In It’s going to get dark creëert theatermaker Samara Hersch een safe space voor dialoog, waaraan uiteindelijk iedereen mag deelnemen. Verder dan oppervlakkige vragen en een holle invulling van gezamenlijkheid komt het niet. (meer…)
‘Wat is het verschil tussen Sarajevo en Auschwitz? In Auschwitz hadden ze tenminste nog gas.’ Die grap werd tijdens de belegering van Sarajevo, tijdens de Bosnisch-Servische oorlog in de jaren negentig, regelmatig verteld. Hij komt voor in de voorstelling The Dark Ages, een droevige, licht melancholische, intiem gemaakte documentaire vertelling over de recente geschiedenis van de open wond die Europa heet.
München – The Dark Ages is een toneeldocumentaire met een motto ontleend aan Oscar Wilde: ‘Each man kills the thing he loves.’ De ruimte moet een werkkamer voorstellen, en wel die van de enige niet-professionele speler onder de vijf performers uit München, de Bosnische activist Sudbin Music. Dit is zijn werkkamer, de werkruimte van een mensenrechtenactivist. Hij beheert voornamelijk de mensenrechten van doden. De ruimte is volgestouwd met documenten van het Internationale Rode Kruis – ‘het nieuwe Europa wilde ze niet meer hebben, al die papieren’, zegt Music een tikje droefgeestig in zijn proloog. Sudbin verzamelt ze. Want hij verzamelt mensen. ‘Mensen met herinneringen. Mensen die hun vaderland verloren hebben. Ik schrijf niet alles op. Dat kan ik niet. Maar alles zit hier, in mijn kop.’ Hij helpt voormalige slachtoffers uit Servische concentratiekampen om hun omgekomen familieleden te vinden. In massagraven. Hij vertelt over de ontdekking van het massagraf Tomasica, het grootste in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog. Daar liggen de mensen uit het dorp van Sudbin. Zijn buurman Hasan ligt er bijvoorbeeld, en zijn neef Samir, die Hasans bruiloft filmde, een maand voordat de Serviërs kwamen en in het dorp huishielden. We zien een aandoenlijk 8mm-filmpje van die uitgelaten bruiloft. Sudbin: ‘Ze zijn allemaal dood. Ook de cameraman is dood. Maar ik ben hier. En ik kan niet vergeten.’
Niet kunnen vergeten. Daar gaat het veel over in The Dark Ages. Het is een project uit 2015 van Milo Rau (Bern 1977), regisseur, schrijver, essayist. Na een studie geschiedenis in Parijs en Berlijn ging hij eerst werken als journalist, daarna begon hij theater te maken, documentair toneel met professionele performers en amateurs. Het eerste project waarmee hij naam maakte ging over het proces tegen de Roemeense dictator Ceaușescu in december 1989, toen het communisme instortte. Daarna volgde Hate Radio (over de burgeroorlog in Rwanda) en een programma over de processen tegen de anti-Poetin-punkband Pussy Riot, Die Moskauer Prozesse, beide projecten uit 2012 en 2013. Ze zijn ook verfilmd.
Zijn voorstelling over geradicaliseerde Syrië-gangers (The Civil Wars, 2014) was het eerste deel van een drieluik over Europa, waarvan het project The Dark Ages, dat op het Holland Festival 2016 te zien is, het tweede deel is. Ondertitel: een intieme blik in de ziel van het verenigde Europa. Rau wil verhalen vertellen, wereldgeschiedenis vanuit een strikt persoonlijk perspectief, bijna schaamteloos verteld vanuit het particuliere lijden aan geschiedenis. Het is een stuk vol vertellingen en anekdotes, een stuk over het vertellen van die verhalen en de zin ervan, en ook een stuk over wat die grote verhalen met ons hebben gedaan en nog steeds doen. Diverse perspectieven worden tegenover en naast elkaar gezet, ook door de tijd heen reizend. Naast Sudbin Music en zijn vertellingen uit de onderbuik van Europa, het voormalige Joegoslavië, zit Manfred Zapatka, een Duitse toneelspeler van in de zeventig nu die Stunde Null, het eind van de Hitler-tijd, meemaakte als kind in Bremen en Hamburg. Ze vertellen er elkaar over – de tijd waarin gezegd werd dit nooit meer, geplaatst tegenover de tijd waarin het allemaal opeens toch weer opnieuw gebeurde, waarin Europa zomaar weer concentratiekampen had.
De vijf performers spreken niet tegen elkaar of met elkaar. Ze luisteren wel naar elkaar en kijken elkaar daarbij intens aan. Maar spreken doen ze tegen ons, via het oog van een camera die alles vastlegt en op een groot scherm reproduceert. De verhalen gaan gedeeltelijk ook over de preciesheid van de menselijke herinnering. Die herinneringen worden aangevuld met beelden en documenten, reconstructies. Het geheugen wordt als het ware op de proef gesteld en betrapt op onjuistheden, pogingen tot verfraaiing. Milo Rau is ook geen documentaire toneelmaker pur sang, zoals het Duitse collectief Rimini Protokoll, dat in het voorjaar van 2017 Amsterdam zal aandoen in het kader van Brandstichter. Bij Milo Rau gaat het, zeker in The Dark Ages, ook en vooral over toneel. Sudbin Music refereert aan Hamlet als hij de echte schedel van zijn vader vasthoudt. Er wordt, met name in de derde acte, ‘Versuch über das Böse’, een poging gedaan om over het Kwade te spreken, impliciet regelmatig verwezen naar Shakespeare’s Richard III. In zekere zin is The Dark Ages ook een bijna klassiek stuk, met een proloog en vijf bedrijven, dat over retorica gaat, en over pathetiek en hysterie in het bedrijven en beschrijven van geschiedenis. Mooie, stille, introverte toneelavond.
[Sterren toegekend door de redactie.]Foto: Thomas Dashuber