Hoewel ze weinig opvallen in de superdiverse stad, huist de grootste gemeenschap van Belgisch-Amerikanen in Detroit. In de multimediale documentairevoorstelling Land vertellen de Vlaamse makers van The Space Between het verhaal van deze ontheemde groep migranten. (meer…)
‘Ready for take-off?’ In het gezellige festivalhartje van YoungGangsters maakt driehonderd man zich op voor een ‘waanzinnig, intergalactisch avontuur’ naar Planeet B, oftewel The Promised Land. Want als leven op de aarde niet meer houdbaar blijkt, koloniseren we toch gewoon een andere planeet?
Wim en Giovanni (Marius Mensink en Rutger Remkes) zijn de twee goedbedoelende pioniers die ons zijn voorgegaan naar Planeet B, om een oppompsysteem voor de voedingsrijke nectar uit de grond te stampen en de stemming bij de bewoners aldaar te verkennen. In een hilarische flashback zien we hoe ze kennismaken met deze tentakelrijke bevolking (noem ze géén aliens, dat kan tegenwoordig echt niet meer), die in tegenstelling tot de mensheid totaal niet uit is op oorlog. ‘Samen’, is hun credo.
Nou, laat het maar aan de mens over om zelfs de meest vredelievende wezens uit het zonnestelsel toch tot oorlog aan te zetten. Als het publiek met twee gezagsvoerders (Daphne Masé en Victor Bottenbley) aankomt en blijkt dat het oppompsysteem verre van functioneert en Wim en Giovanni in de ban lijken van de verslavende nectar, heerst er sterk het gevoel dat er even orde op zaken moet worden gesteld. Dus doet de mens wat-ie in de geschiedenis al vaker deed: grond en grondstoffen toe-eigenen en onderling verdelen, de lokale bevolking onderdrukken door oneigenlijke contracten af te sluiten, de nieuwe planeet zo snel mogelijk uitputten.
Toneelschrijver Jibbe Willems kwam weer met een prachtig zelfverzonnen net-niet-Nederlands voor de bevolking van deze planeet. Hij schreef een rijgdraad vol komische verwikkelingen waarin de acteurs zich van haastverkleding naar haastverkleding (kostuums: Eva Krammer en Elian Smits) snellen en met onstuimig spel de toeschouwers om hun vinger winden. Dat verhult niet dat de voorstelling, in regie van Annechien de Vocht, inhoudelijk wel erg aan de dunne kant is: de motieven van de karikaturale personages zijn voortdurend kraakhelder, en hun omslagen komen regelmatig volslagen uit de lucht vallen en zijn dan behoorlijk radicaal.
Het is een gevoel waar ik wel vaker mee achterblijf bij werk van YoungGangsters: achter een rijk boeket aan houtjetouwtje-special-effecten, strakke vechtchoreografieën en lekker onsubtiel spel, zitten vaak al te dunne, eenduidige satires verscholen. Waar de vorm in het vroege werk, zoals in de eersteling The New Rambo Generation (2013), een stevige impuls aan de inhoud gaf (de voorstelling ging over geweldsverheerlijking en oorlogscommercie), drijft recenter werk, als DisasterLicious (2018) en The Poverty Peepshow (2021), veel op een te breed uitgemeten gimmick. Het engagement zit er onmiskenbaar bij YoungGangsters, maar lijkt nu vaak vanwege het handelsmerk (YG = spectaculair, toegankelijk spektakeltoneel met bloed en rookmachines) te weinig ruimte in de uiteindelijke voorstelling te krijgen.
The Promised Land is geen voorstelling die je erg aan het denken zet. Wel een vermakelijke en kolderieke festivalvoorstelling waar menig Oerolganger met plezier aan terug zal denken.
Foto: Bart Grietens
When the shit hits the fan was de eerste echte Young Gangsters. Gemaakt bij het Huis van Bourgondië, te zien op Oerol 2012.