Daags nadat de 17-jarige Billie Eilish als jongste headliner Lowlands totaal op z’n kop zette, stonden vijf Spaanse leeftijdsgenoten te schitteren in de Groningse Machinefabriek. Vol overgave speelden zij fictieve versies van zichzelf: Gen Z’ers, de smartphonegeneratie. Met Future Lovers (unplugged) zet La Tristura een indringend beeld neer van de post-2000-generatie. (meer…)
Het is een somber beeld dat theatergroep Wunderbaum schetst van ons seksleven in The Future of Sex tijdens het Holland Festival. Hadden we in 1990 per maand gemiddeld nog een keer of zes seks, inmiddels is dat gedaald tot vier keer of nog minder. We hebben het te druk, zijn daardoor te moe voor een solide seksleven. En, nog erger: we zijn zo bezig met alles wat vanaf internet tot ons komt, inclusief porno, dat echte, lijfelijke intimiteit erdoor in het gedrang komt. Voor hun zoektocht naar het hoe en waarom van deze ontwikkelingen vroeg Wunderbaum schrijver Arnon Grunberg met hen mee te denken en te schrijven.
Arnon Grunberg zit midden op het podium in een ronde zwarte capsule met aan de voorkant een cirkelvormig wit gat. Een soort groot oog. Van daaruit overziet hij het speelvlak. De teksten van The Future of Sex zijn ontstaan vanuit een wisselwerking tussen hem en de acteurs. Aan het begin en aan het einde van de voorstelling wordt Grunberg onderworpen aan een reeks zeer uiteenlopende vragen, waarop hij deels onvoorbereid antwoord geeft: ‘Ben je een goed mens?’ ‘Hou je van broccoli?’ ‘Is seks de straf voor de liefde?’ Op die laatste vraag antwoordt Grunberg: ‘Dat zegt Kafka en dat vind ik een heel mooie zin’.
Voor zijn ogen speelt zich The Future of Sex af, de voorstelling waarmee theatergroep Wunderbaum zijn visie wil laten zien op de hedendaagse en toekomstige seksualiteit. Wunderbaum bouwt aan het meerjarige theaterproject The New Forest, over de vraag waar het in de toekomst heen moet met de mensheid. Dit deel over seksualiteit is geïnspireerd op het stuk Reidans, een reeks dialogen van Arthur Schnitzler. In Reidans maakt steeds één van beide partners plaats voor een volgende. The Future of Sex kiest niet voor die wisselvorm, maar laat telkens een, twee of drie acteurs praten over hun seksleven. Ze worden begeleid door muziek van Simon Lenski en aangevuld met het theaterkoor Dario Fo.
In ongeveer een dozijn fragmenten ontrolt zich zo een treurig spectrum van seks in hedendaagse relaties die niet louter rozengeur en maneschijn zijn. We zien onder andere een huwelijk dat al vier jaar seksloos is. Anonieme seks met onbekenden dankzij afspraakjes via Tinder. Seks met een mensvormige robot omdat die wel doet wat een normale partner zoal vertikt. Perverse baby-poepseks met een prostituee, met medeweten van moeder de vrouw, die alles best vindt als zij het maar niet hoeft te doen. Een vrouw die denkt dat ze alles al weet van iemand die ze voor het eerst ontmoet, omdat de ander een uitgebreid profiel van zichzelf op internet heeft gezet. Een vrouw die zegt niet te willen vertellen over haar werk, ‘want dat is privé’, maar wel over haar seksualiteit; want ze is op zoek naar seks, niet naar een gesprek over haar leven.
De acteurs Walter Bart, Matijs Jansen, Maartje Remmers en Marleen Scholten storten zich zonder gêne op alle personages, of ze nou zogenaamd een luier leegeten bij wijze van poepseks of suggereren elkaar te vingeren en te likken. De eindregie is in handen van Johan Simons, die heeft geholpen de puntjes op de i te zetten toen de voorstelling al grotendeels af was.
Al is de aanpak van het onderwerp veelal scherp, akelig, pijnlijk en onprettig confronterend, toch is The Future of Sex vooral een humoristische, zelfs geestige voorstelling. De teksten zijn goeddeels raak. Het sombere toekomstbeeld dat Wunderbaum schetst van een kunstmatige, kale en vooral eenzame seksualiteit zet aan het denken. De boodschap mag er zijn: als we zo doorgaan met de pornificatie van de samenleving, met meer tijd steken in internet dan in lijfelijk contact, met mensen-met-grenzen verruilen voor seksspeeltjes, wordt het samenleven geen warme, maar een solitaire bedoening.
Foto: Fred Debrock