overigens behoorlijk verloren is gegaan, blijkt uit de talloze misbaksels die door de Ophelia Tent zeilen.
Chenevier wil met zijn theaterexperiment ongetwijfeld iets duidelijk maken over het als makke lammetjes volgen van leiders of over het feit dat we bereid zijn tot extreme handelingen als daar een geldbedrag tegenover staat. Dat komt volstrekt niet uit de verf. Wel dat je op een onschuldige manier snel wat geld kan verdienen.
Twee vriendinnen hebben dat goed begrepen. De TomTom-stem legt uit wat de volgende uitdaging is: vrijwilliger 1 kleedt zich uit tot op het ondergoed en neemt plaats in een boot van plastic. Vrijwilliger 2 moet iets met hem of haar doen, gebruik makend van de op het toneel aanwezige attributen. De opdracht heeft nog niet geklonken of de twee meisjes trekken een sprintje naar voren. De een kleedt zich uit (keurig afgeschermd door een badlaken) en neemt plaats, de tweede giet een glas melk over haar hoofd.
Van de zo makkelijk verdiende vijftig euro hebben de dames ongetwijfeld nog een fijne avond op het festivalterrein gehad.
Foto: Claudio Di Paolo