Theater dat de grenzen van het genre verlegt ontstaat vaak buiten de gevestigde theatrale orde. Muziektheater gemaakt door een beeldend kunstenaar past dan ook op een festival als De Keuze van de Rotterdamse Schouwburg, al jaren een feest van vernieuwend theater. Van zo’n buitenstaander verwacht je een nieuwe en verfrissende kijk op theater. Maar Alexandre Singh benut de ruimte die De Keuze hem geeft voor een soort van remake van The wizard of Oz uit 1939.

Begrijp me goed: Singhs The humans is, op zichzelf beschouwd, onderhoudend genoeg. De tekortkomingen van het stuk zijn niet onbelangrijk. Het duurt drie uur en dat is minstens een half uur te lang. De actie is vaak te statisch, de fraaie set wordt te weinig gebruikt. De barokke Engelse tekst vol archaïsche woorden en uitdrukkingen wordt niet ondertiteld, waardoor het Nederlandse publiek veel van de subtiele taalgrappen ontgaat. Maar er valt nog genoeg te genieten. The humans is elegant, geestig, technisch verzorgd en mooi om naar te kijken.

Alleen vraagt deze recensent zich af wat zo’n romantische throwback doet op een festival als De Keuze. Misschien ziet hij iets over het hoofd. Naar De Keuze komen veel directeuren en programmeurs van andere, vergelijkbare festivals. Sommige van deze professionals waren enthousiast over The humans. Zij zagen wel degelijk een interessante visie-van-buiten op theater. The humans is een sprookjesachtige once over lightly van het scheppingsverhaal. Gezien vanuit de zaal is de linkerkant van het toneel het domein van N, een konijn-koningin met een leuke en scherpzinnige dochter, Pantalingua. Zij vertegenwoordigen de Dionysische kant van de mens. Rechts heerst Charles Ray, een tirannieke geleerde die uit gips menselijke robots vervaardigt met hulp van zijn assistent Tophole, een intelligente jongen maar ook een bange wezel, die gebukt gaat onder de grillen van zijn meester.

Tophole en Pantalingua  worden verliefd op elkaar. Dat is de aanzet tot een confrontatie tussen Ray’s kille orde en N’s ondeugende chaos. Er vallen de nodige doden, maar uiteindelijk vinden de strijdende partijen een vergelijk. Intussen voeren de hoofdrolspelers even puntige als barokke dialogen, dansen en zingen de gipsen robots en strelen uitbundige kostuums en maskers de ogen van het publiek. Leerlingen van Codarts in Rotterdam spelen de robots, en dat doen zij met vuur en overgave. Onder de hoofdrolspelers vallen vooral Elizabeth Cadwallader op als Pantalingua, Flora Sans – tevens de choreografe van The humans – als N, Ryan Kiggell als robot 31 en Simona Bitmaté als Ms. Chief, de pratende poes die de voorstelling bijeenhoudt. Ms. Chief mag ook afsluiten met enkele wijze woorden, net zoals Puck aan het einde van Shakespeare’s Midsummer night’s dream.

Dat is geen toeval, want The humans zit bomvol Shakespeare-citaten. Zo werkt Alexandre Singh nu eenmaal. Hij gebruikt de creatieve productie van eeuwen als een grabbelton voor zijn eigen werk. Darth Vader met een vogel op zijn hoofd, Pablo Picasso met een leguaan op zijn gezicht die de grote schilder iets in het oor fluistert – dat is het soort objecten dat hij maakt. Verder houdt hij vaak performances waarin hij tekstfragmenten herschikt tot een nieuw verhaal. Kennelijk is Singhs werk commercieel succesvol: hij heeft huizen in Londen en New York en wordt vertegenwoordigd door prestigieuze galerieën.

Voor The pledge uit december 2012, een performance in opdracht van het Palais de Tokyo in Parijs, hield Singh interviews met kunstenaars, een bioloog en een criticus ‘om een weg te vinden in mijn eigen werk en wereld en de essentie van de ideeën daarachter uit te drukken’, zo vertelde hij aan The Huffington Post. Hij hield de gesprekken ‘bewust lichtvoetig’. ‘Ik ben dol op het idee van speelsheid, ik geloof niet dat dat ze minder diepgravend maakt.’ De gesprekken leverden de stof voor nieuwe, door Singh verzonnen dialogen. Hoe speels Singh zichzelf ook vindt, in het gesprek met de HufPost vallen vooral zijn cynisme en arrogantie op. Zijn toeschouwers ziet hij als de gevangenen van hun eigen ideeën en conventies. ‘Daar verschuilen ze zich achter. Ze bezien alles met een lepe knipoog.’ Hetzelfde geldt voor de anderen uit wier werk hij zo gretig knipt en plakt. Bestaande teksten zijn nooit ‘waar’, zegt hij. ‘In termen van feitelijke waarheden is de wereld een vage en betrekkelijke plek.’ De boodschap is duidelijk: Singhs fictieve collages zijn verre superieur aan de originele bronnen.

Zeker naar Nederlandse maatstaven is er veel geïnvesteerd in The humans. Het stuk is de vrucht van een samenwerking tussen Singh en het Rotterdamse centrum voor hedendaagse beeldende kunst Witte de With. Liefst een half jaar lang mocht Singh in Witte de With bivakkeren om zijn voorstelling voor te bereiden en in te studeren. Decor, de begeleiding met live muziek en de omvangrijke cast deden de begroting verder uitdijen. Een imposante stoet sponsors uit binnen- en buitenland kwam dan ook aan deze productie te pas. In haar voorwoord in het – ook alweer – fraai uitgevoerde programmaboekje viert Defne Ayas, directeur van Witte de With, The humans als een artistieke mijlpaal. ‘Het was een inspirerende en uitzonderlijke ervaring voor alle betrokkenen,’ schrijft zij. ‘We hebben allemaal heel veel geleerd.’ Ayas dankt Singh ‘persoonlijk’ voor ‘het geschenk van zijn inzet’.

De Codarts-studenten hebben zeker veel geleerd, en laten zich van hun beste kant zien. Maar er is ook die bijsmaak, dat een instituut als Witte de With zich te veel op sleeptouw heeft laten nemen door een handige jongen uit het circus van de artistieke commercie.

Foto: Sanne Peper