Het was niet de vraag óf Romana Vrede, actrice bij onder meer het Onafhankelijk Toneel en Maas, een voorstelling zou maken over haar autistische zoon, maar wanneer. Ze gaat al dertien jaar met hem om en ziet hem inmiddels als een ontregelende kunstenaar. Is dat moederliefde of een overlevingsstrategie? Allebei, waarschijnlijk. (meer…)
Voor de internationale tak van het programma van de Dansdagen 2023 heeft men zich weten te verzekeren van het (eenmalige) optreden van het Hessisches Staatsballet (I’m afraid to forget your smile) en het Nationaltheater Mannheim (The little man) dat speciaal voor deze gelegenheid acte de présence gaf. Waar The little man een abstracte filosofische overpeinzing in dansvorm is, is het thema van I’m afraid to forget your smile gebaseerd op een traumatische jeugdervaring uit de familie van beide choreografen, broer en zus Marne en Imre van Opstal.
In de titel van de eerste dans staat het woord man voor mens en lijken we getuige te zijn van de chemische processen waar we als mensenlichaam door gestuurd worden. De drie dansers bewegen in een kooi die als een geraamte de ruimte afbakent waarbinnen ze bestaan. Als de voorstelling begint, horen we eerst hun voeten en vervolgens worden zij zelf onthuld als ze gedrieën snel om een gezamenlijk middelpunt centrifugeren.
Vervolgens begint de dans als een reeks voortdurende mutaties in beweging. Deze in rustig tempo vloeiende mutaties lijken niet hun oorsprong te vinden in een doelbewuste keuze van elke individuele danser die daar zeggenschap over heeft: ze voltrekken zich spontaan. Een arm kan naar achteren reiken en doet dat dan vervolgens, een been kan daarop aansluitend in de lucht priemen en doet dat dan vervolgens, twee lichamen kunnen over elkaar heen rollen, of zichzelf opstapelen en die doen dat dan ook, volgens een interne volstrekt sluitende logica die je als toeschouwer ademloos volgt. Er is geen betoog, er is geen narratief, zelfs de interacties tussen de dansers komen als vanzelf tot stand en ontwikkelen zich volgens hun eigen wetten.
In een interview lichtten de choreografen toe hoe ze de nietigheid van het menselijk bedrijf hebben proberen te vangen in deze voorstelling. De Franse filosoof Deleuze vat het bestaan van de mens op als een voortdurende staat van worden die nooit een eindstation hoeft te bereiken en in deze bijzondere choreografie wordt deze visie – wellicht onbedoeld, maar zeer werkzaam – belichaamd.
I’m afraid to forget your smile is een choreografie over wat het onverwachte tragische verlies van een veel te jong leven aanricht in een hechte gemeenschap als de familie. De voorstelling begint krachtig. De zes dansers liggen op de grond. Op de bankjes die aan twee kanten het speelvlak L-vormig insluiten, zaten oorspronkelijk de 16 leden van een koor toe te kijken, maar voor dit optreden is dat vervangen door een geluidsopname.
De dansers voeren collectief en strak gesynchroniseerd een dans uit die doet denken aan de wanhopige bewegingen en posities die mensen in kunnen nemen als zij overvallen worden door een koortsige slapeloze nacht. Elke beweging produceert een hard geluid als armen, benen, torso’s pijnlijk tegen de vloer klappen, en het geheel vormt een indrukwekkende opmaat tot de choreografie die zich gaat afspelen.
Na dit begin nemen de dansers, uniform gekleed in vleeskleurige turnbroeken, een plaats in op de bankjes en in dit wachtkamer-achtige beeld voeren ze een reeks soli uit waarbij elk individu de verwerking van verdriet en gemis lijkt te willen uitdrukken. De soli worden aan elkaar doorgegeven, en ook al zijn het soli: er is wel degelijk sprake van een collectieve uiting, en dat uit zich later in de choreografie in een ensembledans waar complexe tableaus worden gevormd die zich over de diagonaal verplaatsen.
De dansers hebben zich het volstrekt eigen idioom van de choreografen doorvoeld eigen gemaakt. Veel indruk maakt een duet waar verlangen zowel als gemis onder melancholieke koorklanken tot uiting wordt gebracht. De hedendaagse koorwerken die klinken (o.a. Part, Whitacre) leggen een acoustische fond waartegen de dans zich helder en zelfstandig aftekent.
Het choreografenduo hanteert meer dan een dansstijl: het is eerder een danstaal te noemen. De grammatica ervan bestrijkt zowel de uitwendige als de inwendige ruimte van de danser: een beweging lijkt nooit afgebakend of afgepast te zijn, maar ontstaat zonder dat er een duidelijk begin valt waar te nemen en gaat door zonder te eindigen. Elke plek van het lichaam kan tot kern van de beweging dienen: de meest onverwachte wisselingen voltrekken zich aldus voor je ogen zonder dat je in de gaten hebt hoe dat precies in zijn werk gaat. Twee van dergelijke choreografieën in hun rijke idioom achter elkaar te zetten, is bijna te veel van het goede. Elk ervan afzonderlijk levert al een complete ervaring op.
Foto: Maximilian Borchardt – The little man van Nationaltheater Mannheim