De zwarte Britse maker van Find your eyes, Benji Reid (57 jaar), is een veelzijdig kunstenaar. Hij heeft zijn sporen verdiend in de hiphop-dans, theater maken en fotografie. Al deze disciplines en ervaringen brengt hij tezamen in het uitdrukken van zijn beleving en perspectief als zwarte man. (meer…)
Bestaat er een tastzin voor de stukken van William Shakespeare? Welke geuren snuiven we op als we naar hem luisteren? Wat horen we eigenlijk? Gaan die teksten wel over de thema’s die tussen neus, lippen, oren en buik ter sprake komen?
Ze hebben de mooiste voorwerpen uit hun schatkamers meegenomen, de toneelspelers van Maatschappij Discordia. Drie Chinese kamerschermen. Een hond zonder oren. Volgende keer wellicht dat geliefkoosde rijpaard zonder hoofd. Of die geblinddoekte beer. En de doos met oude spulletjes waar je, aldus toneelspeler Lamers, ‘zo ongeveer álles mee kan maken’. Er ligt een kaal plankier als speelvloer. Na een aarzelend begin, dat als vanzelf over aarzelend beginnen lijkt te gaan, ontwikkelt zich een impressionistische tweespraak over betekenissen in Shakespeare-scènes. En het begint meteen te broeien op dat kale plankier. Wat is ook alweer de kwaliteit die de Zwaan van Avon boven zichzelf en boven zijn tijd doet uitstijgen? Ja, dat is het vermogen om stamelend te twijfelen aan ongeveer alles en daar flink de tijd voor te nemen. De verklanking van precies die twijfel maakt dat je in het hier en nu van deze voorstelling als toeschouwer een wereld binnen wordt gezogen waarin niets meer betekent wat het ’t vorige moment nog leek te betekenen.
De voorstelling The very faculties of eyes and ears is gedacht (of be-dacht) vanuit die ene alleenspraak van Hamlet in de slotscène van de tweede acte. De monoloog waarin de Deense prins hardop de vraag stelt: met welk gedoe is de toneelspeler bezig als hij toneel speelt? En tot wat voor groots zal hij in staat zijn als hij net zo alleen en bedrukt is als ik, Hamlet? (Als ik, de toeschouwer?) Vanaf het moment dat die vraag opdwarrelt als toneelstof on a bare stage wordt ze meteen weer brutaal verveegd door Annet Kouwenhoven, verworpen of omarmd door Jan Joris Lamers. Ze zijn deze avond (bijna) met hun tweeën. Tegen het eind belanden ze aan de rand van een hoge klif. Waar de gekke de blinde leidt. Waar de blinde doet of-ie gek is. En waar de gek als een blinde toneel speelt alsof haar leven ervan afhangt. Na twee uur luister je anders naar regels die je ooit meende te (her)kennen. Ook nu je ze, op deze wonderschone, unieke en onherhaalbare toneelavond, eindelijk horen kan alsof je ze voor het eerst hoort.
(foto: Bert Nienhuis)