VICTOR staat er in kapitalen op het scherm tegen de achterwand. Daarna gevolgd door haperende beelden uit 2012, waarin danser Victor Callens in een kale studio tegen interviewer Bram Vreeswijk vertelt over welke drempels hij over moet om van binnenuit te dansen, hoe hij het liefst als een slang wil bewegen, soepel, vloeiend, opgaand in de omgeving, tot die ene onverwacht scherpe uitval naar een prooi. (meer…)
Het Ballet National de Marseille bracht twee choreografieën tijdens Julidans, een mooie aanleiding om kennis te maken met de dansers van het gezelschap waarmee de kortgeleden aangetreden artistiek leiders Emio Greco en Pieter C. Scholten aan het werk gaan.
Yasuyuki Endo is sinds lange tijd als danser aan het gezelschap verbonden en hij maakt ook eigen choreografieën. In Tamago (Japans voor ‘ei’) richten de dansers zich vanuit het duister langzaam op, zij komen tot leven om zich er vervolgens in te wentelen en aan over te geven.
Taikospeler Leonard Eto ontlokt ritmes aan zijn instrument of speelt lijnen waartegen de frasen van de dansers resoneren. Virtuoos en vloeiend is de dans van de drie vrouwen, waarvan een op spitzen. Om beurten jammen zij met Eto, maar ook de solo van Endo zelf is indrukwekkend, aards maar ook licht en organisch. En of het nu de verschillende stokken zijn waarmee hij het membraan tot trillen brengt of de trommel waarvan hij beide zijden bespeeld met vliegensvlugge arm- en handbewegingen, Leonard Eto beroert zijn taiko als een bewegingskunstenaar. Tamago brengt de zaal in beweging en Endo laat zien hoe academische dans perfect kan samenvallen met het stevige slagwerk van de taiko.
Metric dozen van Richard Siegal is een groepsstuk voor twaalf identiek geklede mannen en vrouwen. Zwart glimmende bovenstukken over korte broekjes die de benen bloot laten. Dat de wortels van Siegal bij William Forsythe liggen, is onmiskenbaar als je naar zijn dans kijkt die hij in Metric dozen vooral in structuren van rechte lijnen heeft gegoten, als de loop van een catwalk, van achter naar voor en terug of van linkse naar rechts en omgekeerd. Maar de bravoure waarmee hij zijn dansers zich in Metric dozen laat paraderen, is van een andere orde. Waar danseres Louise Lecavalier met haar krachtsinspanning aan mannen voorbehouden prestaties schijnbaar moeiteloos gestalte geeft, zijn de mannen van Siegal opvallend soepel en gaan de benen ongelooflijk hoog in de lucht. Het is showtime! Siegal swingt met Metric dozen maar verder heeft het helaas weinig om het lijf.
Was het gebruik van beweging bij de openingsvoorstelling van Julidans nog enigszins spaarzaam, aan het einde van het festival werd de dans met een uitbundige virtuositeit en flexibiliteit gevierd.