Pepijn Gunneweg, die tot 2014 deel uitmaakte van de Ashton Brothers, is terug in het theater met zijn eerste solovoorstelling. Hij heeft twee jaar aan de voorstelling gewerkt en het resultaat is een bonte mengeling van variété, circus, muziek en heel veel poëtische beelden. Een meeslepende ode aan de verbeelding, dan weer wreed, dan weer grappig, dan weer troostrijk, die blijft boeien tot de laatste seconden. (meer…)
The great Gatsby van Toneelgroep Maastricht lost de belofte niet in. Door Gatsby in de eerste drie scènes alleen zingend op te voeren, zonder interactie met andere personages, terwijl scène voor scène zijn imposante huis om heen wordt opgebouwd, wekt regisseur Servé Hermans de verwachting dat hier een mysterieus figuur binnensluipt die alles, ook voor ons in het publiek, zal doen kantelen.
‘Seasons’ van Chris Cornell, ‘Hurt’ van Johnny Cash en ‘Indifference’ van Pearl Jam zijn qua sfeer mooie keuzes, die passen bij de stem van Jeroen van Koningsbrugge, die Gatsby speelt. Ze doen denken dat hier een bewerking volgt die voor zijn generatie betekenisvol zal zijn. Het is muziek die lang stilstaat bij de pijn die het leven kan doen. Maar wat volgt blijkt weinig meer met die opzet van doen te hebben. Het moet vooral een beetje netjes blijven. Zodra iets pijn begint te doen, volgt een grap, met de goocheltruc van een doorgezaagde vrouw als dieptepunt.
Hoe prima Van Koningsbrugge zijn rol als Gatsby ook invult – schutterend als het moet, vol bravoure als het kan – de spelers om hem heen geven weinig tegenspel. Jeske van de Staak als Daisy gaat voorbij aan de subtiliteiten van haar rol en grijpt snel naar bodemloze hysterie. Terwijl zij in de grond de schurk is, als verrader van de droom en verloochenaar van de man die alles voor die droom overheeft. Die pijn is afwezig.
Rogier Philipoom kiest voor een botte, ploertige aanpak voor Tom Buchanan, zonder de geslepenheid die onder de vernislaag van oud geld kan bestaan. Ook daar niet de pijn van de schone schijn. En ik heb grote moeite met de clichématige invulling van homoseksualiteit die Dries Vanhegen in een van zijn drie rollen geeft, voortdurend leunend op een heup en koket met de handen wapperend.
Daan van Dijsseldonk als de naïeve verteller Nick Carraway moet het dan doen, qua tegenspel. Terwijl zijn rol die van observerende buitenstaander is. Het is goed dat het hem lukt om met elk van de spelers een logica te vinden voor zijn meegaandheid.
Great American novels gaan vaak over de great American dream. Omdat een roman de ruimte geeft om in te zoomen op de innerlijke levens van de personages, gaat het in die grote Amerikaanse romans vaak over de uitwerking van het najagen van die droom op het individu.
Met The great Gatsby schreef F. Scott Fitzgerald in 1925 zijn versie. De tragiek is groots, en de droom verwoest niet alleen Jay Gatsby, maar versplintert ook de dromen, verlangens en façades van alle andere personages. Alleen het land van die dromen, Amerika, blijft rustig liggen, from sea to shining sea, een groen baken in elke haven. Wie de laatste bladzijdes leest, voelt heel sterk: dat groene licht is een dwaallicht.
Om een verhaal van honderd jaar oud vandaag opnieuw te vertellen moet je een goede reden hebben. Amerika en de Amerikaanse droom zijn ook vandaag relevante onderwerpen, met een beetje goeie wil ook voor een Nederlands theaterpubliek. Het kapitalisme dat het zaad is van die droom is de dominante economische organisatievorm, ook hier, en een factor van belang in het mangelen van de mens. Ook wij zijn zogenaamd een klassenloze samenleving. En toch, wie voor een dubbeltje geboren wordt, …
Des te bevreemdender is het dat Toneelgroep Maastricht in de publiciteit rondom deze voorstelling consequent spreekt van een liefdesverhaal. En dat zich ‘stap voor stap de ontmaskering van de charismatische Gatsby ontvouwt’.
