In haar nieuwe programma toont Introdans een aantal werken rond de muziek van Johannes Sebastian Bach. Bestaande en bewerkte choreografieën sieren de avond. Speciaal voor dit programma ontwikkelde choreograaf Manuelle Vignoulle het wat illustratieve Anima. Moet je de muziek van Bach wel dramatiseren? (meer…)
Pianist Jan-Willem Rozenboom noemt zijn optreden Theatercollege Bach. Hiermee distantieert hij zich nadrukkelijk van een neutraler woord als ‘concert’. Ook heeft hij een vaste en veelzijdige regisseur, Xander Straat die bekendheid geniet als regisseur van opera, muziektheater en regies van onder meer het Arnhemse gezelschap Keesen&Co. Toch zullen veel bezoekers zijn programma niet echt als een ’theatercollege’ ondergaan. Daarvoor is het te weinig en vooral te weinig theatraal.
Rozenboom (1974) is vaste pianist en componist voor zanger Guus Meeuwis. Samen schreven ze hits als ‘Toen ik je zag’, ‘Brabant’ en ‘Tranen gelachen’. Ondertussen wijdde hij zich elf jaar lang aan Bachs meesterwerk de Goldbergvariaties, BWV 988. Die legendarische muziek, waarvan de roep gaat dat het voor de slapeloze graaf Goldberg is geschreven, is tot grote bekendheid gebracht door de al even legendarische componist Glenn Gould die de variaties twee keer opnam, in 1955 en 1982. Rozenboom opent zijn optreden met een herinnering aan vroeger, toen de radio op de keukentafel stond. Daar hoorde hij als vijftienjarige ongelooflijk mooie muziek, die hij niet kende. Het was Gould met de variaties. Het was anders dan de Franse suites en heel anders dan Das wohltemperierte Klavier.
Ongeveer een half uur geeft Rozenboom een introductie op de Goldbergvariaties. Een fluwelen gordijn dient als achtergrond, Rozenboom is nogal casual gekleed met overhemd en spijkerbroek. In elk geval niet als een concertpianist. Hij ontmythologiseert meteen het gerucht rondom het pianostuk uit 1741: niet de Russische graaf heette Goldberg, maar de eerste uitvoerder ervan, clavecinist Johann Gottlieb Goldberg. Vervolgens neemt hij de bezoeker mee op een boeiende en caleidoscopische tocht door de variaties. Hij speelt het tedere thema van de aria en vertelt dat niet de rechterhand, die de melodielijn speelt, maar de linkerhand, de baskant, de inspiratie aandraagt voor de dertig variaties. Als liefhebber van de variaties (die Bach zelf trouwens ‘veranderingen’ noemt) schiet de uitleg tekort. Als ik Wikipedea erop nasla. staat toch duidelijk vermeld dat de veranderingen gebaseerd zijn op ‘zowel de melodie in de hoge ligging als de harmonische opbouw in de begeleiding in de middenligging die beide (steunen) op de ”dragende” baspartij’. Ook als je goed luistert naar de variaties, dan ontkom je er niet aan de melodielijnen van de rechterhand te herkennen. Ook verzuimt Rozenboom te vertellen dat de lieflijke aria een sarabande is.
Maar dit is geen muziekrecensie, dit is een theaterverslag. Hoewel Rozenboom aanstekelijk vertelt over de wetenswaardigheden van de variaties was het toch interessant geweest meer theater te geven. Het beeld van de titelpagina (waarop de naam Goldberg in het geheel niet voorkomt) van de eerste editie had makkelijk getoond kunnen worden. Ook eerdere uitvoeringen op klavecimbel zou je willen horen. Of een gefilmd portret van Gould zien: hoe hij speelt, waaruit zijn genialiteit bestaat.
Van het stuk bestaat geen handschrift, wel werd in 1974 een exemplaar van de eerste uitgave gevonden waarop aantekeningen en correcties in Bachs handschrift zijn aangebracht. Dát is pas echt interessant. Daar wil je meer van weten, zoals ik vaak dacht: ‘Daar wil ik meer van weten’. Wel is weer bijzonder dat het van Bach naar het lied ‘Brabant’ (gecomponeerd door Rozenboom) maar een kleine stap is en dat een hedendaags jazzpianist als Oscar Peterson ook in Bach zijn inspiratie vond.
Na de introductie speelt Rozenboom de Goldbergvariaties achter elkaar, 80 minuten lang, en dat is bijzonder sensationeel. Hij is cum laude afgestudeerd aan het Brabants Conservatorium en voltooide in 2003 de masteropleiding aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Wat hij presteert aan intieme virtuositeit en toewijding tijdens het spel is prachtig. Maar ‘Theatercollege’ is een te hoog gegrepen woord.
Bovendien, de Goldbergvariaties dienden al eens tot een echte voorstelling, namelijk Glenn Gould (2008) door het Nationale Toneel in de schitterende regie van Franz Marijnen. Acteur Stefan de Walle maakte een meesterlijk theatraal portret van Gould en liet zijn worsteling zien met de complexe pianomuziek, waartoe de variaties behoren. Nog steeds is dit het summum van een voorstelling waarin theater en muziek volwaardig en in volmaakte balans samenkomen. Rozenboom is een begaafd pianist, het theater mag echter meer aandacht krijgen als zijn concert vaart onder de vlag van Theatercollege.