‘The Family’ door Theater Utrecht, wat een geslaagd project is het geworden! ****
Het roze schaap van de familie, dat is de geuzennaam die de zes spelers uit The Pink Sheep of the Family aan zichzelf hebben gegeven. In deze voorstelling van het Queer Theater Festival vertellen ze wat hun coming outs als transgender personen heeft betekend voor hun familiebanden en hoe het de deur opende voor een geheel nieuwe familie: een gekozen familie van roze schapen uit het heden en zelfs het verleden.
De kracht van gekozen familie is een thema dat regisseur Corinne Heyrman en dramaturg Selm Wenselaers mooi in deze voorstelling verweven hebben. Het eerste deel leest als een theatrale coming out, waarin de spelers achter sluiers staan en elkaars ervaringen en geschiedenissen delen (‘Een van ons is/heeft…’). Uiteindelijk maken ze elkaar zichtbaar voor de toeschouwers en ontstaat er genoeg vertrouwen om van ‘ons’ over te gaan op ‘ik’.
Ook in het middenstuk, waarin de spelers een voor een aan het woord komen, blijft de groep een vangnet. Ditmaal spelen ze de ouders, grootouders, broers en zussen, flirts en rolmodellen die we in zes persoonlijke verhalen tegenkomen, en die dikwijls aan het einde een familiefoto met ze nemen.
In een brief gericht aan haar ouders herinnert Corine van Dun zich een gesprek met haar moeder, die in haar laatste jaren vergeetachtig werd maar toch de transitie van haar dochter bleef onthouden. De grootouders van Tristan Kwaks konden wennen aan een nieuwe naam voor hun kleinzoon, maar vonden de naam Kees toch een betere optie. En toen de familie van Haryete Zenhorst haar als tiener ontdekte met een jurk, boden ze haar aan om een eigen jurk te gaan kopen. De vader van Yaёl Delaet reedt hem niet zo lang geleden dwars door het land voor afspraken bij de genderpoli.
Op het podium staan verschillende generaties met verhalen die dateren uit het heden tot aan het begin van de twintigste eeuw, en die bijna allemaal gekenmerkt worden door een mengeling van onzekerheid en vreugde. Kwaks vertelt over de nervositeit en euforie die hij voelde op weg naar zijn eerste afspraak met een gender-psychiater, terwijl Zenhorst zich de vreugde herinnerde van haar eerste fietstocht in een jurk. Odin van Diepen vertelt hoe bevrijdend het was toen hen na zeventien jaar voor het eerst kon daten, maar ook hoe moeilijk het is om te daten met jongens die veronderstellen dat hen zich als cisgender vrouw identificeert. De donkere kanten worden niet uit de weg gegaan, maar tegelijkertijd is er veel ruimte voor optimisme.
Het is misschien verleidelijk om een gekozen familie als tegenhanger te zien voor een afwijzende biologische familie, maar de verhalen in The Pink Sheep of the Family suggereren een genuanceerder beeld: een waarin zowel biologische als gekozen familiebanden essentieel zijn. Ongeacht het tijdperk van de anekdotes zijn er familieleden en iconen die ondersteuning bieden.
Historicus Alex Bakker gaat nog verder de tijd in en vertelt over de jeugd van een Duitse trans man in de Weimarrepubliek. Zijn baken van hoop was de beroemde seksuoloog Magnus Hirschfeld, wiens Institut für Sexualwissenschaft baanbrekend onderzoek verrichtte naar seksualiteit en genderidentiteit. Door de biografie van deze persoon te reconstrueren krijgt Bakker een rolmodel waar hij en anderen zich aan kunnen spiegelen en tegelijkertijd redt hij hem uit de vergetelheid. Naast de gekozen familie van vijf andere spelers op de vloer wordt er zo ook een soort gekozen stamboom gemaakt.
The Pink Sheep of the Family gaat uiteindelijk over de wortels waardoor de verschillende generaties transgender personen die hier op het podium staan zich gesterkt voelen. Enerzijds zijn dat de banden die ze met hun biologische familie hebben en anderzijds lijkt er in deze repetitieperiode een hechte gekozen familie te zijn ontstaan.
Tussen de generaties in deze familie zijn er verschillende perspectieven. Het idee van het ‘geboren worden in een verkeerd lichaam’ sluit niet helemaal meer aan bij de notie van genderfluïditeit van een nieuwe generatie. Bakker pleit ervoor om de verwoordingen van voorgaande generaties niet weg te gooien en te streven naar een ‘lasagne’ waar oude en nieuwe termen als lagen op elkaar kunnen liggen. Die dialoog tussen jonger en ouder en het verkennen van de verschillende opvattingen in de groep, daar zou ik nog veel langer naar hebben kunnen luisteren. Maar wellicht is dat iets voor een volgende editie van het Queer Theater Festival.
Repetitiefoto: Jostijn Ligtvoet Fotografie