De voorstelling is nog maar nauwelijks begonnen, of de eerste peuters kraaien en kletsen er al doorheen. Als dat maar goed gaat, denkt de recensent bij zichzelf. Spoedig blijken zijn zorgen volledig misplaatst.

In Tent, een voorstelling voor kids van 1 jaar en ouder die zondag 7 april zijn wereldpremière beleefde tijdens het festival 2turvenhoog, dekt de vlag voor honderd procent de lading. Net als in Spiegel, de eerste peutervoorstelling van dezelfde Club Wauw – Hannegijs Jonker en Philipp Cahrpit – die op de editie 2023 van 2turvenhoog in première ging. Leerde dit Groningse duo toen hun piepjonge publiek kijken naar zichzelf en naar anderen, met behulp van spiegels, nu laten zij hen ruimtes creëren en verkennen waarin je kunt wegkruipen.

Tent zit vol met even simpele als ingenieuze vondsten. Aan het begin ligt er alleen een klein kussentje op de speelvloer. Jonker en Cahrpit springen erop. Het past maar net, ze moeten elkaar stevig vasthouden om er niet meteen weer vanaf te vallen. Voorzichtig wringen ze zich langs elkaar heen om van houding te veranderen, of het kussentje weer te verlaten. De twee praten niet met elkaar, ze wisselen alleen blije lachjes uit bij ieder nieuw beweeg-probeersel, verder alleen begeleid door een minimalistische, maar hoogst effectieve soundtrack, van Cahrpit zelf.

Nadat aldus het grondzeil is gemarkeerd van de tent-in-wording die de titel ons doet verwachten, beginnen Jonker en Cahrpit in stapjes een dak te maken. Uit het kussentje hangt een slurfje stof. Als zij eraan trekken, verschijnt een dunne, doorzichtige doek, groot genoeg om hen tweeën te bedekken. Eerst ravotten zij zelf wat met en onder die doek, op de speelvloer. Dan bewegen zij dichter naar de eerste rij toeschouwers, merendeels kleine kinderen. Uit twee van de kussentjes waarop de kids zitten, blijkt ook zo’n slurfje te hangen. Oh, kijk! Weer een doek!

Nu mogen de kinderen bij de twee performers onder de doeken kruipen. Als ze dat willen tenminste: nog niet eerder zag ik een peutervoorstelling die de karakterverschillen tussen kleine kinderen zo duidelijk blootlegt. Eén jongetje in een groen truitje rent al vanaf de eerste minuten rond over de speelvloer, waarbij hij zich regelmatig richt tot de volwassenen in het publiek, om hen in zijn enthousiasme te laten delen. Veel andere kinderen geven wel commentaar, maar blijven dichtbij hun begeleiders. Een derde categorie kijkt alleen maar.

Jonker en Cahrpit zijn extreem eager om de kinderen in hun spel te betrekken. Op alle aanwezigen werkt dat heel aanstekelijk, maar het maakt de voorstelling ook kwetsbaar, zo bleek tijdens een try-out eerder die dag. Sommige ouders houden hun kinderen tegen als die de speelvloer op willen, bang dat zij de voorstelling zullen verstoren. Tijdens de try-out van Tent wilde één kind zó graag meedoen, dat het hartstochtelijk begon te huilen toen moeder of vader dat verhinderde. ‘Wij hebben het liefste dat ouders hun kids gewoon laten gaan’, zei Jonker na afloop. ‘Dat is nooit storend. Een conflict tussen kind en begeleider wel.’

Jong of oud, vervelen doet echt niemand zich bij Tent. Al helemaal niet als Jonker en Cahrpit hun ultieme doek produceren, gemaakt door Nynke Koopmans: fraai versierd met gekleurde facetten en kleine uitsteeksels met haakjes. Lichtontwerper Janine de Weerd laat vanuit de trekken boven de zaal kabels neer, die de twee spelers aan de doek bevestigen. De Weerd takelt het geheel weer omhoog, en voor ieders ogen ontvouwt zich een prachtig opvouwbaar bouwsel, dat nog het meest doet denken aan een bedoeïenentent.

Er zitten vensters met gaas in, waarin Jonker en Cahrpit voortdurend opduiken: kiekeboe! Maar dan nodigen zij hun toeschouwers uit om zich bij hen te voegen. Zaal en speelvloer ontaarden in vrolijke chaos, die zich niet meer laat temmen. Kraaiend van de pret kruipen de kinderen de tent in.

Behalve, opmerkelijk genoeg, dat jongetje in het groen. Hij blijft even enthousiast rondrennen, maar de tent gaat hij niet in. Zijn fascinatie gaat vooral uit naar de speakerboxen waaruit de soundtrack klinkt. Steeds opnieuw keert hij daar naartoe terug. Een van de ouders weet het zeker: ‘In dat joch schuilt een theatertechnicus.’

Foto: Niels Knelis