Het is de vrouwen tegen de mannen in Zarah Bracht’s I’d rather die. En dan vooral de gedragingen van vrouwen ten opzichte van het idee van mannen: stilzwijgende, patriarchale zich-niets-van-vrouwen-aantrekkende-en-hoog-boven-hen-uittorende-mannen. De rake performance toont de subtiele pijn van het vrouw-zijn en biedt humor, heling en troost. (meer…)
In The Waves, de eerste productie die Khadija El Kharraz Alami maakt met haar stichting K.E..K.A., creëert ze een vrije ruimte waarin naar hartelust met de brontekst van Virginia Woolf kan worden geëxperimenteerd. Het gevoel van speelsheid en vrijheid werkt ontwapenend.
In slow-motion loopt Lois Brochez door de straten van Den Haag, met haar publiek in haar kielzog. Haar kostuum lijkt op een astronautenpak, maar eerder eentje die rechtstreeks uit een science-fiction-film uit de zestiger jaren komt dan the real thing. Op een bord dat ze bij zich draagt staat te lezen dat we naar Matha Mwamba kijken, ‘de eerste Afronaut op Mars’ – een verwijzing naar het ruimtevaartproject van de Zambiaanse wetenschapsdocent Edward Mukusa Nkoloso, die Mwamba en elf andere studenten in de jaren zestig opleidde om naar de Maan en naar andere planeten te reizen. Op een voice-over horen we een korte tekst van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar Sethembile Msezane, die het belang van alternatieve geschiedenissen onderstreept.
Vanwege de tijd die Brochez en de vier andere performers (die ieder op een andere plek in de stad vertrekken, met een ander deel van het publiek) nemen om op hun plaats van bestemming te komen, wordt er in The Waves meteen een sfeer geïnstalleerd van andere mogelijk- en werkelijkheden. Fictie en werkelijkheid smelten samen: het ruimtevaartprogramma van Nkoloso heeft echt bestaan, maar kwam uiteindelijk nooit van de grond. De gestileerde bewegingen van Brochez en het prikkelende, houtje-touwtje-kostuumontwerp van Rachid Laachir nodigen het publiek uit om voor even verschillende werkelijkheden naast elkaar te laten bestaan.
Dat blijkt ook voor de rest van de voorstelling een goede houding te zijn. Eenmaal in de zaal van Theater Aan Het Spui aangekomen verspreidt het publiek zich over de vloer, en worden de spelers een voor een door regisseur/performer Khadija El Kharraz Alami gewassen, als een soort reinigingsritueel. Vervolgens bewegen de spelers zich door de ruimte, soms individueel en soms collectief, soms ingetogen en soms uitgelaten, terwijl ze fragmenten uit de titelroman van Virginia Woolf voordragen.
Die roman staat bekend als de meest experimentele uit Woolfs oeuvre, een verzameling van verschillende stemmen en perspectieven die op onnavolgbare wijze door elkaar lopen. Het idee van de dunne scheidslijn tussen een individueel en collectief bewustzijn lijkt voor El Kharraz Alami een belangrijk aanknopingspunt te zijn geweest. Vanwege de aard van de voorstelling, die het midden houdt tussen een ritueel, een happening en een speeltuin voor de performers, rijst er in de zaal een sterk gevoel van bevrijding en collectiviteit. Tussen de spelers zelf, maar ook met het publiek, dat door de performers stukjes fruit krijgt toegeworpen, wordt toegefluisterd en op talloze andere manieren tot onderdeel van de voorstelling wordt gemaakt.
Het is bij een dergelijk beroep op bevrijding en gelijkwaardigheid interessant dat er op de vloer toch een bepaalde hiërarchie bestaat. El Kharraz Alami zelf heeft duidelijk een andere positie dan Brochez, Merel Severs, Isabelle Houdtzagers en Musia Mwankumi: terwijl zij zich volledig aan hun id overgeven houdt de regisseur/performer het overzicht en corrigeert ze excessen met zachte hand. Ook in haar tekstbehandeling is ze beheerster dan haar tegenspelers.
Het beeld van een soort matriarchale familie wordt gespiegeld in de tekst, waarin het personage dat in The Waves Percival heet de naam ‘Mothers’ heeft meegekregen. De andere personages spreken op liefdevolle toon over haar, maar moeten haar uiteindelijk loslaten. Het narratief van ontvoogding dat zo ontstaat geeft de voorstelling nog een interessante extra laag mee, over een haat-liefdeverhouding met rolmodellen.
In die zin kun je de manier waarop El Kharraz Alami en haar medeperformers met de tekst van Woolf omgaan simultaan als een ode en een kritische afrekening lezen: sommige stukken worden oprecht voorgedragen, andere met nauwelijks verhulde spot, soms worden ze gebracht als een intiem geheim en soms als een woeste tirade – of als het toppunt van sensualiteit.
The Waves laat zich daarmee nog het beste lezen als intersectioneel-feministische hoogmis, met de roman van Woolf als religieus dogma dat wordt geherevalueerd en van steeds nieuwe betekenissen wordt voorzien. De bevrijdende speelsheid waarmee dat gebeurt is een statement op zich: door zich niet op een enkele lezing te laten vastpinnen maakt The Waves ruimte voor parallelle waarheden die op liefdevolle wijze met elkaar in dialoog gaan.
Foto: Nathan Ishar