Zo bezien is Gatsby de schurk. Maar in feite doet hij niets anders dan die droom najagen, en toont het verhaal wat dat met hem doet. Om zijn geluk te bereiken moet hij iemand anders worden; hij moet, om in Daisy’s welvarende bestaan waarin de Eerste Wereldoorlog een vaag gebeuren op de achtergrond is geweest, het meeste geld hebben en het beste huis, op de beste plek, met de beste champagne in de kelders en de beste feesten in de tuin. Alleen dan kan hij het ook maar wagen om zijn geluk naar zich toe te trekken. Toevallig is dat een liefde. Maar het had ook iets anders kunnen zijn.
Waar het om gaat is die bovenmenselijke wilskracht die Gatsby moet hebben. En heeft. De pijn is dat hij een eenling is in een schurkerig systeem. De tragiek van het verhaal is dat alleen Nick Carraway dit ziet. De tragiek van deze voorstelling is dat we het als publiek niet kunnen ontwaren tussen de grapjes en de eendimensionale insteek.
Foto: Ben van Duin
Dat het boek niet makkelijk om te zetten is, bewijzen de 2 niet helemaal goed gelukte verfilmingen, waarbij de protagonist gemakshalve ingevuld door 2 grote namen ( DiCaprio en Redford) samen met de uitstekende visualisatiemogelijkheden van het witte doek m.b.t. het invullen en uitbeelden van het essentiële aspect van rijkdom en luxe (kleding, wagens, huizen/omgeving) de inhoud van het boek toch niet helemaal wisten weer te geven en zelfs een beetje naar de achtergrond verplaatsten, verdoezelden…
Dan was de vraag hoe dit op het toneel (wel) tot uiting zou komen? Een gedurfde onderneming toch?!
Met name de visualisatie is prachtig opgelost ; compliment voor Manny Dassen ( die zoals vaker dit prachtig oplost) en samen met de videoscreenbeelden (deels psychedelisch aandoend en deels me lieten herinneren aan de eerste literatuur theater performances in Canada en de VS o.a Orwell’s 1984) dit mooi oplosten en de psyche van het gebeuren mooi weergaven.
Op de muziekkeus was ook niets aan te melden, zelfs een groot compliment voor het integreren van opera ; een fantastisch passende keus. Die ik overigens alleen maar voor het laatst 2012 in de Dreigroschenblues met Claron McFadden, Sven Ratzke & band tegenkwam. Chapeau !
Mooi, nee …beter interessant was het om te zien hoe Jeroen Gatsby het zou doen : was het niet immers 16 jaar sinds ik hem het laatst op toneel (als Bontekoe’s scheepsjongen) had gezien. Verdammt lang her !! zeggen onze Oosterburen.
Maar het was de moeite waard: hij speelde conform het karakter en zielsleven van de protagonist in het boek teruggetrokken, kwetsbaar en integer, een gekwetst personage met liefdesverdriet. Dit in tegenstelling tot de verfilmingen waar het macho deel v.d. rol meer benadrukt wordt. Eerder een figuur uit een Dostoyewski roman.
Het is ook goed zo, Gatsby op de achtergrond, zodat wij als publiek ons laten leiden door ons eigen oordeel en interpretatie ( bewuste manipulatie van Servé?) van het hele gebeuren. En vooral door de figuren uit Gatsby’s omgeving , op de planken gebracht door een aantal powervrouwen die een sterke rol neerzetten. Zowel Liza Macedos dos Santos een prachtige overspelige femme fatale als ook Jeske Van de Staak met haar sublieme vertolking van Daisy als zijnde de vrouw in dubio, verscheurd door ratio versus haar emotionele leefwereld ( borderline, misschien zelfs bipolaire kenmerken ? ) weergeeft. Ik heb ervan genoten van deze sterke vrouwenrollen die in de verfilmingen eerder veredelde figuranten zijn geworden.
Net zoals bij Pinkpop, King Lear en ook Not the Tommy Cooper story zet Toneelgroep Maastricht geen hapklare brok neer waar je passief zonder na te denken met een zak chips of popcorn na kunt kijken, maar een mooie productie neer die kietelt, stimuleert tot nadenken en je als theaterbezoeker tevreden huiswaarts laat gaan ! Merci aan de crew, spelers en TG Maastricht !
ter info : ik heb de prepremiere op vrijdag gezien
Tip voor S. Hermans : leuk al dat Angelsaksische ( Sjeepspier en Fitsdzjeralt), why not try “next time “een kannibaal als jij en ik” van producer Bram Vermeulen ( Neerlands Hoop) met een uitstekende Willem Nijholt in de hoofdrol?