Juist de clichés en voorspelbaarheden maken Boeing Boeing van Theater van de Klucht een verrukkelijke komedie ****
Soap is een genre waarin onwaarschijnlijke, dramatische gebeurtenissen gewone mensen overkomen. Bij een blijspel zijn dat onwaarschijnlijke gebeurtenissen die grappig bedoeld zijn. Wat dit betreft krijgt de toeschouwer van Taxi taxi waar voor zijn geld.
Een taxichauffeur heeft een echtgenote in Baarle Hertog (B) en eentje in Baarle Nassau (NL). Dat alles volgens een strak tijdschema. Als dat schema in de war raakt door een ongelukje, heb je de poppen aan het dansen. Dat wordt alleen nog maar erger door de leugentjes om bestwil en de pogingen de ware verhoudingen te verdoezelen. En als je denkt dat het nu niet erger kan, heb je het mis. De kluwen wordt alleen nog maar groter en verwarder.
Sander de Heer als taxichauffeur John de Zwart blijft bewonderenswaardig overeind door zijn natuurlijke uitstraling. Zijn Belgische eega Marleen, een rol van Britt Van Der Borght, ontpopt zich als een maf wijf dat de tweede helft op het randje van een nervous breakdown balanceert en daar regelmatig overheen gaat. De Nederlandse echtgenote Vera, een rol van Hymke de Vries, blijft bij haar positieven en haar lukt het onophoudelijk zo furieus te kijken dat je je afvraagt of ze ooit weer kan ontspannen.
De Belgische bovenbuurman die ook in het complot zit, een rol van Dirk Van Vooren, is aanvankelijk de enige die om zijn eigen grappen lacht. Hij mag de verrassingen, de verontwaardiging, de wanhoop breed, vet en Belgisch smeuïg uitspelen. De Nederlandse bovenbuurman, Arijan (‘Adje’) van Bavel, speelt als Philippe Corsage de puurste nicht die er ooit is bedacht (‘Als het maar dik en stijf is’).
Alle regels van het blijspel worden consequent, weinig subtiel en ellenlang gevolgd. Op alle dubbelzinnigheden wordt ter plekke zout gelegd. Er is geen ruimte voor binnenpretjes of understatements. Er blijft niets te raden over. Nergens een variatie op het genre, nergens een relativering, nergens rust. Oké dan, er is een pauze.
Verstrikt in alle smoezen en uitvluchten worden de echtgenotes, wanneer die elkaar uiteindelijk ontmoeten, aan elkaar geïntroduceerd als respectievelijk een collecterende non en een travestiet genaamd Mischa. Een kritische massa, een kwaliteitssprong, een deus ex machina, enige zelfrelativering: de toeschouwer die murw is van alle verwikkelingen, blijft er tevergeefs naar uitzien.
We gingen met de tram naar huis.
Foto: De Komedie Compagnie
De ene ster die bovenaan de recensie staat doet het stuk geen eer aan. En is eigenlijk ook geen afspiegeling van wat Pieter Rings schrijft. De rollen zijn inderdaad onontkoombaar eendimensionaal, net als de inhoud en het behang op het bordkartonnen decor. Maar er wordt geen enkele poging gedaan dit te verbloemen, de lol zit in een avondje comedy zonder enige diepere laag. Hier naartoe gaan met de verwachting een blijspel a la Ayckbourn te zien is niet correct, het is een klucht van het platste soort en het is daar trots op. Op die merites moet je het dan ook beoordelen. En dan kon ik niet anders dan constateren dat er door een groot deel van de cast met veel vaart en plezier wordt gespeeld, dat de spelregie strak is, dat de opbouw van veel scenes dik in orde is. En belangrijker nog: dat er in de zaal ruimhartig werd gelachen, zeker tijdens het middelste uur van het stuk.
De recensent merkt terecht op dat de voorstelling te lang is en dat de spanningsboog wordt opgerekt tot er een vermoeidheid optreedt. Dat is zeker een minpunt, net als het ontbreken van enige diepere laag voor wie daar naar verlangt. Maar er zitten genoeg humoristische momenten in het stuk, die een publiek dat hier van houdt kunnen entertainen. En in het genre klucht, waarin in het Nederlands taalgebied op professioneel vlak geen overdaad is, is dit een prima poging die veel snaren juist raakt. Mensen die een avondje onbezorgde komedie willen kunnen er rustig twee sterren bij plakken.