Zowel vader als moeder en ook de twee zonen zijn verslaafd aan alcohol. Het is wat we nu een disfunctioneel en toxisch gezin noemen. Het is het gezin dat Eugène O’Neill, vermaard Amerikaans theaterauteur en Nobelprijswinnaar voor literatuur in 1936, beschreef in de jaren veertig in een theaterstuk. (meer…)
London, Gielgud theater, 26 april 2017. Een klap, licht gaat op, en het gruwelijke beeld van een hond, uitgestrekt met tuinvork in zijn lijf vult de zaal. Licht uit, licht aan. Aan de voeten van de hond staat een jongen. Hij kreunt hartverscheurend. ‘STAY AWAY FROM MY DOG’ schreeuwt buurvrouw Mrs Shears aan de andere kant. Het is het begin van het ontroerende verhaal van Christopher John Francis Boone. Bovengemiddeld intelligent, maar ‘someone who has behavioural problems’.
Amsterdam, Carré, 21 september 2017. De zaal stroomt vol. Op het podium ligt de hond. Zichtbaar, met vork en al. Dat het verhaal van Christopher tot de verbeelding spreekt is inmiddels duidelijk. Simon Stephens’ toneelbewerking van Mark Haddons verhaal begon in Londen 2012, National Theatre productie, in het experimentele Cottesloe Theatre (het huidige Dorfman) met zo’n 350 stoelen. Via het Apollo (2013, 650 stoelen) na een ongeluk met vallende plafondstukken verplaatst naar het Gielgud (2014, 996 stoelen), toert het nu als reisproductie. Stopplaats Carré: 1756 stoelen.
Het is de tweede productie in Carrés nieuwe initiatief ‘Broadway aan de Amstel’. En Broadway moeten we ruim zien: Curious Incident is van Britse makelij. Maar ieder theater dat zijn nek uitsteekt om interessante internationale producties een Nederlandse podium te geven verdient waardering. Curious Incident, succesregissie van Marianne Elliot (War Horse) kreeg laaiende recensies, een prijzenregen aan Olivier en Tony Awards en vijf jaar volle zalen op West End en Broadway.
Het verhaal is aangrijpend. Christopher, ‘15 jaar, 3 maanden en 2 dagen’, combineert gebreken en bijzondere eigenschappen. Benoem het niet als autisme of asperger, benadrukt Haddon in ieder interview. Christopher is gek op dieren, maar verfoeit menselijke aanraking. Hij vindt houvast in abstracties, verkiest sommen boven gesprekken, dieren boven mensen. Emoties leveren verwarring, die onmiddellijk bedwongen moet worden met inzet van structuren. Grappen begrijpt hij niet, dus hij maakt ze niet. Zo rechtlijnig als de strepen in het decor (prachtig gedaan door Benny Christie) zo dwangmatig precies moet zijn omgeving zijn. Maar die overzichtelijkheid vertoont barsten als hij hond Wellington vindt. Hij besluit: de dader moet gevonden. Als detective overwint hij zijn angst, ondervraagt de buren, noteert alles, maar ontdekt beetje bij beetje een andere verhaal: het verhaal van zijn ouders.
Stephens kadert het verhaal van Christopher in een raamvertelling waarin Siobhan, Christophers lerares, voorleest uit Christophers werk. In hoog tempo wisselen de scenes elkaar af, verspringt het perspectief van Christopher naar de mensen om hem heen. Hij belandt in een emotionele rollercoaster. Hond dood, moeder in leven, vader een leugenaar, mathematica uiteindelijk zijn redding en toekomstperspectief. En van de ene naar andere confrontatie zoekt hij de weg naar de waarheid. Haddon toont in het boek de wereld door de ogen van Christopher. Maar Stephens’ stuk laat ook prachtig realistisch zien hoe het is om te leven met iemand zonder empatisch vermogen.
Het toneel is sober qua materiaal maar spectaculair in beeld en soms oorverdovend in geluid. Met licht (Paule Constable) en projecties (Finn Ross) veranderen wanden en vloer voortdurend van vorm. Een geluidsdecor doet de rest. Ze concretiseren Christophers poging grip te houden op de gebeurtenissen. We belanden in zijn binnenwereld waar chaos en structuur voortdurend om voorrang strijden. Het verhaal is meeslepend en de dialogen spitsvondig.
Maar er zit iets in de weg. De energie van het spel is een andere dan de Londense productie in het Gielgud van een half jaar terug. Joshua Jenkins als (Carré) Christopher is technischs prima maar afstandelijk. Waar Joseph Ayre bijna fysiek aangrijpt met Christophers gevecht tegen onbegrip, blijft Jenkins meer op een afstand. Dat gold voor meer leden van de cast, zoals voor David Michaels als vader Ed. Het harde crescendo van het spel maakte van hem eerder een boze dan een gekwetste en getroubleerde vader. De acteurs in Carré halen in volume met gemak de achterste rijen van de 1756 stoelen. Waar de Londense cast in het Gielgud aangreep door nuance, lijkt in Carré een zo groot mogelijke duidelijkheid het doel. Het doet wat afbreuk aan de complexiteit aan problemen.
Maar voorop staat: ieder die houdt van een goed verhaal, scenische vernuft en enthousiast spel zal de kwaliteit herkennen van deze regie en een bijzondere avond beleven.
Foto: Brinkhoff Mögenburg