Eindelijk is de Leedvermaak trilogie van Judith Herzberg in zijn geheel in Nederland te zien, inclusief het laatste stuk Simon. Eric de Vroedt van Het Nationale Theater durft het aan de drie stukken – Leedvermaak (1982), Rijgdraad (1995) en Simon (2002) – op één avond achter elkaar te spelen, lichtelijk bewerkt en verkort door dramaturg Willemijn Barelds en de schrijfster zelf. (meer…)
‘Een stuk over klimaatverandering, gedreven door emotie in plaats van door intellect’, aldus toneelschrijver Lucy Kirkwood. En: ‘Welke wereld laten we achter aan onze kinderen?’ als de vraag in het achterhoofd van regisseur Eric de Vroedt. Dan moet The Children wel een uiterst actuele en scherpe voorstelling zijn. Het tegendeel is nagenoeg de hele voorstelling het geval: het dramaturgisch ijzersterke stuk blijkt vooral de zoveelste in een lange traditie waarin een ouder echtpaar – uiteraard academisch opgeleid en niet onvermogend – bij hun gekibbel een buitenstaander gebruikt en oude geheimen geen geheimen blijken.
Klimaatverandering is amper een onderwerp in de voorstelling. Kirkwood putte inspiratie uit de kernramp in Fukushima, maar de aardbeving en tsunami die die ramp veroorzaakten hadden niets met klimaatverandering te maken. Weliswaar verplaatst zij deze ramp naar Engeland, en het is niet ondenkbaar dat in de toekomst orkanen vergelijkbare rampen daar (en in Nederland) aan kunnen richten, maar het blijft door de gedeelde kennis die we hebben van Fukushima een te veilige ver-van-ons-bed voorstelling.
Het stuk draait om de gepensioneerde kernfysici Hazel en Robin, die na de ramp hun huis hebben verruild voor een kleiner huisje, iets verder van de rampplek. Niet dat dit nodig was, want hun huis bevond zich buiten de gevaarlijke zone, maar Hazel kon de aanblik van de centrale en vooral de troep die na de vloedgolf achterbleef niet verdragen.
Zij heeft een obsessie met ouderdom en verval, hoeft er weliswaar niet meer jong uit te zien, maar stort zich op een gezond dieet en yoga, want: ‘Als je niet groeit, leef dan maar niet.’ Hij maakt wijn in de kelder, rijdt kilometers om Bifi-worstjes te kopen en lijdt aan een existentiële crisis, hij voelt zich geërodeerd omdat hij blauwe pillen nodig heeft. Tegen de wens van zijn vrouw in bezoekt hij nog dagelijks de koeien in de radioactieve zone, hoewel hij de melk weg moet gooien. Wat er werkelijk gebeurd is met die koeien, laat zich raden.
Dit stel krijgt bezoek van Rose, eveneens voormalig kernfysicus, met wie Robin een jarenlange affaire had. Natuurlijk wist Hazel er wel alles van en wist Rose weer dat Hazel dat wist – ‘omdat ze drachtig werd’ – ja, ook dit enorme cliché duikt ook op. Denk aan een mengsel van Demonen, Who’s Afraid of Virginia Woolf en Betrayal en voeg daar een ironische uitvergroting aan toe.
Het alfamannetje dat affaires heeft met de enige twee vrouwen in de kerncentrale? De geliefde die zich schaamt omdat zij haar rivale en haar kind dood wenst? Datzelfde alfamannetje dat pas als hij weet dat hij toch gaat sterven iets heldhaftigs wil doen voor een jongere generatie? Het best met minder willen doen, maar louter uit eigenbelang? Je drukker maken over een overstromend toilet dan over de puinhoop die je hebt veroorzaakt? Het zit allemaal in The Children.
Gedurende de eerste 105 minuten van The Children moest ik meerdere malen denken aan Evelyne Coussens’ bespreking van Wie is bang. Ook hier hebben we te maken met een stuk dat met sterke acteurs (Antoinette Jelgersma, Stefan de Walle en Sylvia Poorta) een actueel onderwerp wil thematiseren, maar ook hier geldt: ‘je komt er niet met het injecteren van een well made play met de relevante thema’s van deze tijd – dat maakt je stuk nog niet relevant.’
Die relevantie krijg je ook niet door de enige discussie over kernenergie in pakweg vijftien seconden te vatten met een opmerking over kernfusie (thoriumreactor is daarbij het nieuwe modewoord) of windmolens (‘maar niet in zo’n mooi natuurgebied’) of een mager zijplotje over een kind dat altijd al boos was en misschien pas echt volwassen wordt als haar ouders dood zijn. En hoe kan een stuk over de vraag ‘Welke wereld laten we achter aan onze kinderen?’ relevant worden door die kinderen alleen te laten figureren in het onderlinge steekspel in de driehoeksverhouding? Dit stuk had beter The Elderly als titel meegekregen.
Het magistrale einde, waarin alle knipogen naar de toneelliteratuur weggevaagd worden door de suggestie van een oorverdovende vloedgolf, brengt daar verandering in. Alsof Kirkwood ook zelf met de traditie en haar clichématige personages af wil rekenen. Maar of die drie minuten genoeg zijn? Ik vraag het me af. Want deze voorstelling voor de grote zaal over gepensioneerden met een lang verleden zal voor die doelgroep hooguit licht confronterend aanvoelen en even vertrouwd als een ABBA-hit.
Foto: Sanne Peper