Koen van Dijk, voormalig artistiek directeur van muziektheaterlaboratrium M-Lab, schrijft, regisseert en vertaalt musicals. In een reeks columns geeft hij een introductie op zijn geliefde genre. Vandaag: over ‘Send in the Clowns’. (meer…)
Vervaarlijk opbollende, karmijnrode theatergordijnen, regen die bij bakken op de acteurs neerklettert, afgewisseld met een zacht briesje en lichte motregen: theatraler zullen ze het niet krijgen bij Wunderbaum. Een fenomenaal cadeau voor wie zitten bleef (de meesten) op zondagavond 8 augustus 2021 in Oostende (TAZ), en een ode aan de ontzagwekkende kracht van podiumkunstenaars. Acteursgroep Wunderbaum en Theaterhaus Jena zetten een topvoorstelling neer op de natte planken.
De regen drupte langs de zijkanten van de plastic poncho (die we deelden) tot de jeans doornat was, en na de show was het nog een half uur stappen naar de auto (waarna anderhalf uur rijden naar huis). Openluchttheater! Toch was de ervaring niet stuk te krijgen. Of de spelers op de speelvloer die indruk deelden is niet zeker – zij stonden open en bloot in het weergeweld – maar Fellini zou zijn twee handen gekust hebben, en alles op film vastgelegd.
In Roma (1972) zette Frederico Fellini ook ooit de gietende regen in om de burleske sfeer van zijn filmwereld te accentueren, en voor clowns had de Italiaanse regisseur een grote fascinatie, al sinds zijn kindertijd. Alle figuren die hij in zijn films vastlegde hadden iets surrealistisch en extravagants, en liefst speelde hij met buitenstaanders van de maatschappij.
In 1970 schilderde hij een bijzonder portret van de postenmakers en paljassen met de allereerste mockumentary ooit – voor RAI TV én filmzaal tegelijk: I Clowns. Hij liet echte, oude clowns aan het woord en haalde ze een laatste keer in de circusring voor een dolle begrafenis. Want vijftig jaar geleden al omschreef Fellini die komische circusacts, met een mix van droefheid en lachen, als een ‘dying art form’.
Die gedachte komt sterk terug in de voorstelling van het Rotterdamse toneelgezelschap. Negen clowns (acht eigenlijk, en een tirannieke circusdirecteur/’Leonardo’ gespeeld door Matijs Jansen) vragen zich af of ze nog wel bestaansrecht hebben in de wereld van vandaag. Kunnen grappen en grollen de polarisering en de ernst van het bestaan nog een halt toeroepen? Wil het publiek de spiegel nog wel voorgehouden krijgen, of is de crisis compleet?
De show die ze opvoeren is een zoektocht naar wat nog werkt in onze era. Met ladders, planken, kogelballen en vlooien, wijnflessen zonder kurkentrekker en natuurlijk met de klassieke kostuums en het traditionele circusdecor, ondersteund door (speelse en inventieve) circusmuziek van beatboxer/muzikant Joost Maaskant.
De zelfmoordclown (Leon Pfannenmuller als ‘Pepito’, van Theaterhaus Jena) gaat tot het uiterste om te sterven, maar mislukt telkens jammerlijk; de alcoholieke clown (Walter Bart als ‘The Admiral’) probeert met zijn melancholische blik het publiek voor zich te winnen; de eindeloos uitstellende Clarabella (Wine Dierickx) doet het met een Franse slag en een vlooienromance; Marleen Scholten (‘Il Meastro’) houdt het hoofd net boven water als kleine Italiaanse clown. Maar ze waarschuwt ons van meet af aan: ‘You are a clown yourself’). En dan is er nog de mimeclown (Pina Bergemann/Gerda Schaumbacher) en Hanneke van der Paardt als Coco, ook uit Jena. Allemaal doen ze hun opperste best, om de lol erin te houden, maar de overtuiging zakt steeds verder onder hun voeten weg en de zelftwijfel breekt fataal door. Kan het nog wel? Kunnen ze het nog wel?
‘Ze moeten het ook zelf wel willen, hè’ gooit de circusdirecteur op: de inzet van het publiek speelt ook mee, toch? Alleen de lulneusclown (Maartje Remmers) lijkt nog enig impact te hebben op de lachspieren van de toeschouwers – ondanks zichzelf dus, want al wat ze doet is kankeren en mopperen over wat fout gaat met de wereld.
Ondertussen zit het publiek natuurlijk wel te gniffelen om wat er gebeurt, maar door het ontij is dat wat ingetogener en vanonder paraplu en regenkappen klinkt het niet echt uitbundig. Komt bij (en daar speelt Wunderbaum natuurlijk juist mee) dat een theaterpubliek altijd al veeleer een zoekende/kritische houding aanneemt. Het kijkt de kat uit de boom. Naar het circus ga je vanzelfsprekend om te lachen, hier weet je het nog niet zo goed.
Wunderbaum zet met deze ogenschijnlijk luchtige en koldereske vertoning een nieuwe, logische stap in eigen werk en denken. De doorgedreven maatschappijkritiek van hun vorige voorstellingen krijgt hier een existentiële dimensie bij: crisissen, wantoestanden en miserie zullen altijd deel uitmaken van het aardse bestaan, maar wat als we onze zin voor relativering en onze humor erbij verliezen? Wat blijf er dan nog over aan betekenis, aan liefde en elan voor dat woelige, moeilijke leven?
