Performer Paula Chaves Bonilla legt een laatste hand aan haar pasgebouwde huis wanneer het publiek de zaal binnenstommelt. Nog één bout aandraaien en het is klaar, een geheel van stevig aan elkaar verbonden palen die samen een fluorescerend roze frame vormen. (meer…)
In The crimson house verbindt de Samoaanse theatermaker Lemi Ponifasio de inlichtingendienst en communicatietechnologie met het mythologische idee van de goddelijke alwetendheid. Ponifasio spreekt zijn verontrusting uit in een poëtisch landschap waarin moderne technologie en traditie hand in hand gaan.
Zijn beelden, die in al zijn voorstellingen bijna altijd zwart-wit zijn, creëert Ponifasio vanuit het gegeven licht en dat is ook voor de toeschouwer voelbaar. Onverwachts schrikken we op als plots een doordringend geluid en smalle, langgerekte, fel knipperende lampen de zaal wakker schudden. Het is een bijna agressief statement waarmee MAU, het gezelschap van Lemi Ponifasio, de voorstelling opent. Daarna schuifelen in lange jurken geklede mannen over het podium, in het summiere licht zijn hun silhouetten maar nauwelijks te zien.
Regelmatig keren deze mannen, die al eerder te zien waren in de voorstellingen van MAU, terug. De manier waarop ze over het podium schuiven is fascinerend, terwijl ze hun benen en voeten nauwelijks bewegen glijden ze over de vloer. Nu en dan maken hun armen synchrone rituele bewegingen of slaan ze luid op het lichaam. Een live geluid dat tegenwicht biedt aan een soundscape vol zenuwslopende geluiden, die doet denken aan een permanente kortsluiting, stalen machines of op hol geslagen elektronische apparatuur.
The crimson house, het karmozijnen huis, is een verwijzing naar de Samoaanse Fale úla; het eerste huis dat door de goden aan de mensenwereld werd geschonken en waarmee deze goden de mens konden controleren. Net als in de Westerse mythologie hebben ook de Samoaanse goden de regie over het goed en het kwaad en zijn ze weinig vergevingsgezind. De voorstelling kent vele verwijzingen naar Samoaanse gebruiken en rituelen. Ze zijn fascinerend, maar lastig te interpreteren voor de niet ingevoerde leek. Dus is het vooral een kwestie van overgave aan Ponifasio’s strakke stilering, een dialoog tussen licht, lichaam, projectie en object.
Fascinerend is de inbreng van transgender Nina Arsenault; performance kunstenaar, schrijfster en voormalig prostituee. Ze sloot zich onlangs aan bij het gezelschap en is de enige vrouwpersoon in de voorstelling. Met een weelderige bos blonde krullen komt ze op, om even later in androgyne outfit een prachtige solo te dansen. Haar verschijning wordt in drievoud geprojecteerd op de achterwand en met haar merkwaardige bleke lichaam, dat even fragiel is als weelderig en rond, ligt ze later in de voorstelling naakt op een langgerekt, glimmend zwart offerblok.
Niet alleen Arsenaults vrouwelijke lichaam kent een hoofdrol in The crimson house, de voorstelling kent ook een mannelijke engel, compleet met vleugels. Zijn met rood bloed besmeurde lichaam is de enige kleur die de voorstelling kent. Het loopt niet goed af met de engel, dat mag duidelijk zijn. Ponifasio’s voorstellingen zijn altijd verontrustend. Of ze nu over het milieu gaan (Birds with sky mirrors) of over de controlemaatschappij, ze zijn altijd een waarschuwing.
Het is even wennen aan hoe ver Ponifasio ditmaal gaat qua technologie – opeens projecteert hij letterlijk een computerscherm – maar het is wel effectief. Het publiek worstelde met het onbekende en was na afloop zichtbaar in de war. The crimson house is niet Ponifasio’s meest toegankelijke werk, maar wat hij creëert met MAU (Samoaans voor revolutie), is altijd uniek en kent een enorme urgentie.
Foto: MAU