In het Javaanse poppentheater zijn de panakawan komische personages die functioneren als dienaren van de held van het verhaal. Er zijn vier vaste panakawan-personages, die zich onder meer onderscheiden door lange of juist heel korte neuzen. (meer…)
Wie praat over muziek, praat over tijd. Oorkaan Ensemble neemt dit alomvattende, mysterieuze gegeven en bouwt er met vijf musici en een heleboel instrumenten een theatraal concert omheen. In Tempo (7+) staat het veranderende tempo van de gespeelde klassieke muziek centraal.
Oorkaan Ensemble paste haar eigen werkmethode – de Oorkaan-methode – wederom toe in deze nieuwe voorstelling. In deze mix van theater en concert staan de spelende musici centraal. Al musicerend leidt het ensemble (bestaande uit Michela Zanoni, Michele Mazzini, Robbrecht Van Cauwenberghe, Veysel Dzhesur en gastmusicus Valentine Blangé) ons door een reeks klassieke stukken.
Door de mix van instrumenten en arrangementen krijgen al deze componisten, van Beethoven tot Brahms en van Bartok tot Vivaldi, een ondeugend randje. Dat komt in de eerste plaats door de speelsheid van de performers. Ze volgen elkaar over de bühne, dagen elkaar uit, leiden elkaar af en spelen dan weer samen. Ze doen haast denken aan kinderen op een schoolplein. Soms zijn ze eilandjes, dwalend en zoekend, en dan weer vallen ze – muzikaal en fysiek – als puzzelstukjes samen tot één geheel.
Instrumenten worden vloeiend samengevoegd, afgewisseld en ingeruild voor de ander. Oorkaan vindt een gulden snede tussen snaar, strijk, blaas en percussie waarin alle werken die ze aandoen, in hetzelfde jasje lijken te passen. De verschillende stukken sluiten zo naadloos op elkaar aan.
Door direct herkenbare emoties – plagerijen, nieuwsgierigheid, schrik – in het fysieke spel te verwerken, weet regisseur Rianne Meboer de voorspelbaarheid van een onderwerp als tijd en tempo te vermijden. Door deze interacties een net iets andere twist te geven, krijgt het begrip meer om het lijf. Exemplarisch is de scène waarin alle vijf de performers gezamenlijk één vibrafoon bespelen. Ondanks dat ze elkaar uitnodigen, betwisten, wegjagen en plagen, houden ze gezamenlijk de muziek in stand en blijft het stuk intact. Fysiek spel en muziek komen op sympathieke manier samen.
Scenografie (Han Ruiz Buhrs) en kostuum (Romy van Eijk) doen daarin ook een duit in het zakje. Bij binnenkomst wacht ons een kleurrijk toneelbeeld op: een compositie van tientallen blokken die doen denken aan Tetris of Minecraft, een aantal opeengestapeld en een aantal verspreid over het toneel. Alle performers zijn gehuld in kleurrijke kostuums, met veel franjes en versiersels. Het draagt bij aan het idee van een soort game of spel: ze springen van blok naar blok en troeven elkaar op speelse manier af.
Het tempo van Tempo verandert inderdaad per scène, interactie of samenspel: er wordt vertraagd, versneld, samengeklonterd en dan weer opgelaaid. Toegegeven, er ligt meer nadruk op het vertragen en uiteenvallen van de muziek dan op het samenkomen en opleven ervan; hier en daar zakt het tempo dan ook letterlijk een beetje in. Ook dat hoort er uiteraard bij, in een voorstelling over tijd en snelheid.
Foto: Bart Grietens