Fellini zag zichzelf als clown én als circusdirecteur, en het circus als metafoor voor het leven zelf. ‘All contemporary people are essentially clowns’, meende hij.
Het is diezelfde toon die Wunderbaum aanslaat. Met een hedendaagse aanvulling, dan. Want wat zegt het over onze tijd als de ‘dickclown’ ons vandaag het meeste aanspreekt? En met als grote plus dat de acteursgroep een echt, levendig (toneel)spektakel brengt, met échte, knoeiende en kwakkelende clowns. De stiel van circusclown mag dan met uitsterven bedreigd zijn, die van acteur blijkt springlevend. Wat een (opzoek)werk, wat een knap inzicht van Wunderbaum. En wat een bravoure, wat een job: die van toneelspeler!
Foto: Jan Dirk Van Den Burg
Beste mede-theatermakers,
De theaters zijn weer open, massaal wordt er weer bezocht en hoe. De ene prijzende recensie naar de andere komt binnen bij jullie. Ik wil jullie hiermee feliciteren. Deze veelbelovende reacties maakte een boel verwachtingen bij mij als derdejaars docerend theatermaker aan de HKU los. Het zorgde ervoor dat ik een zitplaats gereserveerd had op dinsdag 14 september in Utrecht.
Met spanning zat ik te wachten. Het licht ging uit en de spot ging aan. Wat mijn ogen toen beschouwden kon en wilde ik niet geloven als collega in ons werkveld. Een werkveld waarin we juist zo bewust moeten zijn van de boodschappen die we uitstralen naar ons publiek. De gedachte die wij als makers hebben kan een geïndoctrineerd beeld geven van de samenleving. Ik heb na het zien van de voorstelling ‘The Clowns Convention’ mijn twijfels of jullie hiervan bewust zijn.
Namelijk een clown komt op. Althans ik zag gelijk wat anders. Ik zie een acteur van gemiddelde lengte die op haar knieeën loopt en zich voordoet als een “dwerg”. De term die zo ook werd beschreven in de Theater Krant. Tegenwoordig is het zeer gebruikelijk om de term klein persoon te gebruiken.
Zijn jullie bewust dat dit consequenties heeft bij een deel van de kijkers. Namelijk ook bij mij. De gedachte en toegevoegde waarde hierbij klopt voor mij als theatermaker en klein persoon niet. Inderdaad waren er vroeger kleine mensen te vinden in het circus, maar dat was omdat ze verder geen andere keuze van werk hadden of kregen aangeboden. Maar dit is niet jullie verhaal. Als jullie dit wisten dan zouden jullie neem ik aan ook weten dat de positie van de kleine mens in de huidige maatschappij nog ver onder gemiddeld ligt met het gebied op werk. Laat staan alles wat er nog meer bij komt kijken. Als dit een onmisbare rol is in jullie voorstelling, laat deze rol dan tenminste spelen door een klein persoon.
De rol die jullie uitstralen komt over als entertainment en een neerbuiging. We zijn zo ver aan het komen, maar toch voelt dit als een hele grote stap terug. Ik zal het vergelijken met het schminken van onze gezichten tijdens Sinterklaas, want zo voelt het.
Ik ben een maker van morgen, een maker die harder moet werken om deze stap weer recht te zetten. Ik ben diep teleurgesteld en geraakt, naast mij ook mijn mede studenten van de HKU, maar ook mijn leden van de kleine mensen vereniging waar ik in het bestuur zit. Ik voel me voor hen verantwoordelijk.
Onze kerntaak als makers is dat wij verhalen mogen vertellen over belangrijke kernwaarden zoals diversiteit en inclusie. Een rol wat in de huidige maatschappij onontkoombaar is in het theater. Als niemand het erover heeft, wie doet het dan. Bij deze voel ik de verantwoordelijkheid om als medemaker dit te doen. Het verbaast me dat zowel theatergroep Wunderbaum als Theater Rotterdam en alle andere makers die hieraan hebben gewerkt het niet is opgevallen of deze afweging niet hebben gemaakt.
Anno 2021 is er hopelijk bij jonge theatermakers een ander besef over hoe je bepaalde theatrale codes neerzet.
Een vrouw van gemiddelde lengte, een klein persoon laten naspelen is ongewenst anno 2021. We hebben veel toegang tot kennis. Jonge makers zouden zich hier ook toe moeten verdienen. Wees je bewust van het hele verhaal.
Wat ik hiermee wil bereiken is dat jullie in de toekomst twee keer nadenken over het beeld wat je uitstraalt. Maar ook wat het kan doen bij je toeschouwers.
Ik gun jullie een voorstelling met een boodschap waarbij er respect is voor elk.
Als ik mijn advies mag delen wil ik dat je bewust bent van het hele verhaal. Vervang de rol voor een klein persoon of ga gewoon staan.
Namens Roos
Student Theatre in Education | HKU
Algemeen bestuurslid | BVKM
En andere studenten van de HKU.
Dank voor je reactie Roos. We hebben de tekst aangepast en zullen er in het vervolg scherper op zijn bij de eindredactie. Ik heb de voorstelling zelf nog niet gezien, dus kan er inhoudelijk verder niet op reageren.