‘Ready for take-off?’ In het gezellige festivalhartje van YoungGangsters maakt driehonderd man zich op voor een ‘waanzinnig, intergalactisch avontuur’ naar Planeet B, oftewel The Promised Land. Want als leven op de aarde niet meer houdbaar blijkt, koloniseren we toch gewoon een andere planeet? (meer…)
Het redelijk welvarende Nederland kampt met een armoedeprobleem. Het aantal daklozen is de afgelopen tien jaar verdubbeld, de kloof tussen de armste en rijkste Nederlanders is groter dan gedacht en nog altijd worden er amusementsprogramma’s gemaakt over mensen in de armoede. YoungGangsters maakt met de satirische voorstelling The Poverty Peepshow een sterke aanklacht tegen de manier waarop wij met de minstbedeelden van de samenleving omgaan.
‘Jullie zijn straks getuige van een live uithuiszettings-experience‘, vertelt de enthousiaste projectleider Monica (Linda Lugtenborg) ons bij binnenkomst. Barend van Eggermond heeft te veel schulden, kan aan geen enkele schikking voldoen en zodoende is zijn huis in beslag genomen. Door middel van deze ‘experience’ kan het publiek een uithuiszetting van dichtbij meemaken en dankzij de interactieve opzet kunnen wij ook Barend een klein handje helpen, bijvoorbeeld door zijn inboedel over te kopen, zodat hij er in ieder geval nog een zakcentje aan overhoudt.
Regisseur Annechien de Vocht en toneelschrijver Michael Bijnens trekken met The Poverty Peepshow de armoedeporno van televisieprogramma’s als Uitstel van executie en Een dubbeltje op zijn kant tot het extreme door. Bij binnenkomst zien we animatronics van daklozen, mogen we ons vergapen aan de erbarmelijke omstandigheden waarin de armsten in Nederland leven om uiteindelijk letterlijk Barends voordeur in te beuken en met applaus ontvangen te worden. Het is een sterke vondst van De Vocht om het publiek van meet af aan al te laten interacteren met de attractie: we zijn gretig medeplichtig aan het leed dat we dit deel van de samenleving aandoen, enkel omdat ons verteld werd dat het oké was om te doen.
Eenmaal gezeten in de smerige, aftandse woonkamer van Barend komen de verschillende objecten in zijn huis voor onze neus tot leven. Het portret van een rijke, zestiende-eeuwse koopman (Lugtenborg), de hoorntelefoon (een hilarisch panische Rutger Remkes), de computer (Susannah Elmecky) en zelfs Spider-Man (Barry Emond) vertellen ons over de geschiedenis van Barend en de omstandigheden die hem in deze situatie hebben gebracht. Zijn relatie die verbroken werd, medische kosten die ineens niet meer vergoed werden – alles om aan te geven dat Barend niks verkeerd gedaan heeft en een slachtoffer is. Maar is dat wel zo? Het portret wijst hen erop dat Barend wel een Playstation gekocht heeft met geld waar hij de huur van moest betalen. En dan nog, waarom zouden wij moeten opdraaien voor het maatschappelijk falen van iemand anders?
Het is het neoliberale narratief dat we al decennia horen: als je maar hard genoeg werkt, dan kom je er wel. Pull yourself up by your bootstraps. ‘De Nederlandse belofte.’ Een narratief dat de schuld bij het individu legt wanneer die in de problemen raakt en hen vervolgens verantwoordelijk houdt om daar weer uit te komen. We hebben toch zat sociale voorzieningen? De WW? De Wajong?
In de fictie van de The Poverty Peepshow wordt dit narratief bevestigd: de objecten zijn naïef, wuiven Barends persoonlijke verantwoordelijkheid weg en houden hem juist tegen om uit zijn situatie te breken. We lachen om de hysterie van de Telefoon, die na maanden onaangeraakt te zijn vooral vreest op de schroothoop te belanden. De Computer die veel te openlijk vertelt over de relatie die Barend onderhoudt met een online sekswerker en Spider-Man die maar niet onder woorden krijgt hoe hij Barend nu precies helpt, worden objecten van spot: escapisme is een no-no in deze wereld. Je moet en zal een verantwoord leven leiden. Oh wee als je een verzetje zoekt.
Het open, overdreven spel van de vier acteurs maakt deze satirische wereld, ondanks de treurnis die van alle armoede afstraalt, toch verleidelijk om aan deel te nemen. Dit culmineert in de inboedelverkoop, waarbij Barends spullen ter plekke aan het publiek geveild worden, met het excuus dat we hem hiermee helpen omdat hij de opbrengst zal ontvangen.
Deze climax blijkt bijzonder schrijnend. We hebben in het voorafgaande uur gezien en gehoord hoe akelig het is om in Barends positie te zitten, dat je geen gok-, game- of seksverslaving hoeft te hebben om in de schuldsanering terecht te komen, dat het een diep ongelukkig bestaan is en dat je daar puur door pech in terecht kan komen. En toch stort het publiek zich vol enthousiasme op de veiling. De bank? Tweehonderd euro! Een vaas? Acht euro! Barends olvaritbordje van toen hij kind was? Twee euro! Pas wanneer iemand uit het publiek gevraagd wordt een niet verkocht kopje uit het raam te gooien, horen we de eerste weerstand: zij zegt dit toch ‘geen prettige experience’ te hebben gevonden. De Vocht legt zo op pijnlijke wijze bloot hoe makkelijk we onze empathie uitschakelen als leed onder de noemer van amusement en vertier aan ons gepresenteerd wordt, zolang we (letterlijk) onze afstand ertoe kunnen bewaren.
In het slotdeel laat YoungGangsters het satirische masker vallen en vertelt acteur Barry Emond in een sterke, vormingstheaterachtige monoloog over de dagelijkse realiteit van iemand die onbedoeld in de schulden is terechtgekomen. Emond legt bloot hoe het schuldensysteem in Nederland niet is ingericht om mensen uit de schulden te helpen, maar om met wreedheid mensen te intimideren om daar nooit in terecht te komen. Waarom zou je immers mensen helpen met problemen waar jij niet verantwoordelijk voor bent? Dat we daarmee die mensen letterlijk traumatiseren, ach, dat moet dan maar.
Deze systeemkritiek is zo vlak na de inboedelveiling even slikken, maar blijft toch wat onbevredigend en aan de oppervlakte. Een aspect wat in deze kritiek mist is het feit dat dit systeem ontworpen is door neoliberale politici die alles afschuiven op ‘eigen verantwoordelijkheid’ om zo hun handen er van af te kunnen trekken. De persoonlijke invalshoek waar Bijnens voor kiest is een sterk einde en herinnert ons eraan dat het stuk voor stuk individuen zijn die het slachtoffer worden van dit systeem, maar laat de verantwoordelijkheid die de politiek heeft om dit tegen te gaan en te verbeteren onbenoemd.
The Poverty Peepshow is een ongegeneerde, keiharde en hilarische satire over de wijze waarop wij als maatschappij de armste Nederlanders uitbuiten, over een systeem dat niet ontworpen is om mensen te helpen maar om hen bang te maken. Zolang grote incidenten als het toeslagenschandaal niet adequaat opgelost worden en de kloof tussen arm en rijk groeit, blijft The Poverty Peepshow een pijnlijk actuele experience die iedere politicus zou moeten ondergaan.
Foto: Bart Grietens