Zoals ‘eskimo’s’ volgens een populair verhaal vijftig (of zestig of honderd) woorden zouden hebben voor sneeuw, kennen Koreanen een uitgebreid scala aan buigingen. Dat is volgens het verhaal in het programmaboek van het Holland Dance Festival het uitgangspunt van Bow van Jeon Misook en haar Dance Company. Intussen lijkt er veel meer aan de hand. Maar wat? (meer…)
Dans is een universele taal, die ook sterke wortels heeft in de culturen van de wereld. Dat uitgangspunt van het Holland Dance Festival past precies op Tama ma van de Okareka Dance Company uit Nieuw-Zeeland. De gelouterde Maoridansers Taane Mete en Taiaroa Royal dansen in Tama ma hun autobiografische verhaal.
Op twee boomstronken wordt onder een spectaculaire wolkenlucht een tweeling wakker. De twee jongens zijn verbonden door een navelstreng. Als ze die doorbijten, kruipen de stukken als palingen weg. Hun mythische begin is verbeeld in een film, met een belichting die in dramatiek niet onderdoet voor The lord of the rings – ook opgenomen in Nieuw-Zeeland.
Als de jongens hun positie in de wereld en hun individualiteit bevochten hebben, volgt deel twee, Tama ma (metamorfose). De natuurkinderen vatten een liefde op voor de dans en voelen zich aangetrokken door de rebels-vrouwelijke kant ervan; ze presenteren zich als hysterische travestieten op fluororanje pumps. Op Amerikaanse disco en pianomuziek van Prokofjev wankelen en trippelen ze over het podium. Als die rol hen niet langer bevalt, rukken en bijten ze elkaars valse wimpers af, halen ze de ballen uit hun beha’s en ontdoen ze zich van alle cosmetische ballast.
Een herbezinning op de waarden van familie en stam leidt tot een nieuw evenwicht en een esthetiek die sterk contrasteert met het over the top nichterige voorafgaande deel. De uitgestoken tongen en opengesperde ogen kennen we van de haka, de oorlogsdans die Nieuw-Zeelandse rugbyers voor een wedstrijd uitvoeren. De mannen vinden een nieuwe balans en een nieuwe identiteit – en elkaar, in mooie duetten. Ze hebben zich ontwikkeld tot twee dansers met een rijke ervaring die weten van moderne dans, maar zich ook zeer bewust zijn waar ze vandaan komen.
Het is maar zelden dat je een dansvoorstelling zo precies kunt navertellen. Het programma geeft veel steun, maar de dans van Mete en Royal is ook helder en beeldend, zonder eenduidig te worden. De dansers – gespierd, acrobatisch en elegant – bekijken na een dansleven van dertig jaar hun ontwikkeling met zelfspot en ernst. Ze zijn op elkaar ingespeeld als kunstrijders op de schaats en vinden steeds een fraai tegenwicht in het andere lichaam; ze lijken niet alleen hun eigen, maar ook elkaars lichaam te beheersen. Aan de choreografie van Tama ma hebben behalve de dansers ook Douglas Wright en Michael Parmenter een bijdrage geleverd; Nieuw-Zeelandse choreografen die ook daarbuiten naam hebben gemaakt. Dat leidde tot een gelaagde voorstelling met humor en mooi bewegingsmateriaal.