Een zachte, wollige wereld is het, die van The Sheeptown Project. Fluisterende engelen in witte overalls ontvangen het publiek dat – schoenen uit, jas en tas opgeborgen – een plek mag zoeken op kussentjes op de grond. (meer…)
Ergens tijdens het opgroeien word je volwassenen, je schudt je jeugd van je af, je laat het achter als een slang zijn oude huid, en eenmaal losgelaten kom je er nooit meer bij. Maar wat gebeurt er met al die kinderzielen? Waar blijft al die jeugdigheid? Alleen de kraaien weten het.
Al die kinderzielen van al die inmiddels volwassen mensen verzamelen zich op de Kinderberg, een mystieke, onvindbare plek in een mistig bos. Daar leven de jonge zielen eeuwig voort. Ze kunnen allerlei gedaantes aannemen. Het kunnen – net als kinderen – cowboys zijn, of clowns, feeën of indianen. Maar meestal zien ze eruit als kraaien. Je vindt ze nooit meer terug, maar soms, als je heel goed luistert, hoor je ze nog krijsen.
Dat is het uitgangspunt van The Crow Knows Where the Children Go, een performatieve, conceptuele montagevoorstelling, gespeeld door zestien jonge kinderen. In een duister bos vol kale bomen, spelen ze spelletjes, vervelen ze zich, zingen ze raadselachtige liedjes, vertellen ze herinneringen en anekdotes.
Op een enkele uitzondering na, werkt regisseur Alexandra Broeder altijd met kinderen of jongeren; waarin de verhouding tussen het volwassen leven en de kindertijd vaak belangrijke thematiek is.
Ook in deze voorstelling, die expliciet voor volwassenen gemaakt is. Het is een horror-achtige belevenis, waarin de vervlogen jeugd zich krampachtig vastklampt in repetitieve patronen en rituelen. De belevingswereld van die jonge kinderen botst genadeloos met de strakke vorm waarin deze schimmige kinderen zitten ingesnoerd: daardoor krijgen ook alle lichtere momenten in de voorstelling een meedogenloos gevoel van weemoed. Met priemende ogen kijken ze de zaal in, brutaal, uitdagend, alsof ze zeggen: kijk wat jullie gedaan hebben, het is jullie eigen schuld, jullie hebben je jeugd zelf achter je gelaten.
Do you know where the children go?
No, you don’t for you’re not a crow.
Het spookachtige decor van Sacha Zwiers, het lichtplan van Theun Mosk en de soundscape van Roald van Oosten nemen een prominente rol in, en versterken het raadselachtig vervreemdende gevoel eens te meer. Het is jammer dat de voorstelling naar het einde toe teveel van zijn dynamiek verliest, en vooral leunt op zwaarte, traagheid en herhaling. Hier had Broeder strakker kunnen monteren.
The Crow Knows Where the Children Go biedt een meedogenloos inkijkje in een vervlogen jeugd. Je kan het bijna vastpakken, je kan het zeker voelen, maar je kan er net niet bij.
Foto: Kamerich & Budwilowitz/EYES2