Laguna Beach is een opmerkelijk debuut voor de mannen van Frankie. Pas afgestudeerd en in hun vroege twintig, lijkt het aanvankelijk of dat Simon en Vincent Lynen, Jef Staut, Timo Fannoy en Brecht Hayen nog erg vroeg en onbezonnen in het vak staan en er niet op uit zijn het publiek enigszins te imponeren. Maar gaandeweg blijkt niets minder waar. Het komende uur is een tour de force van muziekstijlen live ter plekke gespeeld met een wel heel bijzondere verbeeldingswereld. (meer…)
Het mag geen verbazing wekken dat Jonas Vermeulen en Boris Van Severen na hun sterk overgewaardeerde debuut The great downhill journey of little Tommy weinig tot niets aan de succesformule hebben veranderd. Jammer is het wel: The only way is UP wordt zo andermaal een muzikaal virtuoze exercitie in oppervlakkigheid.
Noem het een guilty torture: een voorstelling, film of boek waarover de hele wereld enthousiast lijkt te zijn maar waar jij niets aan vindt. Het overkwam mij bij The great downhill journey of little Tommy, een muziektheatervoorstelling-als-conceptalbum van acteurs Jonas Vermeulen en Boris Van Severen. Aan de muzikaliteit lag het niet: behendig smeedden de makers allerhande muziekgenres aan elkaar tot een vloeiend geheel. Inhoudelijk had het werk echter niets meer te bieden dan een aaneenschakeling van clichés in steenkolenengels, met het flinterdunne verhaaltje slechts als excuus om gekke typetjes te kunnen spelen.
Hun nieuwe werk The only way is UP is van hetzelfde laken een pak. De makers verruilden hun rockband voor twee dj-tafels en brengen daarmee een nieuwe sound ten tonele, die ze tot in de puntjes beheersen. Muzikaal valt er daarmee veel te genieten in de voorstelling, maar wederom ontbreekt de inhoudelijke noodzaak ten enenmale. Van Severen en Vermeulen volgen vier personages van de basisschool tot de oude dag (of het graf), maar weten er niets beters op te vinden dan het oplepelen van cliché na cliché, gevangen in stereotype spel en teksten die zo plat zijn als een dubbeltje. Als in de eerste de slechtste musical zingen de personages hun zielenroerselen het publiek in, in monologen die geen enkele ruimte laten voor psychologische diepgang of eigen interpretatie.
Hoewel de teksten goed verstaanbaar zijn, wordt alles boventiteld. Deze extra nadruk op de tekst kunnen de dialogen niet aan: het miserabele Engels van de makers staat vol spel- en taalfouten. Het vergt een uitstekende beheersing van een taal om deze op literair interessante wijze in rijmschema’s te persen, maar het ontbreekt de makers aan die vaardigheid (iets dat nog onderstreept wordt door het sterke Belgische accent in het Engels van Vermeulen).
Wat nog erger is voor een voorstelling die toch de pretentie van rock-‘n-roll heeft, is dat het verhaal ten dienste staat van een volstrekt burgerlijke moraal. Zonder het einde van de voorstelling te willen verklappen onderstreept het lot van ieder personage dat gezinsvorming, berusting en tevredenheid de sleutel tot geluk zijn. Het meest tandenknarsende voorbeeld is het enige vrouwelijke personage, dat eerst astronaut wil worden maar uiteindelijk geluk vindt in het moederschap. Het is bijna knap dat de makers erin geslaagd zijn om de eerste bourgeois rockopera te produceren.
Het enige lichtpuntje in beide voorstellingen van Van Severen en Vermeulen is hun vaste samenwerking met illustrator Sarah Yu Zeebroek, de dochter van Kamagurka. Voor The great downhill journey of little Tommy maakte zij live tekeningen tijdens de voorstelling, die door de absurdistische, cartooneske stijl het verhaal veel meer tot leven brachten dan de teksten. In The only way is UP steelt ze opnieuw de show: haar stijlvolle tekeningen zijn dit keer in een enorme neoninstallatie verwerkt, die daarmee de psychedelische albumcovers van de beste rockplaten uit de zestiger en zeventiger jaren in herinnering brengen. De manier waarop de lichtkunst en muziek samengaan is regelmatig beeldschoon en doet verlangen naar een geheel tekstloze samenwerking van Van Severen, Vermeulen en Zeebroek.
Dat hebben we met The only way is UP echter niet gekregen. Als de makers het in de slotscène nodig achten om nog een groot aantal fragmenten van hun matige teksten opnieuw te laten klinken lijkt het alsof het niet pretentieuzer kan, maar als kers op de taart verwijzen ze in de laatste zin nog even expliciet naar The dark side of the moon van Pink Floyd. De vergelijking zou om te lachen zijn, als ze niet om te janken was.
Foto: Thomas Dhanens
Wat vond het CAMPO-publiek van The Only Way Is Up? Een deprimerende boel of een funky rockconcert? Welke levenswijsheid leerden ze van Boris Van Severen en Jonas Vermeulen? En vooral: zijn ze zelf ook ooit astronaut willen worden? De Zendelingen vroeg het in De Biechtstoel #63.