Op de slotdag van het What You See festival in Utrecht maakte het programma gul ruimte voor sensualiteit en zachte nabijheid. In de kleine zaal van Theater Kikker trakteerden choreograaf/danseres Ewa Dziarnowska en danseres Leah Marojewic op de drie uur durende dansperformance This resting, patience, een viering van sensueel plezier.

En nu niet afhaken bij de gedachte aan drie uur dansperformance, want drie uur is niet veel om via al je zintuigen door te laten dringen wat sensualiteit in dans kan inhouden. Bovendien mag je in en uit lopen wanneer je wil bij deze performance, die afgelopen januari in première ging tijdens Tanztage Festival in Berlijn, de huidige thuisstad van Dziarnowska.

De tribune is weggehaald uit de kleine zaal van Kikker. Op de vloer ligt een blauw tapijt. Rondom, tegen de wanden, staan stoelen. En net iets uit het midden van de zaal staat Leah Marojewić in een doorschijnende blauwe jurk blootsvoets te dansen op het Burt Bacharach-nummer What the world needs now (1965) in een uitvoering van Dionne Warwick. Ze danst zoals je danst als je alleen in de kamer bent, af en toe een paar woorden mee ademend, met de voeten op de maat stappend, de armen sierlijk de melodie vangend en de blik gericht op niks in het bijzonder. Want het lichaam wil bewegen.

Als iedereen binnen is, voegt Dziarnowska zich bij Marojewic, in spijkerbroek en flodderig truitje, op gympen. Op een paar meter afstand van elkaar dansen ze samen op het nummer dat telkens opnieuw begint, soms in een iets andere versie, of ver weg klinkend alsof je buiten de concertzaal staat en toch meedanst op de gedempte geluid dat naar buiten sijpelt. Ieder danst op haar eigen manier, ze dagen elkaar woordeloos uit om de intensiteit van hun armzwaaien gelijk te trekken. Hun dans is de uiting van fysiek plezier zonder gedachte aan vorm, functie, of ontwikkeling.

En dan is het voorbij. Er klinkt een diep grommen en brommen. Dziarnoswska rolt en sleept traag en vloeiend over de vloer, heel dicht voor de voeten van de bezoekers, terwijl Marojewić de stoelen in rustig tempo anders opstelt; twee rijen tegenover elkaar, drie schuin op de vloer naast elkaar, een halve cirkel.

Dat is het moment dat de ruimte ook voor de bezoekers een speeltuin wordt. De eerste handvol verplaatst zich, er druppelen nog nieuwkomers binnen en ook zij zoeken een plek op een stoel of op de vloer. De beide danseressen steken intussen een been onder een stoel, rollen dicht langs iemand in kleermakerszit, kijken je aan terwijl ze op handen en voeten langs je glippen. De frequentie van de soundscape nestelt zich in mijn hoofd, precies daar waar ik ook de slaap voel opkomen als ik ’s avonds ga liggen. Even is het vechten tegen die impuls.

Gelukkig wordt de drone doorsneden door een eurodance-hit uit de nineties waarop de twee uitgelaten een synchroon dansje doen. En zo wisselt het werk nog een paar keer tussen contact maken met elkaar en contact maken met de bezoekers. Ik zie Marojewić haar blonde haar even langs dat van een vrouw strijken, twee bezoekers gaan erbij liggen, een meisje trekt haar schoenen uit.

De hele performance is erop gericht om in het lichaam van de kijker eenzelfde losse, associatieve en open energie op te roepen als die de twee performers uitademen. Niet alleen in dans en door de danserslichamen wordt de sensualiteit gevierd, losgekoppeld van de belofte van seks aan de ene kant en de angst voor onveiligheid aan de andere. Ook in de interactie tussen danser en kijker is er een gul en open plezier in elkaars aanwezigheid. Vele lichamen resoneren mee, de volle drie uur lang, en komen verkwikt naar buiten. Precies what the world needs now.

Foto: Spyros Rennt