Het Onafhankelijk Toneel, theatervernieuwers sinds 1972, wordt niet langer gesubsidieerd, maar gaat door. De groep van Mirjam Koen en Gerrit Timmers heeft een grondig onderzoek van The American Dream aangekondigd. Waarmee kun je dan beter beginnen dan met het gelijknamige stuk van Edward Albee uit 1961? 

De term ‘American Dream’ werd in de jaren dertig gemeengoed, maar het gevoel verwijst natuurlijk al naar de tijd van pioniers en kolonisten die een land vol onbeperkte mogelijkheden aan hun voeten hadden. Als je maar wilt en hard werkt, kun je bereiken wat je wilt, ongeacht je achtergrond – dat is het idee. Uiteraard gaat dat gemakkelijker als er niet te veel wetten en andere beperkingen in de weg liggen.

Intellectuelen bekritiseerden het idee van de Amerikaanse Droom, vooral omdat de nadruk was komen te liggen op materialisme. Gerrit Timmers noemde de gedachte in zijn inleidende praatje ook bepalend voor de Nederlandse verhoudingen, gaf het als vanzelfsprekend ervaren recht op een welvaartsstaat als voorbeeld en haalde er de noodzaak om vrijheid en emancipatie te verdedigen bij. Dat roept discussies op over individualisme tegenover collectivisme en liberalisme versus socialisme. Over persoonlijke maakbaarheid naast maatschappelijke maakbaarheid. Een ambitieus onderwerp, kortom.

Twintigste-eeuwse toneelschrijvers als Eugene O’Neill, Tennessee Williams en Edward Albee hebben in de discussie een grote rol gespeeld. Het project waarmee het OT naar eigen zeggen de Amerikaanse Droom alle hoeken van de kamer wil laten zien, trapt af met een originele versie van Albees The American Dream. Hij was, zoals meer schrijvers, een fan van Burr Tillstroms tv-poppenshow Kukla, Fran and Ollie, waarin poppen de dialoog aangaan met mensen. Het absurdisme van het dagelijks leven daarin sprak hem erg aan en hij modelleerde zijn personages naar de poppen. Terecht dus dat OT De droom van Amerika een Kukla, Fran and Ollie-behandeling geeft, met Gerrit Timmers als poppenspeler. Ionesco meets The muppet show.

In het stuk wordt er lustig op los geouwehoerd. Mammie valt Pappie eindeloos lastig met haar verhalen over de kleur van het hoedje dat ze kocht: beige of tarwekleurig, dat is de prangende vraag. Ze is met hem getrouwd om zijn geld, daar windt ze geen doekjes om. Pappie heeft een jarenlange training achter de rug en luistert net voldoende om Mammies controlevragen te kunnen beantwoorden. Oma en haar dochter vechten elkaar verbaal de tent uit – de happy family is ook een onderdeel van de Amerikaanse Droom. Er wordt volop geklaagd. Er is geld zat, er kan volop geconsumeerd worden, maar de gesprekken en het leven lijken hun inhoud totaal te hebben verloren

Timmers manipuleert Pappie, Mammie en Oma in zijn manshoge poppenkast. Daarnaast verschijnen voor de andere rollen acteurs van vlees en bloed die vaker met het OT hebben gewerkt. Marlies Heuer speelt Mevrouw Barker, voorzitster van allerlei vrouwenverenigingen, bijvoorbeeld tegen luchtaanvallen. Tom Struyf belt aan als een gedienstige, atletische jongeman met een vriendelijke uitstraling. Hij wordt meteen ingehaald als de Amerikaanse Droom in persoon. Hij vertelt dat hij, sinds hij is losgescheurd van zijn tweelingbroer, geen liefde meer kan geven en alle gevoel kwijt is. De leegte met sixpack en glimlach, dat is de Amerikaanse Droom volgens Albee.

The American Dream is niet Albees sterkste stuk, maar biedt vermaak en stof tot nadenken. Gerrit Timmers is poppenkastbaas alsof hij nooit iets anders heeft gedaan en de losjes met hun tekst improviserende gastacteurs leveren hun vrolijke bijdragen. Een prima begin van een veelbelovend project.